Toen we de 300 mijl van San Francisco naar de Lompoc gevangenis hadden gereden, waren we er niet zeker van of de autoriteiten ons zouden toestaan Gerardo Hernandez te ontmoeten, één van de vijf Cubaanse politieke gevangenen die onrechtmatig vastgehouden wordt in de VS. De laatste keer dat we geprobeerd hebben Gerardo te zien was kort nadat hij en de vier anderen in het 'hol' geworpen waren op bevel van de minister van Justitie, John Ashcroft, omwille van de 'nationale veiligheid'. Op 7 maart, de overplaatsing naar Lompoc, had een wettelijke vertegenwoordiger van de gevangenis ons verteld dat wij Gerardo waarschijnlijk nooit meer zouden zien.
Sedert zijn vrijlating uit het 'hol' had Gerardo geen ander dan alleen een gerechtelijk bezoek gehad, dus wij twijfelden, hoe dan ook, of het ons toegestaan zou worden. Vroeg in de ochtend vulden we alle noodzakelijke papieren in. Toen we al binnen de muren van de gevangenis liepen waren we nog steeds bang dat iemand ons alsnog de toelating zou weigeren.
Wij waren pas zeker toen de deur naar de bezoekersafdeling werd geopend en Gerardo, nu een held van het Cubaanse volk, ons lachend met opgeheven hoofd tegemoet trad.
Tijdens de volgende zes uur, waarin we over onze families en wereldgebeurtenissen spraken, legde hij uit hoe hij 30 dagen eenzame opsluiting achter dubbele deuren, in een cel van vijf voet breed en zes voet lang met een enkele gloeilamp die constant brandde, doorstaan had. Hij was verstoken van elk persoonlijk iets, behalve zijn waardigheid. Rioolwater van een toilet boven zijn cel lekte voortdurend door het plafond en hij was volledig buitengesloten van communicatie met andere mensen.
De 'Cuban Five' waren in het 'hol' geworpen tot de dag van hun beroepszaak naderde. Dit kwam als een verrassing voor mensen die hun zaak volgden, verspreid over de hele wereld, en zelfs voor enkele bewakers en andere gevangenen. Gerardo staat bekend als een modelgevangene, die zich behulpzaam opstelt naar anderen.
Er is een Cubaans gezegde, dat er altijd een weg naar een oplossing te vinden is voor de problemen die zij het hoofd moeten bieden. Deze humor komt voort uit de schaarste, teweeggebracht door de meer dan 40 jaar eenzijdige VS-blokkade tegen Cuba. Toen aan Gerardo wel papier en postzegels werden verstrekt maar geen enveloppe om een brief naar zijn gevolmachtigde, Paul McKenna, te verzenden, knutselde hij een enveloppe van papier in elkaar en plakte die dicht met tandpasta. Het werkte.
De vraag hield ons bezig hoe hij het hoofd wist te bieden aan dergelijke ontberingen en kleinzielige wreedheden. Hij vertelde ons: "Dit ging niet alleen om mij en de andere vier kameraden, wij vertegenwoordigen de strijd van het Cubaanse volk. Ik vergeet dat nooit. Ik weet dat ons volk achter ons staat, alles zou doen om onze situatie bekend te maken en de wereld zou oproepen om ons te bevrijden uit het 'hol'. Ik wist ook dat alle mensen diewerken aan solidariteit met de bevrijding van de 'Vijf' en vele anderen die voor rechtvaardigheid zijn en leren van onze zaak, gemobiliseerd zouden worden ten gunste van ons."
"Ik vond het ook geweldig om te weten dat veel van jullie in de VS die onze strijd voor vrijheid ondersteunen, ook demonstreerden in de straten tegen de agressieve oorlog van de VS tegen het Iraakse volk."
Gerardo was net begonnen om de honderden aan hem gezonden brieven, die achtergehouden waren tijdens zijn verblijf in het 'hol', te beantwoorden. Hij vroeg ons namens de 'vijf' om iedereen te bedanken voor hun solidariteit en pogingen om hen vrij te krijgen uit eenzame opsluiting.
Misschien heeft de regering van de VS onderschat hoeveel vrienden de 'Cuban Five' hebben. Toen wij de gevangenis verlieten, merkten wij op dat we Gerardo nog nooit zo sterk en vastberaden hadden gezien. De solidariteitsbeweging moet doorgaan met meer mensen bewust te maken van de onrechtvaardigheid van deze zaak, vanwege hun pogingen om terroristische acties tegen hun land te voorkomen.
De vrijlating van de 'Cuban Five' uit het 'hol' is een stap voorwaarts, maar de werkelijke overwinning zal pas zijn als Gerardo, Antonio Guerrero, Fernando González, Ramon Labanino en Rene Gonzalez vrij kunnen lopen en terug kunnen keren naar hun thuisland Cuba.
Bron: Workers World-krant, vertaling Tineke v.d. Klift