Het Amerikaanse voornemen en de Nederlandse reactie daarop baren ons grote zorgen. Verschillende landen, waaronder Frankrijk, Duitsland en Canada, hebben zich inmiddels uitgesproken tegen militaire actie tegen Irak. Zelfs binnen de Britse regering, in alle opzichten de meest loyale bondgenoot van de Amerikaanse regering, nemen de twijfels steeds meer toe. De Nederlandse regering blijft echter onverkort achter de Amerikaanse regering staan. De Nederlandse regering zou zich naar onze mening alsnog krachtig uit moeten spreken tegen elke vorm van militaire actie tegen Irak en de verzekering moeten geven dat hieraan door Nederland op geen enkele wijze deelgenomen zal worden.
Daar veel meer landen massavernietigingswapens hebben of pogen te krijgen is de Amerikaanse actie gebaseerd op willekeur. Inspecties van de VN dienen breder opgezet te worden, met het oog op wapenbeheersing in het algemeen.
Het conflict met Saddam dient niet door de dreiging met een militaire aanval, maar via diplomatiek overleg en onderhandelingen geregeld te worden. Ook zullen er garanties gegeven moeten worden dat inspecties niet, zoals in het verleden bij Irak het geval was, voor spionagedoeleinden misbruikt zullen worden.
De werkelijke redenen voor een militaire actie tegen Irak hebben meer met economische belangen dan met mensenrechten te maken. De Verenigde Staten willen de wereldolievoorraden controleren door de olieproducerende landen van pro-Amerikaanse regeringen te voorzien.
Bovendien houden de Verenigde Staten veel andere repressieve regimes (zoals Saoedi-Arabië), die haar gunstig gezind zijn, wel in stand. Een Amerikaanse militaire aanval op Irak zou ook een sterke verbreding van de 'oorlog tegen het terrorisme' betekenen. Met de aanslagen van 11 september 2001 heeft het in ieder geval niets meer te maken.
De Iraakse reactie zal afhangen van de mogelijkheden die Saddam Hoessein nog ziet om als leider te overleven. In het zicht van zijn val, zal de neiging groot zijn alle beschikbare middelen in te zetten, bijvoorbeeld in een laatste offensief tegen Israël. Het mogelijke gebruik van atoomwapens door de Israëlische regering, kan het conflict enorm uit de hand doen lopen en grote delen van het Midden-Oosten in brand zetten.
De gevolgen van een militaire aanval voor de Iraakse bevolking zullen hoe dan ook enorm zijn. In Afghanistan zijn in het afgelopen jaar duizenden mensen om het leven gekomen die part nog deel hadden aan de strijd. In het meer verstedelijkte Irak zal het slachtofferaantal mogelijk nog veel hoger worden.
Een burgeroorlog is niet ondenkbaar. Daarnaast zal de reeds jarenlang door sancties ontwrichte samenleving nog grotere schade oplopen. Tenslotte is het nog maar helemaal de vraag of een nieuwe, door de Verenigde Staten gesteunde, Iraakse regering zich socialer en humaner tegen de bevolking op zal stellen dan het regime van Saddam.
Op democratiseringsprocessen in de regio, maar ook op democratie en burgerrechten in het Westen, zal een oorlog een ongunstige invloed uitoefenen. Ook zal er in veel landen een verdere militarisering van overheidsuitgaven plaatsvinden en kan vreemdelingenhaat aangewakkerd worden.