Achtergronden van de geplande Irak-oorlogManifest plaatst deze keer deel drie van een artikel geschreven in november 2002, waarin uit de doeken wordt gedaan hoe de hardliners van de regering Bush planmatig ten oorlog trokken om in het bezit te komen van de Iraakse olievelden. De informatie is gebaseerd op zeer gedetailleerd onderzoek van Globalresearch. Toen de analyse werd gepubliceerd was net een nieuwe ronde wapeninspecties van de VN begonnen. Een schertsvertoning, bedoeld om de schijn te wekken van een internationale overeenstemming. "De Amerikaanse rooftocht zal erdoor vertraagd, maar niet tegengehouden worden", schreven de onderzoekers in november 2002. Het hoofd van de VN-inspecties, Hans Blix, de man aan wie was toevertrouwd te beslissen of Irak massavernietigingswapens heeft, kon zelfs niet garanderen dat zijn inspectieteam geen westerse spionnen bevatte. David Rockefeller voorspelde tijdens een speech in 1994 voor de 'UN Business Council': "We staan op het punt van een wereldwijde hervorming. Het enige dat we nodig hebben is een goede grote crisis om de naties de Nieuwe Wereld Orde te laten accepteren." Op 11 september 2001 werd die crisis gecreëerd. De neo-koloniale bezetting van Irak werd lang geleden al gepland. |
De diepere politiek van het verwijderen van het regime in Irak:Openlijke onderwerping, heimelijke actiesDoor Larry ChinDit rapport poogt de manier te verklaren waarop Irak waarschijnlijk zal vallen, de groepen en de personen die deze zullen uitvoeren en de verscheidene verborgen agenda's die de belangrijkste media niet hebben willen analyseren, laat staan melden. (Hoofdstuk 2/deel 2: De CIA en Iraaks/Koerdische oppositiegroepen) Wanneer een invasie van Irak plaatsvindt volgens het scenario van de regering Bush en de elitaire broederschap van Washingtonse oorlogsplanners, zal de wereld getuige zijn van een schouwspel met een nachtmerrie-achtige vertrouwdheid. Een CIA-afstammeling (een Bush) zal een vroegere bondgenoot van de VS, een CIA-helper en zakenpartner (Saddam Hoessein) afzetten met gebruikmaking van door de CIA ondersteunde paramilitaire groepen en oppositiegroepen om nieuwe met de CIA verbonden afhankelijke regimes te installeren die onder controle staan van en gebonden zijn aan belangen van de VS. George W. Bush ontketent de helToen hij de macht gegrepen had, beloofde George W. Bush de volledige uitvoering van de Iraq Liberation Act, die door het Congres als wet was goedgekeurd en door Clinton in 1998 was getekend, maar die behoedzaam gehanteerd werd door de regering Clinton, omdat hij niet bereid was een oorlog te ontketenen in het Midden-Oosten.Begin 2002 gaf Bush (die tijdens zijn verkiezingscampagne opgeschept had dat hij "Saddam uit de weg zou ruimen") de CIA en de Speciale Troepen van de VS het recht om dodelijke kracht en "alle beschikbare hulpmiddelen" te gebruiken om Saddam Hoessein te doden of gevangen te nemen, en om geheime acties te ondernemen met de bedoeling diens regime te laten vallen. Dezeopdracht vereiste extra ondersteuning voor Iraakse oppositiegroepen (geld, training, spionage en uitrusting) en opvoering van het vergaren van geheime informatie binnen Irak. Gedurende heel 2002 hebben functionarissen van de VS ononderbroken samengewerkt met de Iraakse oppositie.
