Het gemiddelde boodschappenmandje, zoals het Centraal Bureau voor de Statistiek dat meet, kost in 2003 misschien minder als de inflatie lager wordt, maar zo'n gemiddelde zegt niet veel. Het is leuk als een DVD-speler 10 procent in prijs daalt, maar als de levensmiddelenprijzen blijven stijgen zullen de meeste mensen dat in hun, toch al dunne, portemonnee voelen.
Bovendien wordt de bevolking getroffen door fiks hogere kosten voor posten die niet in het CBS-mandje zijn meegenomen.
Om te beginnen de premie voor de ziektekostenverzekering die niet in het standaardboodschappenmandje zit. Volgend jaar stijgen de ziektekostenpremies sterk, afhankelijk van de gezinssamenstelling en het inkomen. Met ingang van komend jaar schieten de ziekenfondspremies met tientallen procenten omhoog. Op Prinsjesdag werd al een stijging van de gemiddelde ziekenfondspremie aangekondigd van 180 naar 290 euro per jaar. Maar door veel duurdere medicijnkosten wordt in Den Haag al gesproken van 325 euro. Alle ziekenfondsverzekerden in Nederland gaan per 1 januari een 75 procent hogere nominale premie betalen, al gauw een verhoging van 10 euro per maand.
Net als de ziekenfondspremies gaan ook de particuliere ziektekosten omhoog. Onderzoeksbureau Vektis berekende een premiestijging van 15 tot 20 procent voor 2003. Dat is fors meer dan de 6 procent waar het Centraal Planbureau op de derde dinsdag van september van uitging.
Dit is een flinke aanslag op het besteedbaar inkomen en daarmee op de koopkracht van gezinnen. Uit berekeningen van het Centraal Planbureau blijkt dat door een verdrievoudiging van de geraamde toename van de zorgpremie (zo rond de 18 i.p.v. 6 procent) de koopkracht voor een modaal gezin met 0,2 tot 1 procent verslechtert.
Ook niet in de consumptieprijsindex, maar wel een belangrijke kostenpost voor huishoudens voor volgend jaar, zijn de af te dragen pensioenpremies. Zo verhoogt PGGM de premies voor personeel in de zorg van 7,6 procent van het brutosalaris naar 13 procent in 2004. Een stijging van 70 procent.
Eenderde van de pensioenpremies komt voor rekening van de werknemers.
Bij een CAO-loonstijging van 2,5 procent houden werknemers op die manier, bij een 2,7 procent hogere pensioenpremie, netto grofweg 1,6 procent meer salaris over. Een stuk minder dan de inflatie. De bevolking gaat dus fors in koopkracht achteruit! En dat is nog maar het begin.
De Sociale Verzekeringsbank luidde dinsdag de noodklok. Volgend jaar dreigt er een tekort van 2,3 miljard euro in het AOW-fonds. De voorgestelde verhoging van de AOW-premie van 17,9 procent van het belastbaar inkomen naar 18,25 procent, is even van de baan. Dat heeft alles te maken met het verslechterde 'premiebeeld' door de eerder genoemde toename van de zorg- en pensioenpremies. De hogere premie-afdrachten hollen de koopkracht uit.
Maar daar blijft het allemaal niet bij. Ook tal van gemeentelijke en provinciale belastingen stijgen aanzienlijk. Daardoor wordt het netto besteedbaar inkomen van de bevolking, op een relatief kleine groep bemiddelden na, zeer fors uitgehold en de vakbewegingstop biedt geen tegenstand. Het verzet zal van de basis moeten komen. Het huidige onderhandelingsakkoord moet naar de prullenbak worden verwezen.