Voorzitterschap en tegenvoorzitterschap

Door Anna Ioannatou

Het Griekse voorzitterschap van de Europese Unie (EU) vindt plaats onder steeds agressievere omstandigheden, of het nu de buitenlandse politiek of de EU intern betreft, een eventuele oorlog tegen Irak, een steeds groeiende noodzaak tot economisch crisisbeheer en een uitbreiding van de EU met 10 nieuwe lidstaten, die de tegenstellingen binnen de EU alleen nog maar zal verscherpen.

Tijdens deze voorzitterstoerbeurt van zes maanden wordt nu van de Griekse regering verwacht de rol van beheerder op zich te nemen en maatregelen te treffen die een steeds grotere verwijdering van de daadwerkelijke belangen van de Europese bevolking zullen veroorzaken. Maatregelen, die erop gericht zijn de concurrentiepositie van de groten uit het economische leven te verbeteren en van de EU, als hun regionale organisatie, een beter crisisbestand te maken. Bovendien dient de positie van de Griekse oligarchie op de Balkan verstevigd te worden.

Op de topconferentie van Kopenhagen (december 2002, einde Deens voorzitterschap) werd de wil van de meerderheid van de Europese bevolking - geen oorlog tegen Irak - genegeerd. Toch is 'Europa' voorzichtig, omdat vitale belangen van het Europese kapitaal in het Midden-Oosten op het spel staan, vooral van Frankrijk en Duitsland (investeringen in dat gebied, invoer van olie en in veel gevallen -zoals Irak - worden de betalingen in euro's verricht en niet in dollars). Vandaar Europese weerstanden tegen een eventuele oorlog tegen Irak. Weerstanden, die dus allerminst geïnspireerd zijn door vredelievendheid of de wil de belangen van de Europese bevolking te beschermen. De zelfstandige concurrentiepositie van de EU plus haar streven naar een groter aandeel op de energie-, telecommunicatie- en andere markten verscherpen bovendien de concurrentie met de VS!

Uitbreiding

In december in Kopenhagen werd de uitbreiding van de EU met 10 nieuwe leden goedgekeurd. In april in Athene zal de officiële ondertekening plaatsvinden, aanleiding voor de Griekse regering tot veel propagandavuurwerk. Een belangrijk deel van het Europese politieke establishment ziet in de uitbreiding een versterking van zijn positie op de markten van Centraal- en Oost-Europa, waarmee het weer zijn positie in Rusland, het Zwarte Zeegebied en de Kaukasus denkt te versterken. Tegelijkertijd echter worden met de toetreding van nieuwe leden de cohesieproblemen binnen de EU groter en komen de tegenstellingen tussen de sterke lidstaten over de gemeenschappelijke economische beleidslijnen meer naar voren. Gemeenschappelijke beleidslijnen worden steeds moeilijker realiseerbaar in de steeds ongelijkere economieën van de lidstaten. Iets wat sommige economisch en politiek leidende kringen van de EU ertoe brengt steeds sterkere machtscentra te willen om die gemeenschappelijke beleidslijnen gewoon op te leggen.

Het Griekse voorzitterschap vindt dus in steeds tegenstrijdiger omstandigheden plaats, wat trouwens voor elk daaropvolgend voorzitterschap steeds meer geldt.

Voor de sociale bewegingen is het daarom belangrijk gebruik te maken van de groeiende intracommunautaire tegenstellingen. Het is dan ook een goed teken dat een antivoorzitterschap gedurende de zes maanden van het voorzitterschap actief zal zijn, georganiseerd door het actiecomité 'Thessaloniki 2003'. Een antivoorzitterschap, dat de belangen van de overgrote meerderheid van de Europeanen vertegenwoordigt en verdedigt. De eerste grote actie vindt plaats in Nafplion (hoofdstad van de Peloponnesus), waar op 24 januari de ministers van Arbeid van de EU vergaderen (dit artikel werd nog voordie datum ingestuurd). Alleen het PAME (Arbeiders Strijd Front) had al 150 bussen gehuurd op het moment dat dit artikel geschreven werd. Tot aan de Top van juni in Thessaloniki zal vrijwel elke vergadering van het voorzitterschap 'begeleid' worden door betogingen, marsen en stakingen van het volksvriendelijke antivoorzitterschap.