De afgelopen weken regende het ontslagen in Griekenland. Een reeks bedrijven (het gaat om productieve en naar Griekse maatstaven zelfs relatief grote ondernemingen) kondigde sluiting aan of - zoals de grootste, Schiesser-Palco - vertrek naar Bulgarije, waar de werknemer nog slechter betaald wordt dan in Griekenland. Het PAME (Arbeiders Strijd Front) was er onmiddellijk bij met een reeks solidariteitsacties en betogingen. Daarmee een nieuwe stimulans gevend aan de strijd voor het recht op werk en aan het zogenaamde werklozenfront.
Niet lang daarna kwam het regeringsbesluit het overheidsbedrijf ELPE (Hellenic Petrol), een winstgevende onderneming van strategisch belang, aan een grote privé-magnaat te verkopen. In diverse kranten werd geschreven dat het om een stuiptrekking van de regering ging om het gat op de begroting te dichten en de markt een injectie te geven. De feiten tonen echter aan, dat ook deze verkoop aan het privé-kapitaal onderdeel van een beleid is, dat verankerd is in het Verdrag van Maastricht en de Economische en Monetaire Unie. Die verkoop vond ook niet plotseling plaats, maar geleidelijk via de overdracht van aandelenpakketten aan privé-magnaten. Ook de overheidsbedrijven voor gas en elektriciteit bevinden zich in de laatste fase van hun privatisering. De verkoop van 'Hellenic Petrol' is dus allerminst een geïsoleerd verschijnsel, maar onderdeel van het privatiseringsproces, zoals zich dat in deze fase in alle kapitalistische samenlevingen voltrekt met als vast begeleidend verschijnsel massa-ontslagen en verslechtering van de dienstverlening (in Nederland bijvoorbeeld erg opvallend bij de NS).
Het besluit tot verkoop van 'Hellenic Petrol' en de massale bedrijfssluitingen en/of verhuizingen naar lagelonenlanden heeft veel stof doen opwaaien, wat meestal gebeurt als het al te laat is. "Ook in het binnenland gaat het goed", aldus de premier in het parlementaire debat over de economie, dat in de eerste week van juni plaatsvond. Deze uitspraak was een impliciet antwoord aan al diegenen die de laatste tijd beweerden, dat Griekenlands' buitenlandse politiek weliswaar geslaagd is, maar dat het met de binnenlandse politiek niet zo best gaat...
Cuba was een ander voorbeeld van 'geslaagd' buitenlands beleid, toen de EU tot diplomatieke sancties tegen dit land besloot. Griekenland is voor meer druk op Cuba, ondanks het al ruim 40 jaar oude verstikkende Amerikaanse embargo en wel voor de onderbreking van de onderhandelingen voor Cuba's toetreding tot de groep van ACS-landen (Afrika, Caraïbisch Gebied, Stille Oceaan), waarmee de EU speciale samenwerkingsakkoorden heeft.
Op de vraag van S. Korakas, europarlementariër voor de KKE (Communistische Partij Griekenland), tijdens het vragenuur in het Europese Parlement gericht aan de Raad van de EU, wat de Griekse regering zou doen als zoublijken dat Griekse staatsburgers zich lieten rekruteren en betalen door een Griekenland vijandig gezind land om tegen hun eigen land te ageren (doelend op de recente Cubaanse vonnissen), antwoordde fungerend raadsvoorzitter Janitsis: "U bent geen antwoord waard!" Waarop Korakas: "Voorzitter, ik sta meneer Janitsis niet toe zich zo uit te drukken. Hij en zijn regering zijn onwaardig, want geheel tegen de gevoelens van het Griekse volk in (gezien de vele anti-Amerikaanse en pro-Cubaanse demonstraties) maken ze zich medeplichtig aan de misdaad die tegen Cuba in voorbereiding is. Ik heb met respect politieke vragen gesteld en ik wacht op respectabele antwoorden."