Bestuurders schroeven eigen beloning op

Kapitalisme creëert scherpe tegenstellingen

Shell: één van de Brits-Nederlandse multinationals die de stabiliteit in de wereld in gevaar brengen door hun ongenadige plunderpraktijken.

Door Wil van der Klift

Bestuurders van de grote Nederlandse concerns hebben hun beloning gemiddeld zes procent opgevoerd in een door beursval en recessie getekend 2002. Een onveranderd salaris en lagere bonussen worden ruim gecompenseerd door hogere vergoedingen in opties. Vaste salarissen zijn onder druk van politiek en aandeelhouders grotendeels bevroren, maar opties zorgen voor hogere beloning. Meer prestatiebeloning en de nodige zakelijke creativiteit zorgen ervoor dat de grote jongens niet tekortkomen. De stijging van de beloning staat in schril contrast met een gemiddeld koersverlies van 35 procent. Zolang het kapitalisme bestaat zijn dat onvermijdelijke ontwikkelingen.

Zestien van de vijfentwintig AEX-fondsen zagen hun winst per aandeel (scherp) dalen, zeven fondsen zitten zelfs in rode cijfers. Ruim de helft van de bestuurdersbeloning is prestatie- en winstafhankelijk, wat dus een inkomensdaling teweeg zou moeten brengen. Maar juist de variabele beloning in opties is de hoeksteen van het inkomensbehoud, blijkt uit onderzoek naar jaarverslagen van twintig AEX-fondsen die inmiddels hun jaarverslagen hebben gepubliceerd. Bij negen bedrijven is de bestuursvoorzitter flink hoger beloond dan vorig jaar. De beloningsontwikkeling van overige bestuursleden ligt in lijn met die van de voorzitters.

Rob van den Bergh van mediaconcern VNU kon zich verheugen over een toename met maar liefst 68 procent. Jeroen van der Veer van Koninklijke Olie is de bestbetaalde Nederlandse ceo (chief executive officer/bestuursvoorzitter) met een beloningspakket van bijna 5 miljoen euro (plus 37 procent), op de voet gevolgd door Ad Scheepbouwer van KPN.

Tot twee jaar terug gingen de salarissen jaarlijks met meer dan 10 procent omhoog. Nu zit meer dan de helft op de nullijn en vier bedrijven geven een verhoging rond inflatieniveau. Bij KPN is het basissalaris zelfs eenmalig 15 procent verlaagd als onderdeel van een sociaal akkoord. Ook de bonussen, die gebaseerd zijn op geleverde prestaties, vallen bij veel bedrijven gelijk of lager uit, zodat de meeste bestuurders in contante beloning gelijk blijven of erop achteruit gaan. Philips verlaagt de beloning voor geleverde prestaties zelfs naar nul. Maar het vaste inkomen heeft een hoog etalagegehalte, het valt het meeste op en wordt gebruikt om naar buiten toe de schijn op te houden dat men welwillend is. Het is een schijnfaçade waarachter de echte verhogingen schuilgaan.

Een aantal bedrijven doet zelfs niet eens zijn best om de schijn hoog te houden. VNU en de Brits-Nederlandse fondsen Koninklijke Olie, Unilever en Reed Elsevier betalen gewoon meer; VNU zelfs 36 procent nu de voorzitter naar de VS verhuist en op Amerikaans beloningsniveau belandt. Koninklijke Olie en ABN Amro verdubbelen de bonus tegen de trend in ook nog eens en VNU loopt voorop met een ruime verdrievoudiging. De hogere salarissen bij de Brits-Nederlandse beursreuzen Unilever, Koninklijke Olie en Reed Elsevier en bij het ver-Amerikaanste VNU, vallen inmiddels iedereen op.

Opties

Naast de cash staan immers de opties. Bestuurders krijgen die rechten bijna altijd op voorwaarde dat zij de komende drie jaar bepaalde prestaties leveren. Het is een voorschot dat de inzet in de nabije toekomst prikkelt, in Angelsaksisch jargon aangeduid als 'long term incentive'. Die opties vallen in het beloningspakket veel minder op omdat er geen bedrag aanhangt. De waarde hangt af van de uitoefenprijs, de looptijd, de (beweeglijkheid van) de beurskoers en het risico dat het optierecht vervalt.

Toch is er een globaal prijskaartje te hangen aan de optiepakketten. De globale prijskaartjes tonen dat opties de bestuurders geen windeieren leggen. Alleen de ceo's van Aegon, ING, Van der Moolen en Philips kijken tegen lagere optiewaarden aan. De topmannen van Akzo en Wolters Kluwer spelen quitte. Alle anderen gaan er dik op vooruit.

Aandelen

Bovenop de opties - plus en niet in plaats van - keren ABN Amro en Unilever voor het tweede jaar aandelen uit, onder voorwaarde dat in de drie jaar na toekenning bepaalde prestatiecriteria worden gehaald. TPG deed dat afgelopen jaar voor het eerst, ING, Hagemeyer en Philips hebben aangekondigd dit jaar te volgen. Deze aandelen voorzichtig waarderend op de helft van hun marktwaarde, rekeninghoudend met het risico dat zij vervallen, leveren Groenink van ABN Amro bijna een miljoen op en Burgmans van Unilever tweederde daarvan. Die aandelen hebben voor de managers het grote voordeel dat zij, anders dan opties, niet waardeloos verlopen. Philips motiveert de invoering van de aandelenbeloning dan ook onder meer met de stelling dat de prestatie-aandelen "voor rechthebbenden resulteren in minder volatiliteit in hun inkomen".

