Achtergronden van de geplande Irak-oorlog

 

Robert Soeterik (MERA) (l), Aart Stevens (vz. HVP) (m) en Faisal Nasser (vz. Iraaks Platform) (r) tijdens de drukbezochte bijeenkomst van het 'HVP - Den Haag tegen de 'Nieuwe Oorlog'' op vrijdag 30 mei over de politieke, militaire en economische achtergronden van de oorlog tegen Irak en de huidige situatie en perspectieven. De Nederlandse deelname aan de bezettingsmacht in Irak is onjuist en illegaal. Alleen - tijdelijke - steun door de VN kan bijdragen aan een oplossing. Er moet een conferentie komen van alle Iraakse partijen. Het Iraakse volk is zeer goed in staat om zelf de problemen in Irak op te lossen.  

Van de redactie buitenland

Manifest plaatst deze keer deel vier van een artikel geschreven in november 2002, waarin uit de doeken wordt gedaan hoe de hardliners van de regering Bush planmatig ten oorlog trokken om in het bezit te komen van de Iraakse olievelden. De informatie is gebaseerd op zeer gedetailleerd onderzoek van Globalresearch. Toen de analyse werd gepubliceerd was net een nieuwe ronde wapeninspecties van de VN begonnen. Een schertsvertoning, bedoeld om de schijn te wekken van een internationale overeenstemming. "De Amerikaanse rooftocht zal erdoor vertraagd, maar niet tegengehouden worden", schreven de onderzoekers in november 2002. Het hoofd van de VN-inspecties, Hans Blix, de man aan wie was toevertrouwd te beslissen of Irak massavernietigingswapens heeft, kon zelfs niet garanderen dat zijn inspectieteam geen westerse spionnen bevatte.

David Rockefeller voorspelde tijdens een speech in 1994 voor de 'UN Business Council': "We staan op het punt van een wereldwijde hervorming. Het enige wat we nodig hebben is een goede grote crisis om de naties de Nieuwe Wereld Orde te laten accepteren." Op 11 september 2001 werd die crisis gecreëerd. De neo-koloniale bezetting van Irak werd lang geleden al gepland.

De diepere politiek van het verwijderen van het regime in Irak:

Openlijke onderwerping, heimelijke acties

Door Larry Chin

Dit rapport poogt de manier te verklaren waarop Irak waarschijnlijk zal vallen, de groepen en de personen die deze zullen uitvoeren en de verscheidene verborgen agenda's die de belangrijkste media niet hebben willen analyseren, laat staan melden. (Hoofdstuk 2/deel 3: De CIA en Iraaks/Koerdische oppositiegroepen)

Ondanks de jarenlange algemene steun van Washington voor het INC als een "democratisch alternatief", twijfelden topfunctionarissen van de VS aan de beperkte militaire expertise van het INC, evenals aan hun vermogen om na een staatsgreep een regering in stand te houden. De poging van Chalabi met INC, PUK en KDP mislukte in 1995, waardoor hij gedwongen werd zijn actiebasis te verplaatsen naar Londen.

Er is nog een reden waarom Chalabi in Washington in de gunst staat: olie. Het INC stelt voor een consortium van Amerikaanse bedrijven te creëren voor de ontwikkeling van de olievelden van Irak. Volgens de San Francisco Chronicle (29.09.2002) heeft "Chalabi (...) gezegd dat, wanneer het INC een nieuwe Iraakse regering zou leiden, de oliebedrijven uit de VS de contracten zouden krijgen. Russische en Franse bedrijven zouden hooguit kleine partners kunnen zijn."

De Groep van Vier en de Koerdische oppositie

De Groep van Vier bestaat uit het Iraakse Nationale Akkoord (INA, of Waffik), de Koerdische Democratische Partij (KDP), de Patriottische Unie van Koerdistan (PUK) en de Hoge Raad van de Islamitische Revolutie in Irak (SCIRI).

Zoals bericht door Al-Kurdi hebben de twee belangrijkste Koerdische groepen, onder leiding van de PUK en de KDP "afschrikwekkende veiligheidsdiensten die een doodseskader-achtige onderdrukking uitoefenen tegen Koerden die zich tegen hen verzetten. Beide partijen hebben het misnoegen van de Koerden verworven door hun gangsterachtige acties in de vrije zone."

Men schat dat de KDP en de PUK een gecombineerde strijdkracht hebben van 40.000 tot 70.000 strijders. Sedert de negentiger jaren hebben de twee hoofdgroepen bij vier gelegenheden tegen elkaar gevochten in hun respectievelijke pogingen om de macht te krijgen over de smokkel en andere economische activiteiten, terwijl ondertussen de Koerdische bevolking met ijzeren hand werd onderdrukt.

