Het is roerig binnen de vakbeweging. Ons land telt 1,9 miljoen vakbondsleden. Daarvan is 63 procent aangesloten bij de FNV en 18 procent bij het CNV. De rest bij de MHP en kleinere bonden. Van belang is dus vooral wat er binnen de FNV gebeurt, maar ook het CNV mag als stakingsbreker meepraten. De vakbeweging is op zoek naar een duidelijke koers. Tijdens ledenvergaderingen is de woede tegen de regeringsplannen zichtbaar, maar ook de twijfel over de te hanteren actievormen. Na jaren polderen zijn Malieveld en staken geen vertrouwde middelen meer. Maar het tij is aan het keren.
Cor Inja schrijft allang voor het Financieele dagblad. Hij is hoofd afdeling Arbeid van de vakcentrale FNV. Wat hij schrijft maakt dus wat uit.
Volgens Inja, in het Financieele Dagblad van 8 augustus jl., kan de FNV, gezien de mislukking van recente stakingen in het buitenland, niet veel anders doen dan de huidige 'speldenprikken-guerrilla' van de FNV. Deze FNV-topbaas vindt weliswaar dat het kabinet-Balkenende II over de schreef gaat, maar hij vindt ook dat "hoe harder je middelen zijn, hoe zwaarder een eventuele nederlaag aantikt. Daarom moet je acties langzaam opbouwen en geleidelijk aan uitbreiden. Je moet je actiedoelen scherp definiƫren en daar je instrumenten op aanpassen. Het doel heiligt zelden de middelen." En verder: "Je moet ieder actietraject op een vriendelijke manier starten, maar je moet ook in elke fase van de strijd de mogelijkheid hebben om verder te kunnen escaleren. En als je niet zeker bent dat je uiteindelijk met alle je ter beschikking staande middelen kunt winnen, dan moet je niet alles uit de kast willen halen, maar juist op tijd kunnen stoppen."
"De FNV vindt met hart en ziel dat het beter en socialer kan" schrijft Cor Inja en zeggen de andere FNV-bestuurders. De NCPN twijfelt er niet aan.
De FNV vindt dat het kabinet Balkenende een financieel beleid ontwikkelt dat de economie nog verder in het slop helpt en het heeft vreemde opvattingen over hoe je de beschikbare middelen moet verdelen. We delen die mening.
Ook de volgende schets van Cor Inja onderschrijven we geheel: "De maatregelen in de gezondheidszorg en de sociale zekerheid treffen de mensen met de laagste inkomens het meest. Op de bijstand wordt bezuinigd, maar er komt geen geld bij om de problemen in de grote stad te lijf te gaan. En je kunt er zeker van zijn dat de extra euro's die D66 voor het onderwijs bij elkaar heeft gescharreld zeer overwegend terechtkomen bij de eigen, goed verdienende achterban. Ze zullen zeker niet worden aangewend voor het vmbo of om het vroegtijdig schoolverlaten te voorkomen. Het is tekenend dat het kabinet een nota over de jeugdwerkloosheid presenteerde, zonder zelf ook maar een cent extra beschikbaar te stellen om dit probleem aan te pakken."
Daarmee staat hij dicht in de buurt van de CNV-voorzitter Doekle Terpstra die voorstelt de structurele loonsverhoging volgend jaar maar achterwege te laten, omdat volgens hem "het gemiddelde CNV-lid zich zorgen maakt over zijn baan, zijn pensioen, zijn ziektekosten en over de vraag wat er met hem gebeurt als hij onverhoopt arbeidsongeschikt raakt. Over de hoogte van zijn inkomen ligt hij geen seconde wakker." Koopkracht krijgt geen enkele prioriteit van CNV-voorzitter Doekle Terpstra. "Er is een grote realiteitszin in het land. De mensen geven aan dat er een prijs moet worden betaald na zeven vette jaren." Dat er op ledenvergaderingen moeizame discussies plaatsvinden is juist, maar dat mensen hun loon willen inleveren is een fabeltje. Dezelfde man die vooropstaat in acties tegen het Cubaanse volk, vervult de sociale rol van het CNV weer eens perfect, nl. die van stakingsbreker. Het CNV biedt het kabinet aan het komende jaar genoegen te nemen met een eenmalige uitkering, in plaats van een loonsverhoging die blijvend doorwerkt in ruil voor het ongedaan maken van enige verslechteringen. Ook het verzet tegen de op handen zijnde ingreep in het prepensioen en de vut is boterzacht.
Gezien het pleidooi van Cor Inja is het niet verwonderlijk dat ook de FNV positief reageerde op het CNV-plan. De grootste vakcentrale in Nederland, samen met het CNV goed voor 81 procent van de vakbondsleden in Nederland, toont zich keer op keer huiverig om de confrontatie met het kabinet echt aan te gaan. In de CNV-nota ziet ze een goede aanleiding om te kunnen blijven onderhandelen. Strijdbaarheid is voor de vakbondsleden en een deel van het oudere kader bepaald geen optie. Ook de scherpe toon die de ABVAKABO FNV aanslaat moet met een korreltje zout worden genomen. De ABVAKABO riep de federatieraad van de FNV weliswaar op een hardere lijn te volgen, maar had daar andere doelen mee. Allereerst om te tonen dat het geen doetjes zijn bij die bond, maar vooral, zoals een woordvoerder zei: "Omdat het er langzaam naar uit begint te zien dat het kabinet weinig meer wil overleggen." Druk op de onderhandelingstafel dus, geen echte plannen om aan de bak te gaan.
Volgens FNV-voorzitter Lodewijk de Waal hangt het van de mensen af wat deFNV gaat doen. "Willen de mensen hiervoor in beweging komen? Ik denk het wel, zeker na Prinsjesdag. Dan zullen de ogen wel helemaal open gaan. Dat moet ook, want we kunnen het niet meer alleen. De tijd dat we zonder mobilisatie toch resultaten binnenhaalden, is voorbij. We moeten laten zien dat we een machtsfactor zijn", aldus De Waal op de eigen nieuwssite van de vakcentrale. Het zal inderdaad van de basis afhangen of het getreuzel aan de top zal worden omgezet in een strijdbaar verzet tegen de afbraakplannen.