Ik kan me echter niet herinneren dat we hem toen hebben ontmoet. Korte tijd na ons bezoek heeft de PCP moeten besluiten de uitgave van het dagblad te staken en zich te concentreren op het weekblad Avante. José Saramago was één van de journalisten die een andere baan moest zoeken. In een later interview gaf hij aan daardoor uit arren moede romans te zijn gaan schrijven. En niet zonder succes. In 1998 ontving hij de Nobelprijs voor literatuur. In interviews heeft Saramago altijd onomwonden aangegeven communist te zijn gebleven. In geheel eigen bewoordingen motiveert hij deze politieke en levensbeschouwelijke keuze, die ook - naar mijn smaak - duidelijk uit zijn werk blijkt.
Zijn geheel eigen interpretatie van interpunctie en 'verwarde' manier van schrijven zijn volgens mij nog goed te pruimen omdat Saramago daar zelf de draak mee steekt:
blz. 143 'Het onhandige van afdwalen ligt in het gemak waarmee het degene die afdwaalt wegen in kan lokken waar hij de draad van de woorden en gebeurtenissen kwijtraakt, zoals Gevonden nu overkomt, die Cipriano Algors volgende zin pas halverwege oppikt, wat de reden is, zoals duidelijk zal zijn, dat de hoofdletter ontbreekt, ik zal er geen werk meer van maken, had de pottenbakker besloten, waarmee hij uiteraard niet de hoofdletter bedoelde, want die gebruik je niet als je praat, maar de vrouw die luistert naar de naam Isaura Estudiosa en die hij voortaan zal ontlopen, .....
De zelfspot gaat nog verder als Saramago, zichzelf tot god verheft:
blz. 181 'Genoemde god, die naast pottenbakker ook schrijver is, kan recht schrijven met kromme zinnen, nu hij hier niet is om persoonlijk te blazen, heeft hij een plaatsvervanger ingezet die het werk voor hem doet, alles opdat het nog fragiele leven van deze kleifiguren morgen niet zal worden gesmoord in de blinde, ruwe omhelzing van het vuur.'
blz. 174: 'In de elementairste handboeken over toegepaste psychologie, hoofdstuk gedrag, valt te lezen dat nare karakters vaak ook laf zijn, zodat het niet zal verbazen dat de angst in het openbaar te worden terechtgewezen door degene die in de hiërarchie een stap boven hem stond, de souschef op slag van houding deed veranderen.'
'Het Centrum' is ook niet alleen een groot winkelcentrum, maar een manier van leven. De werknemers van dit 'centrum' kan het privilege te beurt vallen om daar ook te mogen wonen. Inwoners hebben korting op alle attracties die 'Het Centrum' heeft te bieden. Deze attracties zijn echter virtueel, een romantische afspiegeling van de werkelijke wereld. In deze kille, virtuele maatschappij is de dood verdwenen, in die zin dat die wordt weggemoffeld, geen plek in het leven meer inneemt. Ook arbeid, als georganiseerde opeenhoping van arbeidskracht, is in deze maatschappij vrijwel verdwenen. De industrie draait volledig volcontinu. De arbeidersbeweging is door de oppressie vrijwel verdwenen. Degenen die niet door dit economisch systeem worden opgenomen leven in krottenwijken van waaruit overvallen worden gepleegd op transporten richting de stad. De pottenbakker is tijdens zijn ritten van en naar de stad getuige van militaire en politionele charges in deze krottenwijken.
Naast deze sociaal-psychologische maatschappijkritiek schuilt er in het boek ook onverholen kritiek op de urbanisatie en ontvolking van het platteland, die nog steeds realiteit is in de wereld. Zowel in Europa (Frankrijk en Portugal) als in de zgn. derde wereld.
In de werkelijkheid van de overconsumptiemaatschappij voert de verdwijnende middenklasse weliswaar een achterhoedegevecht, maar is politiek wel duidelijk zichtbaar. De belangrijkste politieke beweging bijv. in Argentinië op dit moment is ook de middenklasse. Zij wordt het meest getroffen door de economische crisis. Datzelfde geldt m.i. voor Nederland. Wie worden daar het hardst getroffen door de, door de 'torens versnelde' recessie? De middenklassers, degenen die aandeeltjes hadden en daarvoor zelfs hun spaarcenten hadden aangesproken, of zelfs met leningen aandelen hadden gekocht. Zij zijn de belangrijkste gedupeerden. Als deze groep gaat bezuinigen, dan zijn de luxegoederen het eerst aan de beurt: vakantiereizen dus. Daar vallen ook economisch harde klappen. Is dat ook niet de voedingsbodem voor de 'leefbaarheidpartijen?
José Saramago: Het Schijnbestaan
Meulenhoff 2000
vertaling: Maartje de Kort