Panorama van Athene met Acropolis. |
Uit de begrotingen van vele landen blijkt, dat het aandeel bestemd voor onderwijs en cultuur steeds kleiner wordt, in de regel ten gunste van 'defensie'(agressie). In de zogenaamde ontwikkelde landen blijken de diverse vormen van kunst zich steeds verder van het leven te verwijderen en dus formalistischer, inhoudslozer en emotioneel armer te worden. Op een paar uitzonderingen na lijken de inspiratiebronnen opgedroogd, kunst sluit zich in zichzelf op en lijkt nog weinig met de samenleving te maken te hebben. Deze heel globaal en als tendens in een paar woorden geschetste ontwikkeling weerspiegelt duidelijk de fase waarin de ontwikkelde westerse (kapitalistische) samenleving zich bevindt: een vermoeide, uitgebloeide slotfase, waarvan we helaas niet weten hoelang die nog gaat duren, voordat de echte alternatieve af- en oplossing komt.
Ook in Griekenland wordt het budget voor cultuur steeds kleiner en dat voor 'defensie' steeds groter. Een zaak, die natuurlijk niet alleen de Akropolis treft, maar het hele eigentijdse culturele leven. We zullen ons in dit artikel tot een gebeuren om de Akropolis beperken, tekenend echter voor een algemenere situatie.
Het Coördinatie Comité van organisaties en instanties, die tegen de bouw van het Nieuwe Akropolis Museum zijn op die plek, heeft het voor elkaar gekregen, dat de werkzaamheden tot nader order stil zijn komen te liggen. Dit comité heeft een reeks gerechtelijke aanklachten ingediend tegen de plaatsing, maar ook tegen de - kort geleden verstrekte - vergunning voor opgravingen en bouwsteunpunten. Deze vergunning was immers gebaseerd op gebrekkige informatie. De Griekse afdeling van de Internationale Raad voor Monumenten heeft begin september haar met bewijsmateriaal omklede conclusie meegedeeld: het Nieuwe Akropolis Museum mag daar niet komen, want het archeologische gebied rondom de Akropolis plus het op dat gebied aanwezige culturele erfgoed zal daardoor vernietigd worden.
Die conclusie is gebaseerd op de gegevens van een technische studie, waaruit bleek dat veel grenzen overschreden worden: o.a. het aantal vierkante meters en de diepte, waarop gegraven mag worden. Verder ook teveel te dikke palen, die te diep geplaatst zullen worden. Zo zijn er nog een aantal andere technische details, waarop we hier verder niet in kunnen gaan. Deze fundering zou de bodemlagen verstoren, waarin zich oudheden bevinden, die dan niet intact kunnen blijven, aldus de conclusie.
In het Nieuwe Akropolis Museum zal het Elginische marmeren beeldencomplex moeten komen te staan, dat zich nu nog in het British Museum te Londen bevindt. Deze heeft de Britse Lord Elgin ooit 'meegenomen' van het Parthenon, zoals ook uit andere landen stukken prachtig oud cultureel erfgoed in de verzameling of in de musea van de westerse overheersende landen terecht zijn gekomen, al of niet met medewerking van de plaatselijke regeerders, maar in elk geval wel buiten de volkswil om. Gedurende een aantal jaren is er van Griekse zijde een internationale campagne gevoerd voor de terugkeer van dit zogeheten Elginische marmer. Niet zo'n eenvoudige zaak, zoals uit bovenstaand betoog blijkt en voorlopig nog met onbekende afloop. Overhaaste bouw van het nieuwe museum op die bewuste plek naast de Akropolis, om voor de bevolking een politiek succes te creëren met de terugkeer van de marmeren kunstwerken, zou namelijk de vernietiging van een ander stuk oude geschiedenis betekenen.