Schotse Verkiezingen

 

 

Tommy Sheridon en actie van SSP.  

Door Ron Verhoef

Begin volgend jaar zijn er weer verkiezingen in Schotland. Het is voor de tweede keer dat de Schotten hun eigen parlement mogen kiezen. Reden genoeg voor een terugblik en een voorbeschouwing.

De relatie tussen Schotland en Engeland is altijd merkwaardig geweest. In 1707 werden beide landen verenigd (Wales maakte toen al deel uit van Engeland en Ierland werd nog gezien als kolonie). Al direct na de officiële unie van 1 mei 1707 werd het onrustig in Schotland. Veel Schotten waren niet blij met de unie omdat het samengaan de autonomie van Schotland aantastte. Engeland leverde als grote broer namelijk veel meer parlementsleden.

Gedeeltelijk bleek deze angst onterecht. Zelfs voor de (her)oprichting van het parlement in 1997 waren er nog aparte wetten voor Schotland. Zo heeft Schotland een ander onderwijssysteem, een ander (meer op Europese leest geschoeid) rechtssysteem, beperkte monetaire vrijheid (uitgeven van eigen geld: het Schotse pond) en eigen beleid op gebied van milieu, welzijn, zorg en ouderenbeleid. Het rare was echter dat deze wetten gemaakt werden in Westminster. Een commissie van Schotse zaken bereidde de wetten voor en het parlement keurde ze uiteindelijk goed. Juist dat bleef de Schotten steken want zowel de commissie als ook het parlement bestaat voor het overgrote deel uit Engelsen die het Schotse beleid bepalen. Dat was met name frustrerend onder de regeringen van de Tories omdat de Schotten nu juist traditioneel Labour stemmen (de wortels van de Labourpartij liggen ook in Schotland). Zo kregen de Schotten jarenlang een beleid opgelegd waar ze eigenlijk tegengestemd hadden.

Alles zou anders worden

Met de komst van het Schotse parlement in 1999 moest dit veranderen. Alle beleidsterreinen die specifiek Schots waren en dus voorheen behandeld werden door de commissie van Schotse Zaken vielen nu onder het parlement.

Veel Schotten waren hoopvol gestemd over de komst van een eigen parlement dat bovendien ook nog zelf belasting mocht heffen. Velen hadden het idee dat hierdoor de eigen Schotse identiteit weer zou worden vergroot, door Schotland weer op de kaart van Europa te plaatsen.

Maar is dat nu eigenlijk wel gebeurd? Wat heeft het parlement bereikt? Helaas is het antwoord: niet veel. Allereerst is Schotland in drie jaar tijd al aan zijn derde premier toe. De eerste, Donald Dewar, overleed in oktober 2000 plotseling. Zijn opvolger, Henry McLeish, moest eind vorig jaar het veld ruimen toen bleek dat hij gefraudeerd had en nu is er dus een derde, Jack McConnell.

Het begon hoopvol toen in 2000 een initiatiefwet van de Scottish Socialist Party werd aangenomen die huisuitzettingen verbood. Hoewel de wet met een overgrote meerderheid werd aangenomen is er nog altijd geen begin gemaakt met de uitvoering. Sterker nog het Schotse kabinet heeft nu alweer amendementen ingediend die huisuitzettingen weer mogelijk moeten maken.

Met name onder McLeish leek Labour zich te verlinksen. Zo voerde zijn kabinet de gratis zorg voor ouderen in en een verhoging van het onderwijsbudget. Dat was allemaal tegen het zere been van Blair. Zo erg zelfs dat Blair dreigde de financiering van het Schotse parlement (en daarmee het parlement zelf) op te schorten. De ontdekking van het frauderen met overheidsgeld kwam de regering dus goed uit. Zeker toen de Schotse parlementsleden voor Labour een trouwe aanhanger van Blair kozen tot premier. De voorzichtigehervormingen van Mcleish, die zelf overigens zeker geen socialist is, want onder hem gingen de privatiseringen wel door, werden daarmee abrupt beëindigd.

McConnell sloeg het pad van privatisering, het ontwikkelen van privé-scholen en privé-ziekenhuizen weer snel in. Ook de overdracht van gemeentewoningen naar projectontwikkelaars nam een grote vlucht. Alhoewel het de gemeenteraden zijn die hierover beslissen was het McConnell die grote druk uitoefende door, jawel, te dreigen met het intrekken van de financiering aan de gemeenteraad (een goede leerling dus).

Is dat dan waar de Schotten op zaten te wachten? Absoluut niet, diverse opiniepeilingen laten juist zien dat de bevolking geen privatisering wil. Tot nu toe blijkt het parlement alleen maar een marionet van Westminster (hoewel iets meer dan 50% van de Schotten aangeeft blij te zijn met een eigen parlement).

