De Nederlandse regering vindt dat Afghaanse vluchtelingen binnenkort terug kunnen naar hun land omdat de situatie daar nu toch beter zou zijn. Nederland verleent ook steun aan de NAVO, die daar de Amerikaanse bezetting een handje gaat toesteken. Voor wie is de situatie eigenlijk beter?
"Ik publiceerde een cartoon, een karikatuur van president Karzai en Fahim, de minister van Defensie. Gewapende mannen kwamen naar mijn bureau en bedreigden me: "We kunnen je heel gemakkelijk doden. We hebben dertig kogels in onze wapens en elk daarvan kan ik nu meteen in je lichaam schieten. Niemand kan me dat beletten." (1) Dat vertelde een Afghaanse uitgever in Kaboel aan Human Rights Watch, eind maart 2003.
In de buitenwijken van Kaboel staat een groep vrachtwagenchauffeurs te klagen in het stof naast de weg: hun lading grind, bestemd voor de aanmaak van bouwmaterialen, werd met geweld in beslag genomen door een plaatselijke commandant, Maulana. Die zegt dat de hele grindhandel voortaan via hem moet verlopen. "Hij heeft alle grind opgeëist. Niemand behalve hij mag nog aanvoeren", vertelt Khalifa Yakub, een 21-jarige chauffeur. En hij voegt eraan toe dat soldaten aan een checkpoint hem geslagen hebben en drie dagen opgesloten omdat hij probeerde te protesteren. "Die mensen zijn commandant, dealer, businessman, moordenaar, ze zijn alles in één", zegt hij. (2)
Willekeurige arrestaties, folteringen, ontvoeringen, verkrachtingen, verwoestingen van huizen, onwettelijke inbeslagnames en bezetting van gronden, aanvallen tegen politieke en sociaal werkers, tegen de media... Het staat allemaal in het rapport van Human Rights Watch, dat aantoont dat de Afghaanse bevolking er hoegenaamd niet beter aan toe is sinds de interventie van de VS, die nochtans orde op zaken kwamen stellen. Daar is natuurlijk wat tijd voor nodig, maar in dit geval wordt de chaos met het verstrijken van de tijd alleen erger.
Maar het Pentagon betaalt liever de plaatselijke oorlogsheren, kleine potentaten, om het land buiten Kaboel te controleren, onder de dekmantel van een loya jirga, een "raad van wijzen" waarvan 80 procent van de "verkozenen" krijgsheren zijn.
En de petroleumsector natuurlijk: het belangrijkste project, met een waarde van 2,5 miljard dollar, is de aardgasleiding van Turkmenistan naar Pakistan.
Andere projecten zijn er te vinden in de hotelindustrie. Tegen het midden van volgend jaar zullen de Serena Hotels in Kaboel 175 kamers beschikbaar hebben. Daar komen er nog eens 205 bij in het Hyatt Hotel, gebouwd door een groep Amerikaanse en Turkse investeerders. Zakenmensen zijn er dus hartelijk welkom, terwijl Kaboel nog altijd een gigantische ruïne is waar de inwoners nauwelijks een dak boven het hoofd vinden omdat de huurprijzen te hoog zijn.
Ook het gsm-netwerk zal worden uitgebouwd door maatschappijen zoals Alcatel, dat een tienjarig contract heeft lopen van miljoenen euro's.
Op 8 en 9 juni was er in Chicago een handelsbeurs voor de heropbouw van Afghanistan. Die trok 300 ondernemingen aan, aldus Wilson van de VS Agency for International Development.
Terwijl de Afghaanse economische statistieken "virtueel onbestaande" zijn, verwacht de Asian Development Bank in 2003-2004 een groei van meer dan 10 procent, als tenminste de veiligheidssituatie verbetert. Heropbouw ja, maar ten voordele van wie?
De ontgoocheling en de woede van het volk zijn enorm. Taliban-leiders spelen daar handig op in. De plaatselijke krijgsheren, op wie het VS-leger steunt om de regio's onder controle te houden, verstevigen hun macht. Van orde, veiligheid en heropbouw is geen sprake. Het beloofde geld komt de bevolking niet ten goede. In zo'n chaos krijgen de bezetters straks nog meer problemen.
Bewerking van artikel van Annelise Arcq in Solidair, 13-08-2003.