Welke zijn de oppositiegroepen?a. Iraakse Nationale Congres (INC)Het Iraakse Nationale Congres, een coalitie van Iraakse royalisten, Koerden en Iraakse soennitische en shi'itische moslims, is een schepping van de CIA. De groep werd in 1992 gevormd toen de twee belangrijkste Koerdische stromingen, de Democratische Partij van Koerdistan (KDP) en de Patriottische Unie van Koerdistan (PUK), deelnamen aan een bijeenkomst die de eerste grote poging van anti-Saddamgroepen was de handen ineen te slaan. De groep kreeg haar naam van de CIA en heeft 100 miljoen dollar aan geheime steun ontvangen tijdens het begin van de negentiger jaren. Nadat de 'Iraq Liberation Act' in 1998 ondertekend was werden zij openlijk financieel gesteund. Momenteel ontvangen zij jaarlijks 8 miljoen dollar van de VS-regering. De CIA heeft o.a. het geld verstrekt voor de radio- en televisiestations van het INC in Noord-Irak.Het INC wordt geleid door de in Amerika opgeleide Ahmed Chalabi, een intieme vriend van Dick Cheney, soms aangeduid als 'Cheney's beschermeling'. Hij geniet nauwe banden met het Amerikaanse Instituut voor Ondernemingen en heeft de schuilplaatsen van de denktank in Beaver Creek, Colorado bezocht. Nadat hij in 1995 Irak ontvlucht was na de mislukte staatsgreep van het INC, heeft Chalabi samen met veertig "prominente Amerikanen" in 1998 een open brief aan president Clinton ondertekend, die later bekend werd als de 'Iraqi Liberation Act van 1998'. Onder de ondertekenaars van de brief zaten de huidige vice-president en voormalig minister van Defensie, Dick Cheney, Richard Perle, huidig assistent minister van Defensie, Paul Wolfowitz, de huidige minister van Defensie, Donald Rumsfeld, voormalig minister van Defensie en deelnemer aan Iran-Contra Caspar Weinberger, voormalig minister van Defensie Frank Carlucci, huidige onderminister van Defensie Douglas Feith en huidig assistent minister van Buitenlandse Zaken en deelnemer aan Iran-Contra Richard Armitage. Chalabi is een verbannen shi'itische bankier en een misdadiger. In de vroege jaren 1990 werd Chalabi veroordeeld voor het witwassen van geld in Jordanië en hij heeft, naar verluidt, vier miljoen dollar aan fondsen uit Washington "verloren". Hij is afkomstig uit een rijke shi'itische Iraakse bankiersfamilie en heeft een doctoraat wiskunde van de University of Chicago. Tijdens een periode na de Golfoorlog waarin het INC ongeveer 15 tot 100 miljoen dollar aan steun uit Washington ontving, raakte Chalabi uit de gunst bij bepaalde elementen van de CIA en de regering Clinton. Het ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS schorste de hulp aan het INC tijdelijk nadat het INC geprobeerd had een door het ministerie van Buitenlandse Zaken gesponsorde conferentie van Iraakse ballingen te doen mislukken, waarbij het INC niet was uitgenodigd. Toen George W. Bush in januari 2001 de macht greep, werd de ondersteuning van het INC hervat. Op dit moment ontvangt het INC jaarlijks acht miljoen dollar. De strategische teksten van Chalabi's 'Eindspel' hebben overal in Washington de ronde gedaan en ze hebben een tiental jaren aandacht gekregen van verscheidene denktanks. Dit plan omvat een volksopstand en een militaire staatsgreep uitgevoerd door Koerdische groepen en Iraakse dissidenten, met gebruikmaking van wapens uit de VS. Sedert 11 september 2001 heeft Chalabi gelobbyd voor een nieuw gevechtsplan, dat een uitvalbasis binnen Irak zou moeten omvatten, de verklaringvan een voorlopige regering (ongetwijfeld snel erkend door de VS), rekrutering onder de Iraakse shi'itische moslims, zware bombardementen door de VS en de inzet van duizenden Speciale Legereenheden van de VS. Dit plan vraagt om militaire assistentie van Iran. Gebaseerd op beloften van financiële steun door het bureau voor controle van buitenlandse bezittingen van het ministerie van Financiën, heeft het regime van Khatami in Iran ermee ingestemd de INC- strijdkrachten toe te staan over de Iraanse grens Zuid-Irak in te trekken. In een interview met The Guardian uit Londen van februari 2002, zei Chalabi dat "alles wat hij nodig had was: "11 weken training voor zijn volgelingen, antitankwapens, luchtdekking, de ondersteuning van de Speciale Strijdkrachten en wat beschermende kleding tegen chemische of biologische aanvallen." "Zodra deze behoeften gedekt waren", beweerde hij, "zouden zijn strijdkrachten gereed zijn om de grens met Koeweit over te steken naar de regio van Basra om daar massaal verzet te organiseren." Zijn positie zou beschermd worden door de VS-strijdmacht in de lucht, die vermoedelijk een route naar Bagdad zou vrijmaken voor hem en zijn leger. (wordt vervolgd) Bron: Online Journal oktober-november 2002, 25 november 2002. (Volledige tekst. Origineel gepubliceerd in vijf delen - 24 oktober tot 22 november 2002) Vertaling Frank van Gerwen |