Als het Congres, zoals verwacht, het door de regering voorgestelde militaire budget voor 2003 goedkeurt, zullen de militaire uitgaven van de VS in het komende belastingjaar met 45 miljard dollar toenemen. Een verhoging van 13 procent in vergelijking met het budget van dit jaar en de grootste toename sinds de eerste jaren van Reagan. Een deel van het extra geld zal aangewend worden voor de oorlog in Afghanistan en voor een forse verhoging van de soldij, maar veel ervan zal gebruikt worden voor de 'hervorming' van de krijgsmacht. (deel 3 en slot)
Op de horizontale as zal de nadruk vooral komen te liggen op de versterking van de Amerikaanse capaciteiten om op verafgelegen strijdtonelen in te grijpen. Dergelijke missies vereisen twee soorten apparatuur: 'mobiliteitssystemen', die Amerikaanse troepen moeten transporteren naar verre slagvelden, en 'antiverdedigingssystemen', waarvan de taak bestaat uit het vernietigen van de verdediging van de vijand die een invasie op zijn territorium wil verijdelen.
Voor dit machtsvertoon wordt van het nieuwe budget 4 miljard opzij gezet voor twaalf C-17 intercontinentale transportvliegtuigen. Ook zal worden begonnen met de bouw van een amfibietransportschip en een nieuwe serie drijvende marinebases (maritime prepositioning ships), grote vaartuigen met helikoperplatforms en ingebouwde aanlegsteigers die gebruikt worden als drijvende voorraaddepots voor gebieden die ver verwijderd zijn van bestaande bases. Om de antiverdedigingscapaciteiten te versterken begint het Pantagon aan de ontwikkeling van een nieuwe lange-afstandsbommenwerper en worden er onbemande spionagevliegtuigen aangeschaft (zoals de 'Predator' die in Afghanistan ingezet werd).
Van nog grotere betekenis is wellicht het voornemen van het Pentagon om de Amerikaanse capaciteiten op de tijdgebonden as te versterken, de ontwikkeling van wapens die de komende jaren niet gebruikt zullen worden, tegen vijanden naar wier identiteit nu alleen nog maar gegist kan worden. Of zoals minister Rumsfeld op 31 januari verklaarde: "Het land moet klaar staan om zich te verdedigen 'tegen het onbekende, het ongewisse, het onzichtbare en het onverwachte', en de troepen moeten voorbereid worden op het 'afschrikken en verslaan van vijanden die ons tot nu toe nog niet uitgedaagd hebben'."
Men kan zich afvragen waarom we nu, in deze tijd van binnenlandse armoede dergelijke enorme bedragen zouden moeten uitgeven om ons te verdedigen tegen vijanden die nu niet, en misschien wel nooit zullen bestaan. Bovendien zou men zich kunnen voorstellen dat de voorbereiding voor een toekomstig treffen met een hypothetische tegenstander zoals China of India een self-fulfilling prophecy zou blijken te zijn, omdat ze de angst en de vijandschap aanwakkert bij buitenlandse regeringsleiders die er anders voor zouden kiezen vrienden of bondgenoten te worden. Dergelijke argumenten zullen aan dovemansoren gericht zijn bij het ministerie van Defensie, waar functionarissen vastbesloten zijn hun plannen voor visionaire en experimentele systemen door te drukken.
De meeste van deze programma's bevinden zich nog in de onderzoeks- en ontwikkelingsfase, of ze zijn verborgen in geheime ('zwarte') posten die in het budget verborgen zijn. Sommige echter zijn het onderwerp geweest vanopenbare discussies. Een van deze onderwerpen is het onbemande gevechtsvliegtuig, een bewapend onbemand vliegtuig dat boven het vijandelijke territorium hangt en bij gelegenheid doelen bestookt wanneer het daartoe de opdracht krijgt van de Amerikaanse vluchtleiding die zich tientallen of zelfs honderden kilometers verder weg bevinden. "Dergelijke systemen", aldus generaal Richard Myers, voorzitter van de gezamelijke stafchefs "hebben het potentieel de manier waarop we strijd leveren ingrijpend te veranderen, en misschien zelfs de algehele aard van oorlogvoering."
