De grondbeginselen waarnaar Fukuda verwijst, opgesteld in 1967, binden het land "geen kernwapens in het land te vervaardigen, te bezitten en toe te laten". Fukuda's verklaring bleek de tweede te zijn binnen twee maanden waarin een Japans toppoliticus het onderwerp aankaartte dat het land haar stellingname ten aanzien van kernwapens zou kunnen loslaten. In april was het de voorzitter van de oppositionele Liberale Partij, Ichiro Ozawa, die verklaarde dat Japan in staat was meer dan 6.000 kernwapens te produceren en zo nodig China kon overtreffen. Hoewel de opmerkingen van beiden, Ozawa en Fukuda, stuitten op kritiek in Japan, was het een milde afkeuring vergeleken met reacties op uitspraken van politieke figuren, een paar jaar geleden, die dan ook snel hun functie kwijt waren.
Fukuda's uitlatingen komen op een ongunstig moment, gezien de spanning tussen de nucleaire rivalen India en Pakistan en de opening van het WK voetbal die Japan sponsort samen met haar vroegere kolonie Zuid-Korea. De uitlatingen veroorzaakten paniek in Seoul en Beijing en Zuid Korea's Joong Ang Ilbo citeerde Fukuda's uitspraak dat "volgens de Japanse wetgeving er geen reden is om te verhinderen dat Japan zich voorziet van kernwapens. Als de publieke opinie ermee instemt kan het kernwapenvrije uitgangspunt worden herzien".
Japan's eerste minister Junichiro Koizumi heeft afstand genomen van deze uitlatingen, zeggend dat hij niet van plan is de Japanse opstelling ten aanzien van kernwapens te wijzigen en dat hij de roep van de oppositie om Fukuda te ontslaan naast zich neerlegt. Een mogelijke verklaring van Koizumi's reactie is dat hij sympathiseerde met Fukuda's verklaring of deze zelfs influisterde. Koizumi stelde op dat moment alles in het werk om drie controversiële defensienota's door het parlement te jagen vóór het op reces ging op 19 juni. Door de schijnwerper te richten op iets dat zo verstrekkend is als kernbewapening, kon hij mogelijk zijn defensiebegroting gering laten lijken. Of zijn uitlatingen nu tevoren waren beraamd of niet, een feit is dat een lid van de liberale partij, dat dicht bij Koizumi staat in de openbaarheid heeft gebracht dat er nauwelijks juridische obstakels zijn die verhinderen dat Japan een kernmogendheid wordt. Dit feit benadrukt de ommezwaai in de Japanse politiek.
Bron: Stratfor analyse, 3 juni 2002, vertaling: Thomas Janssen.