Het Amerikaanse 'promotieteam van de oorlog' zou je graag doen geloven dat de verkiezingen van 5 november een oorlogsmandaat betekenen. Bush maakte meteen gebruik van de Republikeinse winst in het Huis van Afgevaardigden en de Senaat om meer volmachten op te eisen voor zijn militaire campagne.
De Democratische leider in de Senaat Tom Daschle verklaarde volgzaam: "Ik denk dat dit betekent dat de president de gelegenheid te baat neemt (geboden door de verkiezingsuitslag) om het plan (met betrekking tot Irak) vast te stellen en ermee door te gaan op de manier zoals hij het al verwoord heeft". Op NBC zei hij: "Het lijkt erop alsof het Amerikaanse volk hem nu het voordeel van de twijfel geeft." De aanname van Bush en Daschle dat de regering nu een mandaat heeft om in een illegale oorlog massamoord te plegen vecht het Internationaal Actie Centrum (IAC) aan.
De verkiezingen konden gezien worden als een referendum omtrent de oorlogskwestie, ware het niet dat deze mogelijkheid al in het begin van oktober ongedaan gemaakt werd toen de meerderheid in het Congres geen ruggengraat toonde maar gedachteloos instemde met Bush' oorlogsplannen, in de hoop de oorlogskwestie buiten de politieke discussie te houden. Na dit niet nakomen van zijn verantwoordelijkheid ten opzichte van het volk door het Congres betekenen Senator Daschle's opmerkingen de aankondiging van niet alleen een volkomen overgave aan, maar een omarming van Bush' mondiale oorlogszucht.
Het is niet verwonderlijk dat de kiezers buitengewoon moeilijk onderscheid konden maken tussen het pro-oorlogsstandpunt van de Republikeinen en het standpunt dat werd uitgedragen door de leiding van de Democratische Partij. Tweederde van de geregistreerde kiezers bleef op de verkiezingsdag thuis. Dit afdoen als alleen maar apathie onder de kiezers gaat aan de belangrijkste oorzaak voorbij. In werkelijkheid is het volk van dit land, zeker het afgelopen jaar, zeer geïnteresseerd in de politiek. Een lage opkomst weerspiegelt dan ook de visie van vele ontmoedigde kiezers: het Amerikaanse Congres vertegenwoordigt niet de wil van het volk, maar dient de belangen van andere grootheden, zoals Koning Olie, de multinationals, de (oorlogs)industrie, en een relatief kleine welvarende elite.
De president en het Congres moeten de hete adem van het volk in de nek voelen. De 'wettige' democratie is gekidnapt door de oorlogshitsers, maar we vechten terug. Het volk is met recht en reden woedend en met afschuw vervuld. Duizenden initiatiefnemers in het hele land bouwen met veel energie een massabeweging van de grond af op. Het zijn niet Bush, Cheney, Daschle, de generaals en de bedrijfsdirecteuren die het slagveld betreden en hun leven wagen, noch is het hun arbeid die de oorlogsmachine doet draaien. De anti-oorlogsbeweging mobiliseert het volk zonder wiens bloed en arbeid de oorlogsmachine tot stilstand komt.
Het Congres maakte geen einde aan de Vietnam-oorlog, maar het volk. We weten dat het gevoel van de meerderheid in de VS zich keert tegen een nieuwe oorlog met Irak. Op mondiale schaal heerst er bijna een universele consensus tegen de oorlog. Als het Witte Huis en het Congres niet tegemoetkomen aan de wil van het volk, als de lidstaten van de Verenigde Naties buigen onder de druk van de VS in plaats van te luisteren naar hun eigen bevolking, als regeringsleiders het internationale recht met voeten treden, dan moet het volk zelf in actie komen. Dit is altijd al de weg geweest naar een echte verandering.
Tegen januari 2003 zal een enorm aantal mensen meegedaan hebben aan het 'Anti-oorlogsreferendum van het Volk' (http://VoteNoWar.org). Plaatselijke 'Vote No War'-comité's in steden en dorpen, op campussen en middelbare scholen zullen huis-aan-huis anti-oorlogsstemmen ophalen. Het resultaat van dit referendum zal de basis zijn van een massaal georganiseerde campagne die zal samenvallen met de terugkeer van het nieuwe Amerikaanse Congres. Op 18 en 19 januari zullen er enorme demonstraties plaatsvinden in Washington DC, tegelijkertijd met de samenkomst van een Vredescongres.
Door nu in actie te komen kunnen we de dingen veranderen.
Bron: IAC, vertaling Frans Willems.