Op 20 februari kondigde de Amerikaanse regering de opening van een nieuw front aan in de oorlog tegen het terrorisme, door het zenden van een 2000 man sterke troepenmacht naar de Filippijnen, die zich voegt bij de toch al indrukwekkende legermacht ter plaatse. Dit gebeurt, naar men zegt, om de strijd aan te binden met de terroristische beweging Abu Sayyaf.
Dit lijkt absurd, omdat de Filippijnse regering nog maar pas in juli officieel bekendmaakte dat Abu Sayyaf met wortel en tak vernietigd was. Tevens dook in de zomer het nieuws op dat de Amerikaanse troepen aanstalten maakten om militair op te treden tegen een andere 'vijand': de volksbevrijdingsbewegingen die al tientallen jaren strijden tegen de semi-koloniale aanwezigheid van de VS op de Filippijnen. Voor de Filippijnse volksbeweging is de situatie nijpend geworden, nu ze onder valse voorwendselen van de kant van de VS openlijk tot doelwit is bestempeld. In augustus werden het Nieuwe Volksleger en de Communistische Partij van de Filippijnen (en professor Jose Maria Sison, politiek vluchteling in Nederland) door de VS als 'terroristen' bestempeld. Tegen deze en andere organisaties van het volk worden militaire acties ondernomen.
Nu de aandacht van de internationale gemeenschap gericht is op Irak, is er formeel een nieuw front geopend. Evenals tegen de oorlog met Irak moeten we ook 'nee!' zeggen tegen de militaire agressie tegen het Filippijnse volk.
Uit verklaringen van gijzelaars en ander bewijsmateriaal is gebleken dat er elementen in het Filippijnse leger zijn die samenwerking en steun verlenen aan Abu Sayyaf. Bovendien gebruiken zowel de Amerikaanse als de Filippijnse invloedrijke elite de groepering als een voorwendsel om 1) het Amerikaanse leger meer toegang en controle in de regio te verlenen; en 2) de niet-terroristische progressieve bevrijdingsstrijd, die tracht werkelijke democratie en vrijheid te verwerven voor de 85 procent van de bevolking die in armoede leeft, te bestrijden. In de zomer van 2002 verklaarde de regering van de Filippijnen dat Abu Sayyaf uitgeroeid was. Des te meer reden voor de VS om zich terug te trekken.
De lange geschiedenis van Amerikaanse militaire interventie op de Filippijnen gaat terug tot de Filippijns-Amerikaanse oorlog (1899-1916) toen de VS de Filippijnen koloniseerden. De Filippino's boden weerstand, en een achtste deel van de bevolking kwam om het leven. Hoewel de Filippijnen in 1946 officieel hun onafhankelijkheid van de VS verwierven, verzekerden de VS zich van de controle over Amerikaanse legerbases op de Filippijnen en de toegang tot de natuurlijke grondstoffen. In 1991 werden de Amerikaanse troepen er pas uitgegooid, na massale protesten van de bevolking die de speciale beschermde status van de Amerikaanse soldaten, de milieuvervuiling (die de VS tot op de dag van vandaag vertikken op te ruimen), en de verspreiding van prostitutie, alcoholisme en drugsgebruik beu waren. Desalniettemin kwamen de Amerikaanse troepen en masse terug, onder het voorwendsel van de zogenaamde 'oorlog tegen het terrorisme'.
Bron: Oxford Coalition For Philippines Concerns, email ocpc@ziplip.com