Naast de massale demonstraties van meer dan 500.000 mensen in Washington en San Francisco en kleinere acties in andere Amerikaanse steden, vonden er in tenminste 37 landen demonstraties plaats met als inzet "geen oorlog tegen Irak".
De "ANSWER"-coalitie deed een oproep tot internationale solidariteit die half december opgepikt werd door de belangrijke Cairo Conferentie en verder verspreid werd door andere groepen, zoals het "Asian Peace Forum" en het "Stop the War Committee" in Engeland. Op het moment roepen deze groeperingen, samen met "ANSWER" en andere Amerikaanse vredesgroepen op tot wereldwijde acties op 15 februari.
In Canada waren er in 30 steden van de oost- tot de westkust demonstraties, met meldingen van 15.000 deelnemers in Vancouver, 25.000 in Montreal, 5.000 in Toronto, 7.000 in Saskatoon en kleinere acties elders.
In Mexico-City vonden betogingen plaats tegen de oorlog en tegen het embargo tegen Irak. Bij de internationale brug tussen Mexico en de VS, bij Ciudad Juárez en Chihuahua, vond een ontmoeting plaats met Amerikaanse groepen aan de andere kant van de grens.
In Argentinië trok een mars van duizend mensen geleid door de "Dwaze Moeders van de Plaza del Mayo" op 16 januari naar de Amerikaanse ambassade. Ook waren er protestmarsen in andere Latijns-Amerikaanse landen, zoals Peru, Ecuador, Guatamala en Brazilië.
Evenals in Turkije werden de meeste demonstranten in het Midden-Oosten geconfronteerd met een leger van zwaarbewapende oproerpolitie. Duizenden betogers in het Libanese Beiroet die Palestijnse en Iraakse vlaggen met zich meedroegen scandeerden: "Teken je in voor een zelfmoordaanval op de Amerikaanse belangen, zo kunnen we Amerika aanvallen, samen met Irak."
Tienduizenden Syriërs liepen door de straten van Damascus en blokkeerden urenlang het verkeer, om te protesteren tegen wat zij zagen als een vooraf ingestelde aanval om een Arabisch broederland aan te vallen. Terwijl ze "Weg met de Verenigde Staten!" riepen droegen de betogers in Damascus spandoeken waarop te lezen stond: "Irak, een geschiedenis en een beschaving, geen oliebron."
Volgens de veiligheidsdiensten demonstreerden er in het centrum van Cairo in Egypte ongeveer 1.000 betogers tegen een Amerikaanse aanval op Irak. De demonstranten riepen de Egyptische regering op om de Amerikaanse en Britse schepen te weerhouden van het gebruik van het Suezkanaal als doorvoerroute voor een mogelijke aanval op Irak. Op de Cairo Conferentie van 19 december werd 18 januari uitgeroepen tot een internationale strijddag en ook werd er krachtig opgeroepen tot steun voor 15 februari als een nieuwe actiedag.
Ook elders in de Arabische wereld werden de internationale inspanningen ondersteund door demonstraties: in Gaza en Nabloes in Palestina, in Ammanin Jordanië, en in Bagdad in Irak, waar het begin van de Golfoorlog van 12 jaar geleden in herinnering geroepen werd. In het voornamelijk Palestijnse district van de Jordaanse hoofdstad Amman verbrandden honderden actievoerders Amerikaanse, Britse en Israëlische vlaggen en hekelden Bush.
Ook demonstranten in het Pakistaanse Lahore zagen zich geconfronteerd met soldaten en politie toen ze zich naar de Amerikaanse ambassade wilden begeven. Honderden jonge studenten en mensenrechtenactivisten liepen door de oostelijke stad Lahore, terwijl anderen zich verzamelden in het zuidelijke Karachi en in Rawalpindi. "Dring Irak geen oorlog op", zei Farrukh Sohail Goindi, de organisator van een anti-oorlogsmanifestatie in Lahore.
Nabij Islamabad vormden honderden kinderen, vrouwen en mannen een menselijke keten terwijl ze leuzen scandeerden tegen een aanval op Irak. "Geen bloed voor olie" en "VN: Stop Amerikaanse aanval op Irak" stond er op hun spandoeken te lezen.
Hoewel het kapitalistische India en Pakistan met elkaar overhoop liggen, liepen op 18 januari ook Indiase arbeiders mee in een door communistische organisaties georganiseerde demonstratie tegen de oorlog tegen Irak. Arbeiders verbrandden een afbeelding van Bush.
