De Griekse steden zinderen in hitte en luchtvervuiling. Athene is een 'adembenemende' woestenij van beton, het enige wat regent zijn ontslagen. De Euroduurte schrijdt voort met rasse schreden, de herstructurering van het 'Gemeenschappelijk Landbouw Beleid' haalt uit naar de kleine en middelgrote landbouwers en aan het eind van het Griekse EU-voorzitterschap blijkt het Europa van repressie, sociale afbraak, oorlog en winstbejag versterkt uit de bus te komen.
Temidden van dit alles mag je je afvragen, nu de tijd van het jaar zich daarvoor leent, hoe het staat met de zomervakantie van de Griekse bevolking. In Noord-Europa wordt vaak gedacht, dat 'de Griek' wel ergens aan één van de talloze stranden z'n ouzo'tje drinkt en geniet van de heerlijkheden van het eigen land, zo begeerd door vele buitenlanders.
De Griekse versie van het kapitalistische 'ontwikkelings'model heeft echter gezorgd voor een verstikt en verstikkend milieu, waarin groen en bomen zeldzame uitstervende soorten zijn en waarin een steeds groter aantal Grieken een vakantieverademing in eigen land, een vlucht naar een eiland, weg uit de cementen hokken waarin ze wonen, weg van de dodelijke werkplek en het hete vuil van de stad, niet kan betalen.
In een Grieks liedje wordt gezongen "mijn zon, het werkende volk vervloekt je tot je ondergaat". Dat is wel heel wat anders dan de jacht op elke zonnestraal, zo'n bekend (en begrijpelijk) verlangen bij mensen die in zonlozere streken van de aardbol wonen. Hetgeen aantoont, hoe elk verschijnsel alleen maar in zijn concrete omstandigheden begrepen kan worden.
Griekenland dus met zijn duizenden kilometers kustlijn en niet te tellen eilanden nodigt uit tot de zomervakantiedroom. Maar voor hoeveel Grieken kan deze droom werkelijkheid worden?
Het regerings- en werkgeversargument, dat "de economie aan de grenzen van haar uithoudingsvermogen staat", kan alleen maar als schandalig en cynisch beschreven worden. Voor diegenen, die het allemaal niet kunnen of willengeloven, de volgende drie gegevens die in schrille tegenstelling staan tot deze bewering:
Geld is er te over, rijkdom wordt geproduceerd maar komt niet terecht bij diegenen die ervoor gewerkt hebben. Ook de zomervakantie met nog vele andere elementaire mensenrechten blijft een verre droom voor steeds bredere lagen van de bevolking, zolang hetzelfde economische 'ontwikkelings'model blijft bestaan.
Dit systeem heeft als systeem ons steeds sneller "onder de cipressen doen belanden" ('cipressen' staat voor begraafplaats, A.I.), wordt in een ander Grieks liedje gezongen. De onvrede vindt vaak nog een uitweg in zang en satire. Het wachten is op politieke bewustwording.