Eén van die laatsten is Bart Croughs die in HP-De Tijd een wekelijkse column heeft en die met een air van 'nu zijn wij aan de beurt' van zijn ultra-rechtse hart geen moordkuil maakt. Veel van wat tot voor kort 'politiek correct' werd genoemd, was in die zin twijfelachtig of gold als een fatsoensfaçade waarachter minachting voor het arbeidersvolk aan het politieke oog onttrokken werd. Maar het was te verwachten dat de onvervalste rechtsen hun kans schoon zouden zien om van de door pseudo-politiek correcte verwarring ontstane ruimte gebruik te maken. Zo ook de genoemde Bart Croughs. Deze gebruikte zijn column in nummer 23 van HP-De Tijd om zijn onvervalst rechts standpunt over arbeid van illegalen en de kritiek hierop nu eens klip en klaar voor het voetlicht te brengen.
Hij veegt hier de vloer aan met standpunten over uitbuiting van illegale arbeiders, de meningen over de veel te lage lonen waarvoor bazen deze mensen laten werken, dat er misbruik gemaakt wordt van hun illegale positie. De columnist die na de moord op Fortuyn kennelijk heeft besloten geen enkele kritiek op ondernemers, op de kapitalistische markt van vraag en aanbod meer te dulden, is van start gegaan om 'de linkse kerk', zo deze nog het lef bezit hierbij vraagtekens te plaatsen, direct op de bek te slaan.
Hij zegt onder meer: "Nu is het inderdaad zo dat illegalen over het algemeen minder verdienen dan legale werknemers, maar dat heeft een eenvoudige reden: ondernemers die met illegalen werken, lopen het risico zware boetes te moeten betalen of zelfs in de gevangenis te belanden". Hij vindt, dat wat anderen nog steeds uitbuiting noemen een rechtvaardige premie voor deze ondernemers en dat zij als 'helden van het ethisch ondernemen' geëerd moeten worden. En..., deze arbeiders, die volgens linkse mensen nog steeds veel te weinig loon krijgen, hebben het in ons land goed getroffen. Want in hun landen van herkomst zouden ze er nog slechter aan toe zijn geweest...
Het komt er op neer dat het extreem-rechtse standpunt (dat in wezen gewoon het rechtse standpunt is) een ideologie schept ter acceptatie van wat een fatsoenlijk mens doorgaans asociaal vindt. Zo kunnen we nog heel wat verwachten en zullen er zeker delen van de geschiedenis op een andere manier, met een andere toonzetting, beschreven gaan worden of zullen er oude beschrijvingen in ere hersteld worden.
Wat te denken van de slavenhouderij, de handel in slaven en de erbij horende mensenroof, waarbij ook Nederlandse ondernemers zich niet onbetuigd lieten. Is het dan niet zó dat er in de Verenigde Staten van Amerika, in Canada en in andere landen nazaten van de uit Afrika verscheepte negerslaven wonen die het nu beter hebben dan vele inwoners van westelijk Afrika? Moet hieruit dan niet de conclusie worden getrokken dat, achteraf gezien, de door progressieven en linksen zo verguisde slavenhandel en -houderij per saldo goed voor de mensen is geweest?
De door de progressieven en linksen zo gehate kinderarbeid, was die, in hetgeheel van de geschiedenis niet een noodzakelijke episode om uiteindelijk uit te komen bij de emancipatie van de arbeidersklasse? Waren die fabrikanten eigenlijk niet weldoeners die deze arme kindertjes iets nuttigs lieten doen, daar ze anders maar op straat zouden zwerven en voor galg en rad zouden opgroeien? Moeten we de kinderarbeid van nu, waar zo tegen geageerd wordt, ook niet zo zien? Is het dan ook niet een noodzakelijke ontwikkelingsfase in arme landen voor vooruitgang en maatschappelijke volwassenwording? Dan geeft het toch geen pas om hen die kinderen voor de arbeid gebruiken uitbuiters te noemen? Zijn dat dan ook niet 'helden van het ethisch ondernemen'?
Moeten we straks onze gedachten bij vrouwenhandel ook niet bijstellen? Is gedwongen prostitutie in een rijk land niet te prefereren boven een fatsoenlijk, maar armoedig bestaan in een onderontwikkeld land? Zijn de vrouwenhandelaren en souteneurs, die door de 'politiek correcten' als smerige, uitbuitende misdadigers worden gezien, ook niet mensen die het ethisch ondernemersheldendom verdienen?
Zo zouden we eindeloos door kunnen gaan. Kapitalisme is goed. En waren de uitwassen ervan tot voor kort ook niet door de voorstanders van het kapitalisme bestreden? Maar nu worden deze uitwassen zelfs gebruikt ter legitimatie van het systeem. Het is gewoon een kwestie van vraag en aanbod en verder niet zeuren. Het is goed zoals het is; de wereld beter willen maken dan het kapitalisme kan of wil, dat is vragen om rampen, zoals het communisme. Dat is de boodschap.
Dat, om bij de aanleiding voor het schrijven van dit stuk te blijven, nl. de lage beloning voor illegale arbeiders, het omgekeerde bij de kapitalismepropaganda nooit opgaat, blijkt wel. De bazen, die vooral niet uitbuiters genoemd mogen worden, hebben het recht op die extra winsten, vanwege het grote risico dat wetsovertreding met zich mee brengt. Maar lopen arbeiders, die als illegalen zelfs in naam buiten-de-wet-gestelden heten, dan geen risico's? Moeten die daar dan ook niet extra voor beloond worden?
Dat is een moeilijke vraag! Want die gaat over machtsverhoudingen, over klassentegenstellingen! Als wijlen Fortuyn op verkiezingsbijeenkomsten dergelijke vragen kreeg, dan had hij het standaard-antwoord, dat wij op deze wereld nu eenmaal niet allemaal gelijk zijn. Waarvan akte...