Bovendien werden op 18 en 19 januari door duizenden demonstraties en andere protestacties bijgewoond in Tokio, Osaka, Nagasaki, Hiroshima, Okinawa en andere Japanse steden. Gewapend met spandoeken en speelgoedgeweren waaruit bloemen staken liepen de vredesdemonstranten door het centrale winkelgebied van Tokio. "We willen ons verbonden voelen met mensen van over de hele wereld die dit standpunt hebben", zei Takashi Uchiyama, een van de organisatoren van de mars in Tokio.
In Nieuw-Zeeland, in Christchurch, verklaarde parlementslid Keith Locke van de Groene Partij tegenover 400 demonstranten dat "druk vanuit de hele wereld de oorlog kan tegenhouden."
In Hong Kong in China riepen ongeveer 60 mensen: "Inspecties ja! Oorlog nee!", terwijl ze door het financiële district naar de Amerikaanse en Britse consulaten liepen.
In Frankrijk vonden er demonstraties plaats in steden verspreid over het hele land. De grootste was in Parijs, waar 20.000 mensen bijeenkwamen in een verenigde protestmars van verschillende sociale-, politieke- en vakbondsbewegingen. Ze voerden leuzen zoals: "Geen oorlog tegen Irak" en "Rechtvaardigheid, vrede en democratie in het Midden-Oosten en in de wereld." In Marseille trok een demonstratie een menigte van 10.000 mensen diescandeerden: "Bush, Blair, Chirac, wij willen jullie vuile oorlog niet!"
In Italië werden de grootste betogingen gehouden in Perugia, Bologna, Genua, Napels en Florence, waar Amerikaanse en Iraakse inwoners aan het hoofd stonden van een menselijke keten van 5.000 mensen langs de Arno om het Amerikaanse consulaat te gaan omsingelen. Ook was er een protestmars van 1.000 mensen naar de Amerikaanse vliegbasis Camp Ederle, nabij Vicenza en vervolgens een optocht van duizenden door de stad.
De grootste demonstratie in Groot-Brittannië vond plaats in Londen. In Schotland sloot de Schotse anglicaans-episcopale Kerk zich aan bij de internationale initiatieven door het opdragen van kerkdiensten aan de vrede in 50.000 parochies in meer dan 320 steden en dorpen op 19 januari. In Bradford werd een pacifistische mars gehouden, georganiseerd door het comité "Stop de Oorlog". In Londense buitenwijken omsingelden demonstranten de hoofdkwartieren van het Britse leger om te protesteren tegen de Britse deelname aan de agressie jegens Irak.
In Ierland richtten de protestacties tegen de oorlog zich op de luchthaven Shannon, die de afgelopen maand door het Britse leger gebruikt is om Amerikaanse troepen naar militaire bases in de Perzische Golf te sturen.
In Nederland waren er vredesacties in Rotterdam, Nijmegen en Leiden en bij de Amerikaanse luchtmachtbasis Volkel (zie elders in Manifest)
Op 19 januari liepen in Brussel 10.000 mensen onder de slogans "Stop USA!" (United States of Agression) en "Stop de oorlog tegen Irak voor hij begint" mee in een demonstratie waarvan de route voerde naar het hoofdkwartier van de NAVO en dat van de Europese Unie.
In Wenen liepen op 17 januari ongeveer 1.000 demonstranten, voornamelijk studenten van de universiteiten en de hogescholen in het centrum van de stad naar de Amerikaanse ambassade waar ze een Amerikaanse vlag verbrandden en "Stop de oorlog", scandeerden, aldus een organisator van de "Anti-imperialistische Coördinatie".
In Rusland namen duizenden mensen deel aan twee grote protestacties voor de diplomatieke vertegenwoordigingen in Moskou en Leningrad, als antwoord op een oproep van de communistische partij. "Amerika, blijf af van Irak!" was een veelgehoorde leus. Een spandoek buiten de Amerikaanse ambassade in Moskou luidde: "Irak is jouw ranch niet, Mr. Bush". Een andere slogan was "Poetin, kruip niet voor Bush".
In Zweden liepen duizenden mensen mee in een demonstratie in Göteborg, waartoe was opgeroepen door arbeidersorganisaties. In Noorwegen wendden 1.000 activisten zich tot het parlement in Oslo, waar een kabinetslid en een parlementslid spraken. Beide acties vonden plaats op 18 januari.
In Duitsland kwamen er op 18 januari 2000 mensen bijeen in Heidelberg, nabij de Amerikaanse militaire hoofdkwartieren. Ook waren er demonstraties in Keulen, Rostock en in de kleine stad Tübingen in het zuidwesten, waar 5.000 mensen protesteerden. Overal in het land vonden wakes en openbare bijeenkomsten plaats.
In Zwitserland, Hongarije, IJsland en Zuid-Korea waren demonstraties georganiseerd, maar de verslagen hebben ons nog niet bereikt.
Bron: Internationaal Actie Centrum. Vertaling Frans Willems.