Volgens de New York Times (06.07.2002): "Koerdische leiders worden gedreven door interne ruzies en hebben nog steeds geen overeenkomst kunnen sluiten met de CIA over toestemming voor Amerikaanse inlichtingenfunctionarissen, opleiders voor speciale strijdkrachten of diplomaten om daar hun kamp op te slaan". Ze zijn terughoudend m.b.t. de ondersteuning van een VS-actie "tenzij zij krachtige waarborgen krijgen dat de regering Bush meteen doorgaat naar Bagdad" en de Koerdische steden beschermd worden tegen een slachting van Iraakse zijde.

Iraaks Nationaal Akkoord (INA)

Het Iraakse Nationale Akkoord werd in 1990 opgericht en het is een schepping van de CIA, de Britse MI6 en de Jordaanse inlichtingendienst, op initiatief van Turki ibn Faisal. Voormalig CIA-agent Ralph McGehee bevestigde dat "de INA zwaar wordt gesponsord door de Verenigde Staten en onder invloed van de CIA" en hij citeerde een andere figuur uit de Iraakse oppositie dat "het algemeen bekend is onder Iraakse dissidenten dat het Akkoord rechtstreeks gefinancierd wordt door de CIA." De INA wordt geleid door de shi'iet Ayad Alawi.

De INA probeert Saddam Hoessein omver te werpen met behulp van voormalige Iraakse officieren en hoge functionarissen uit Bagdad, maar wil daarbij de Iraakse staat instandhouden. Het zijn terroristen die de verantwoordelijkheid opgeëist hebben voor het bombarderen van civiele doelen, waaronder een bioscoop in Bagdad en kantoren van kranten. Volgens INA-insiders werden deze activiteiten uitgevoerd om "indruk te maken op de CIA".

Volgens de Federatie van Amerikaanse Wetenschappers, ontvluchtte Saddam Hoessein's schoonzoon Husayn Kamil al-Majid (een grondlegger van de Iraakse programma's voor massavernietigingswapens) naar Jordanië om samen te werken met het INA, waardoor bij velen in de omgeving de indruk werd gewekt dat Saddam's greep op de macht verzwakt was. Maar in juni 1996 werd de staatsgreep van het INA ontdekt, waarop 100 INA-officieren gearresteerd en nog eens 30 geëxecuteerd werden. Het INA was na dit debacle in staat zich met ondersteuning van Jordanië te hergroeperen.

Koerdische Democratische partij (KDP)

Zijn stichter, Mulla Mustafa Barzani, werkte al in de zestiger jaren voor de CIA. "In augustus 1959 werd een geheime overeenkomst gesloten tussen de CIA en Mulla Mustafa Barzani. In de zeventiger jaren bevocht de KDP de Iraakse regering in opdracht van Iran, Israël en de VS. De oudere Barzani was een loyaal bondgenoot van de VS, die beloofde de Iraakse olievelden over te dragen aan de VS. Nadat Iran en Irak tot overeenstemming waren gekomen, wat het einde inluidde van de rebellie van de KDP, ging Barzani in ballingschap in de VS, waar hij in 1979 stierf. De KDP wordt momenteel geleid door Massoud Barzani, de zoon van de stichter.

De KDP wil een Koerdische staat stichten in Noord-Irak en daarbij de controle behouden over het olieveld in Kirkuk. De groep heeft over diverse zaken, zoals inkomsten uit oliesmokkel, geruzied met haar rivaal, de PUK. Dit conflict heeft een hele tijd voortgeduurd halverwege de negentiger jaren. Barzani verachtte Jalal Talabani en de PUK zo sterk dat hij Saddamhielp de PUK te verpletteren en zich aan het einde van de negentiger jaren te ontdoen van het INC.

Barzani woonde een aantal topbijeenkomsten van de kritische Bush-Iraakse oppositie in Washington niet bij, hoewel hem een privévliegtuig (om hem in Zuidoost-Turkije af te halen) en een persoonlijk bezoek aan Bush werden aangeboden. Volgens de New York Times (15.08.2002) was zijn afwezigheid "een klap in het gezicht van functionarissen van de regering Bush, die de bijeenkomst o.a. hadden georganiseerd om aan te tonen dat de Iraakse oppositiekrachten eendrachtig achter een nieuw strijdplan stonden".

