Een relatief groot deel van de Nederlandse bevolking heeft op dit moment een redelijk inkomen. De vaste lasten kunnen ervan betaald worden, de schulden afgelost en er blijft nog wat geld over voor een vakantie of twee. Toch is dit maar een betrekkelijke welvaart. Zodra er weer een crisis uitbreekt en de werkgelegenheid daalt kun je dit alles zo weer kwijt zijn en in armoede vervallen. Dit aan mensen uitleggen biedt meer kans op maatschappelijk besef dan ze hebzucht te verwijten. Ook kun je mensen niet verwijten dat ze hun kinderen competatief opvoeden. Deze maatschappij draait om competitie, en wil je een redelijk bestaan opbouwen dan zul je je daar ook gedeeltelijk naar moeten richten anders red je het maatschappelijk niet.
Deze kwestie heeft echter twee kanten. Hoewel je om zelf te overleven competatief moet zijn kun je toch wegen zoeken en vinden om gezamenlijke belangen in solidariteit en overleg te realiseren. De noodzaak hiertoe kan ook alleen doordat overtuiging en praktische voorbeelden duidelijker worden voor wie dat nu nog niet zo ziet. Dan over de globalisering. Economische globalisering is een proces dat al jaren aan de gang is. Het heeft weinig zin om hier kwaad over te worden, wel kunnen we bekijken hoe we dit proces positief kunnen gebruiken. Door economische banden is de wereld kleiner geworden en zijn we wereldwijd meer van elkaar afhankelijk geworden. Dit biedt kansen om de strijd voor gelijke behandeling van arbeiders wereldwijd (sociale rechten, arbeidstijden, enz), tot aan de omverwerping van de machten die de arbeidersklasse hierin bestrijden, ook mondiaal te voeren. Deze strijd vergt vooral veel geduld en realiteitszin. We moeten hierbij ook zorgvuldig handelen, we kunnen het ons niet permitteren om onnodig grote groepen mensen van ons te vervreemden of tegen ons in het harnas te jagen. Ik hoop hiermee een positieve bijdrage aan de discussie geleverd te hebben.
Willem van Kranenburg