De toekomst

Het Schotse parlement kent een gemengd stelsel. Er bestaan 73 districten. Elk district levert een persoon voor het parlement (de persoon met de meeste stemmen uiteraard) daarnaast is het land opgedeeld in acht regio's, die elk zeven parlementsleden leveren. Elke partij kan in een regio uitkomen met een lijst. Voor de lijst geldt evenredige vertegenwoordiging (min of meer althans, het systeem is iets ingewikkelder maar het voert te ver om dat hier geheel uit te leggen). Elke Schot heeft dus twee stemmen. Met zijn eerste stem stemt hij op een kandidaat voor zijn kiesdistrict en met zijn tweede stem voor de lijst. Hierdoor zijn er ook twee soorten parlementsleden: distictsleden en lijstleden.

Op dit moment is Labour de grootste partij met 56 zetels (53 districten, drie lijsten). De sociaal-democratische SNP is tweede partij met 34 zetels (zes districten en 28 lijsten). Daarmee hebben we de grote partijen gehad. De conservatieven hebben 19 zetels (1 district, 18 lijsten), de liberalen (die samen met Labour de coalitie vormen) hebben 17 zetels (12 districten en vijf lijsten). De groenen hebben 1 lijstzetel evenals de SSP. Dennis Canavan werd in zijn district, Falkirk West, als onafhankelijke gekozen.

De SNP heeft de campagne geopend door een aanval in te zetten tegen de privatiseringen van Labour. Prominent onderdeel van de SNP-campagne is natuurlijk hun wens een referendum te houden over Schotse onafhankelijkheid. Van de Schotten geeft 57 procent bij peilingen overigens aan voor onafhankelijkheid te zijn, dit percentage neemt elk jaar licht toe. Met name onder jongeren is het idee van Schotse onafhankelijkheid populair. Van de 16- tot 24-jarigen geeft maar liefst 75 procent aan voor onafhankelijkheid te zijn. Deze grote steun voor onafhankelijkheid blijkt echter weinig effect te hebben voor het aantal zetels van de SNP. Volgens de laatste peilingen zal de partij slechts drie zetels winnen en dus niet eens in staat zijn een regering te vormen.

Labour blijft het in de opiniepeilingen goed doen. Ook zij staat op een zetel winst. De winst van Labour is vooral te danken aan kiezers die liberaal stemden, terwijl de SNP het vooral van ontevreden torystemmers moet hebben.

De liberalen blijven op 17 staan, maar de tories vallen volgens de peilingen snel terug en zouden nog maar negen zetels krijgen. De grote winst zit met name in de kleine partijen. De Groenen staan op een zetel winst terwijl de SSP kan rekenen op vier zetels (volgens sommige peilingen zelfs op zes). Dennis Canavan zal zijn zetel waarschijnlijk behouden.

Opvallend is dus de ruk naar links die de Schotse kiezer lijkt te maken.

De grootste linkse partij, de SNP, groeit dus. Of dat zo blijft is de vraag. De afgelopen maanden dreigt de partij namelijk te scheuren. John Swinney, partijleider van de SNP, heeft namelijk alle linkse parlementsleden dewacht aangezegd. Prominente linkse parlementsleden zoals Margo McDonald en Andrew Wilson zijn op een onverkiesbare plaats gezet. Alleen Alex Neil lijkt door zijn populariteit de dans te ontspringen.

Niet alleen de SNP kan rekenen op groei, zelfs een marxistisch-leninistische partij als de SSP lijkt op te bloeien. Dit laatste is overigens waarschijnlijk te danken aan de zeer charismatische leider van de partij, Tommy Sheridan, een van de weinige parlementsleden die regelmatig in het nieuws komt door zijn standvastige socialistische optreden. De Daily Mirror, het dagblad van Labour, voert zelfs een dagelijkse haatcampagne tegen Sheridan. Volgens de krant is Sheridan het laatste restant van een verdwenen klassenstrijd en een ideologische dwaas. De campagne werkt voorlopige averechts, want waar Labour in snel tempo leden verliest is de SSP juist de snelst groeiende partij van Schotland.

De komende maanden zal duidelijk worden in hoeverre de verrechtsing van Europa en de (dreigende) scheuring van de SNP invloed gaan hebben op het politieke landschap in Schotland. Voorlopig is er echter sprake van een hoopvolle ruk naar links.

Bronnen: Scottish Socialist Voice, Snapshot, Morning Star, Scots Independent, Scottish Workers Republic, Imagine.