Barzani was ontstemd door de weigering van de regering Bush om waarborgen te geven voor de bescherming van Koerdische gebieden in het geval van een preventieve Iraakse aanval. Dick Cheney gaf naar verluidt een typisch tweeslachtig nietszeggend antwoord: "De VS-strijdkrachten zouden reageren op een tijdstip en plaats naar eigen keuze". Het vervolgens opgestelde "Hashemietische" plan van Cheney en Wolfowitz gaat in op enkele zorgen van Barzani.

Patriottische Unie van Koerdistan (PUK)

De PUK is in de zestiger jaren opgericht door haar huidige leider, Jalal Talabani, een voormalig lid van de KDP. Deze heeft zich, als top-opportunist, de reputatie van "allemans agent" verworven. Het primaire doel van de PUK is het uit de weg ruimen van Saddam Hoessein en de vestiging van een Koerdische staat.

Volgens Al-Kurdi, "poneert de PUK een 'moderne' benadering van de Koerdische politiek, waarbij de Koerdische belangen gekookt worden in elke voorstelbare saus, met smaken om steun op te bouwen en aan te trekken onder de regeringen van Israël, Saoedi-Arabië, Iran, Turkije, de Verenigde Staten en nog een reeks andere. PUK-leider Talabani heeft Israël, de Verenigde Staten, Saoedi-Arabië, Iran, Saddam Hoessein en Turkije openlijk het hof gemaakt, waarbij hij onlangs allerlei 'soorten overeenstemmingen' is aangegaan met al deze staten."

Hoge Raad van de Islamitische Revolutie in Irak (SCIRI)

De SCIRI bestaat uit Shi'iten uit Zuid-Irak en wordt door Iran gesteund. De raad beschikt over tussen 7.000 en 15.000 guerrilla-strijders. Ayatollah Mohammad Bakr-al-Hakim staat aan het hoofd van de SCIRI.

De groep is tegen een invasie in Irak door de VS, maar zal steun geven aan een interne door de VS gesteunde actie om Saddam ten val te brengen en aan een overgangsregering van één jaar, gevolgd door verkiezingen.

Mohammad al-Harari, de vertegenwoordiger van de SCIRI in Libanon, zei in juli 2002 in een interview met Reuters, dat "elke militaire actie in de handen van de Irakezen moet liggen, niet in vreemde handen vanuit het buitenland" en dat de groep zich verzet tegen een aanval die "onnodig leed onder het Iraakse volk" veroorzaakt.

De SCIRI was door de VS geselecteerd voor financiële steun op grond van de 'Iraq Liberation Act' uit 1998, maar de groep weigerde die.

Andere oppositiegroepen

Naast deze belangrijkste groepen zijn er nog 60 kleinere Iraakse oppositiegroepen en tientallen individuen die betrokken zijn bij anti-Saddam activiteiten, waarvan er veel banden met de CIA hebben. Volgens de New York Times (18-08-2002), is daaronder Nizar al-Khazraji, die betrokken was bij de aanval met gifgas op Iran tijdens de late tachtiger jaren, met de hulp van de regeringen van Reagan en George H.W. Bush.

Iraaks Nationaal Liberaal (INL) is een oppositiegroep die bestaat uit andere verbannen voormalige Iraakse legerofficieren. Volgens het Centrum voor Coöperatief Onderzoek, heeft de INL onlangs geprobeerd generaal Nizar al-Kharraji aan te trekken, tegen wie in Denemarken een onderzoek looptvanwege het afslachten van 100.000 Koerden in 1988.

De Iraakse Nationale Beweging (INM) is in 2001 opgericht. Het is een door soennieten overheerste splintergroep van het INC die ongeveer 100 voormalige legerofficieren en politieke functionarissen telt. De groep heeft onlangs Wayne Downing ontmoet, de assistent nationale veiligheidsadviseur voor de bestrijding van het terrorisme van de VS. Daarna gaf het ministerie van Buitenlandse Zaken toestemming voor een financiële bijdrage van 315.000 dollar aan de groep.

De Iraakse Nationale Coalitie (of Iraakse Nationale Raad) is een in 2002 door voormalige Iraakse legerofficieren opgerichte overkoepelende groep, die onder leiding staat van brigadier Tawfiq al-Yasiri, het hoofd van de militaire academie van Irak, en van generaal Saad Ubeidi, het vroegere hoofd van de afdeling psychologische acties van het Iraakse leger. Deze groep is voorstander van een door luchtaanvallen van de VS op gang gebrachte opstand, maar is tegen een invasie door de VS. (wordt vervolgd)

Bron: Online Journal oktober-november 2002, 25 november 2002. (Volledige tekst. Origineel gepubliceerd in vijf delen - 24 oktober tot 22 november 2002)

Vertaling Frank van Gerwen.