Een ander nieuw systeem dat in 2003 gefinancierd wordt is de DD(X), een hightech oorlogsschip dat een groot arsenaal aan innovatieve wapens en technologieën zal herbergen. Hoewel de nadere gegevens nog ontbreken wordt aangenomen dat er radaromzeilende 'stealth'-technologie aan boord zal zijn, zoals die nu alleen nog gebruikt wordt door vliegtuigen. Tevens zal het bewapend zijn met een grote verscheidenheid aan raketten voor doelen zowel op het land als op het water.
Sommige wapens die nu nog op de tekentafel liggen zullen op volle schaal geproduceerd gaan worden, andere niet. Het punt is dat deze systemen ontwikkeld worden bij afwezigheid van welke serieuze bedreiging dan ook. Er is geen tegenstander wiens militaire capaciteiten ook maar in de buurt komen bij die van de Verenigde Staten. Geen enkel land of verbond van landen ter wereld kan op dit moment Amerika's militaire macht overwinnen, en het is niet waarschijnlijk dat er op zijn minst de komende dertig of veertig jaar iets aan de horizon opdoemt.
De vraag die alle Amerikanen aangaat is, of de uitgave van honderden (later duizenden) miljarden dollars tegen hypothetische vijanden die de komende dertig tot veertig jaar in geen geval zullen opduiken een zinvolle voorzorgsmaatregel is, zoals de president en de minister van Defensie aanvoeren, of dat ze op termijn de veiligheid van de VS ondermijnt doordat de budgetten voor wezenlijke gezondheids- en scholingsprogramma's beperkt worden en doordat er een mondiale sfeer van angst geschapen wordt die exact het tegenovergestelde teweeg zal brengen van wat de opzet is van al deze uitgaven.
Nog een levensbelangrijke vraag wordt opgeroepen door de nieuwe nadruk op de antiverdedigingssystemen. Los van de vertroebeling door het jargon houdt dit een plan in om te komen tot een versterking van Amerika's capaciteit om vijandelijke naties, zoals de Volksrepubliek Korea en China binnen te vallen en te onderwerpen. In wezen betekent dit een verschuiving van de voornaamste oriëntatie van de Amerikaanse strijdkrachten, namelijk van de verdediging tegen agressie (het oorspronkelijke doel van de NAVO) naar de aanval en de interventie. Vanzelfsprekend gaat dit niet ongemerkt voorbij aan andere delen van de wereld. En andere landen, die reden hebben om Amerikaanse interventie te vrezen, zullen ongetwijfeld aangespoord worden om hun verdedigingscapaciteiten te versterken, waardoor ze de Amerikaanse uitgaven voor antiverdedigingssystemen nog verder zullen laten stijgen. Alweer moet men zich afvragen of we onszelf niet blootstellen aan een verhoogd risico door het scheppen van een self-fulfilling prophecy.
Dit zijn cruciale vragen die een intensief debat verlangen op elk niveau van de samenleving, maar het Congres haast zich om vrijwel elk initiatief van het Pentagon goed te keuren, zonder de minste schijn van toezicht. We moeten pressie uitoefenen op onze vertegenwoordigers in Washington opdat ze meer zorgvuldige aandacht besteden aan de gevolgen op lange termijn van een strategie van permanente militaire suprematie.
(1) Michael T. Klare, FIVE COLLEGE PROFESSOR, Studies voor Vredes- en Wereldveiligheidsstudies aan het Hampshire College is de defensiecorrespondent van The Nation (VS) en auteur van Resource Wars; The New Landscape of Global Conflict (Metropolitan). Artikel overgenomen uit de Nation, 15 juli 2002. Vertaling Frans Willems.