Tijdens een receptie van het leger op 30 augustus jl. gaf generaal Ozkok, de Turkse opperbevelhebber, uitleg over de reden waarom het Turkse leger mee wil doen aan de oorlog in Irak. Daarbij deed hij een, voor een Turks lid van de militaire staf, zeer onwaarschijnlijke uitspraak: "Onze positie inzake Irak is vergelijkbaar met deelname aan de nationale loterij. Als je geen ticket koopt, kun je onmogelijk een prijs winnen."
Deze verklaring van Ozkok geeft de pro-oorlogslobby een belangrijke steun in de rug. Eerder deze zomer was het de minister van Buitenlandse Zaken die in dit kader een belangrijke uitspraak deed. Hij zei dat "Turkije haar rechtmatige aandeel in de Iraakse olie wil (zal) krijgen" door deel te gaan nemen aan de invasie in Irak. (zie Manifest nr.15, 2003)
Blijkbaar zijn de heersende krachten in Turkije niet in staat om iets anders te bedenken om de Turkse bevolking te overtuigen dan deze op geldbeluste argumentatie. Bij de verdeling van ministeries binnen de Iraakse ministerraad zijn op de twee belangrijkste ministerposten, Buitenlandse Zaken en Waterbeheer, Koerden benoemd. Hiermee komt de realiteit van een Koerdistan in Noord-Irak een stapje dichterbij. Dit ondermijnt de enige niet op geldelijk gewin gerichte retoriek, namelijk dat als Turkije de VS helpt in Irak, zij zullen voorkomen dat er in Noord-Irak een Koerdistan wordt opgebouwd.
Op 24 augustus hield generaal Kilinc een vurige speech, tijdens een ceremonie ter gelegenheid van de pensionering van een aantal officieren. Hij benadrukte zijn grote bezorgdheid over de twee bedreigingen die altijd op de agenda van het leger staan: de opbouw van een Koerdische staat en de opkomst van het islamitisch fundamentalisme. Later verklaarde Ozkok, zijn meerdere, dat "dit moet worden opgevat als een persoonlijke visie van meneer Kilinc". Maar de timing en de verwijtende toonzetting van de speech suggereren dat niet iedereen in het leger het eens is met Ozkok's visie op de meest cruciale kwesties waar het leger mee wordt geconfronteerd. Daarbij komt nog dat de PKK/KADEK onlangs de wapenstilstand heeft verbroken, als antwoord op de vage maar wel dreigende overeenkomst tussen de VS en Turkije om de PKK/KADEK uit Noord-Irak te verwijderen.
En tegelijkertijd heeft de AKP, de regeringspartij, nog steeds geen overeenstemming binnen de kring van eigen parlementsleden, met betrekking tot de oorlog, bereikt. Dit wordt waarschijnlijk mede veroorzaakt doordat zij het verzet van de publieke opinie tegen de oorlog nog steeds even zwaar voelen als voorheen.