Het herhaaldelijk gebruikte propagandawapen waarmee de dood wordt goedgepraat van meer dan een miljoen onschuldige Irakezen, als gevolg van de economische sancties vanaf 1991, is dat Saddam Hoessein gifgas heeft gebruikt tegen Iraniërs tijdens de oorlog tussen Iran en Irak en tegen de eigen, Koerdische burgers. Ook deze beschuldiging is nu weer aangegrepen om een grootscheepse Amerikaanse aanval op Irak te lanceren.
Deze bewering over het Iraakse gebruik van gas tegen de eigen burgers bij Halabjah moet met het nodige wantrouwen bekeken worden. Ten eerste: zowel Iran als Irak gebruikten chemische wapens tegen elkaar tijdens hun onderlinge oorlog. Ten tweede: direct na het beëindigen van de Iran-Irak-oorlog voerden de professoren Stephen Pelletiere en Leif Rosenberger en Lt. Kolonel Douglas Johnson van het US Army War College (USAWC), een onderzoek uit naar het gebruik van chemische wapens door Iran en Irak met het doel meer inzicht te verkrijgen over het gebruik van chemische wapens op het slagveld. Hun conclusie was dat het Iran is geweest die de Koerden heeft vermoord en niet Irak.
Met betrekking tot het Halabjah-incident waar Iraakse soldaten, volgens de berichten, de eigen Koerdische burgers met gas bestookt zouden hebben, merkten de USAWC onderzoekers op: "Het schijnt dat het Congres, op zoek naar bestraffing van Irak, beïnvloed werd door een ander incident dat vijf maanden eerder plaatsvond in een andere Iraaks-Koerdische stad, Halabjah.
In maart 1988 werden de Koerden in Halabjah gebombardeerd met chemische wapens, waardoor vele doden vielen. Foto's van de Koerdische slachtoffers werden uitgebreid verspreid door de internationale media. Irak kreeg deschuld van de aanval op Halabjah, hoewel er vervolgens werd aangetoond dat ook Iran bij deze militaire operatie gas had gebruikt en het aannemelijk leek dat het het bombardement door Iran was waardoor de Koerden werkelijk werden gedood." (De Iraniërs dachten dat de Koerden waren weggevlucht uit Halabjah en dat zij Iraakse strijdkrachten, die de stad bezetten, aanvielen. Maar de Irakezen hadden Halabjah al verlaten en de Koerden waren teruggekeerd. Iran gebruikte per ongeluk gifgas tegen de Koerden.)
In maart 1991 vroeg ik professor Pelletiere wanneer hun bevindingen zouden worden gepubliceerd. Ik herinner me dat het waarschijnlijk ongeveer vijf jaar zou duren, nadat de emoties over de Golfoorlog zouden zijn verminderd. Het USAWC-rapport van 1990 is echter aan de vergetelheid prijsgegeven. De propaganda dat Irak de eigen Koerdische burgers heeft vergast wordt voortdurend aangegrepen door de media. Het werd opnieuw naar voren gebracht door president Clinton in december 1998 om de voortzetting van het bombarderen en vernielen van Irak te rechtvaardigen.
Als de VS Irak bombarderen, is het niet alleen het directe verlies aan Iraakse mensenlevens als gevolg van 'collateral damage' dat de tragedie uitmaakt, maar het niet-opgemerkte en versnelde verlies aan levens van tienduizend of meer kinderen, zieken en ouderen door gebrek aan medicijnen en andere gezondheidszorg. (collateral damage = bijkomende schade, zoals de cynische aanduiding is voor de burgerdoden bij aanvallen op zogenaamde strategische doelen. vert.) Voordat de VS alle landen tiranniek dwingen tot ondersteuning van haar bombardementen op Irak, zouden grote landen, zoals Frankrijk, Duitsland, Rusland, China, India en Indonesië zich gezamenlijk moeten keren tegen de enige supermacht en zeggen: " Genoeg!" ("no more bombs")
De auteur is eminent professor voor Internationale Zaken aan de afdeling Allis Chambers van de Marquette Universiteit, Milwaukee, Wisconsin.
Bron: Times of India, 16-9-2002, vertaling Cas Hilvers.