Langetermijnbonus

Een laatste aanvulling op de prestatiebeloning is de langetermijnbonus in contanten. Die levert Rob van den Bergh van VNU een ton op. Bij Fortis is zo'n 'long term incentive in de vorm van een contante uitkering' verstopt in de verzamelpost 'andere beloningscomponenten'. Vorig jaar stond er op dezelfde plek 'een variabele beloning op lange termijn van 379.000 euro als gevolg waarvan 38.000 opties zijn toegekend'. Dat is veel minder dan de naar schatting zes ton 'long term' contanten die bestuursvoorzitter Van Rossum niet in de vorm van, maar náást een optiepakket, dat nog eens zes ton waard is, ontvangt.

Gouden handdrukken

Bestuurders die bijna altijd zelf verantwoordelijk zijn voor de wanprestaties van hun bedrijven worden daar dus niet voor bestraft, maar juist nog eens extra beloond. En als ze al de laan uitvliegen hoeven ze niet op een houtje te bijten. Vorige maand werd bekend dat voormalig KPN -bestuursvoorzitter Paul Smits 2,9 miljoen euro meekreeg bij zijn vertrek. Ook twee weggestuurde bestuurders van automatiseringsconcern Getronics kregen bij hun vertrek gezamenlijk 7,1 miljoen euro mee. Oud-financieel bestuurder Hans van der Ven van kabelfabrikant Draka heeft vorig jaar een vergoeding voor 'contractbeëindiging' gekregen van 1 miljoen euro. Van der Ven werd in oktober 2001 aangesteld en legde elf maanden later zijn functie neer. De vergoeding van Van der Ven komt overeen met drie keer zijn jaarsalaris.

Kapitalistisch systeem probleemmaker, geen probleemoplosser

Ex-premier Kok, die publiekelijk deed of hij zich ergerde aan de mateloze zelfverrijking van de topbestuurders, is nu lid van de raad van commissarissen van onder meer ING, dat bekendmaakte de beloningspakketten nog eens uit te breiden. "Met het oog op handhaving van een concurrerend beloningspakket wordt de bezoldiging regelmatig getoetst aan die van vergelijkbare ondernemingen", meldt het jaarverslag van ING. De jongste toetsing toont volgens het concern dat het huidige pakket 40 procent achterblijft. Dat wordt dus weer smullen voor de bestuurders.

Het is dan ook schijnheiligheid of domheid als er, zoals de CNV doet, opgeroepen wordt tot integer en eerlijk leiderschap. Ondanks gesputter door politici en vakbondsbestuurders gaan de topinkomens bij grote bedrijven met tientallen procenten omhoog. De salarissen van bestuurders zijn tot 2000 jaarlijks met meer dan 10 procent gestegen terwijl de werkvloer er telkens maar 2 of 3 procent bij kreeg. De bonussen schoten mee omhoog. Daar bovenop kwamen steeds grotere optie- en aandelenpakketten.

Die loonspurt is nu eenmaal nodig om te kunnen concurreren in het internationale topsegment van de arbeidsmarkt, zeggen de bedrijven in koor. Ondernemingen kopen met de topbeloning van hun bestuurders de positie die zij (menen te) hebben op internationaal niveau. Generaals onderscheid je door het aantal sterren op hun schouder, topbestuurders door het aantal miljoenen achter hun naam. Maar de geldhonger van deze lieden is er niet minder om. Geld of (optie)rechten zijn, los van status, van groot belang om topmanagers aan te trekken. Wie een 'topper' nodig heeft, moet hem losweken en hoge (entree)premies blijken daarbij van doorslaggevend belang. Het beloningsbeleid is, zoals Philips dat zo treffend omschrijft, gericht op "het motiveren, behouden en, waar nodig, werven van hooggekwalificeerde bestuurders". Dit concern en andere beursprominenten concluderen, tegen alle pogingen om deze tendens te stoppen in, dat forse beloningsverhogingen nodig zijn om dit doel te bereiken. Er moet dik geld bij voordat ondernemingsbestuurders echt hun best gaan doen. Multinationals als Koninklijke Olie/Shell en Reed Elsevier bieden hun topmanagement voortaan bonussen van 'Amerikaanse proporties'. Aandeelhouders, de kleinere daargelaten, zijn niet geïnteresseerd in de hoogte van de bedragen, als de regeling maar voldoende prikkelt. Topmanagers blijken zich slechts voor veel, zeer veel geld te willen inzetten. Inkomens van topbestuurders staan weliswaar onder maatschappelijke druk, maar de dynamiek van de kapitalistische markt drijft ze altijd omhoog.

Natuurlijk moeten we blijven proberen deze maatschappelijke wangedrochten te bestrijden, maar wie hoopt dat er verandering komt binnen dit kapitalistische systeem zal teleurgesteld worden. Juist nu het kapitalistische systeem in crisis verkeert, zullen de barbaarsheid en oneerlijkheid die er de kenmerken van zijn en de onoplosbaarheid van de tegenstrijdigheden meer en meer gaan opvallen.

Bron: FD, 22/24/25/28-4-2003