Strijdbare vakbeweging nodig
|
Lodewijk de Waal wat zal het worden: blijft het bij praatjes of wordt de vuist gebald?
Foto Rob Heusdens
|
Door Jos van Bergen en Wil van der Klift
Als de lonen genoeg worden gematigd en economisch herstel optreedt zullen de uitkeringen weer worden gekoppeld aan de lonen. Dat zijn de woorden van minister De Geus (CDA) van Sociale Zaken. Tijdens de verkiezingscampagne verkondigde hij nog dat hij de ontkoppeling van lonen en uitkeringen niet zou "meemaken". Nu hij eenmaal minister is voert hij die ontkoppeling hoogstpersoonlijk schaamteloos door. Het CDA deinst er niet voor terug kiezersbedrog voor te stellen als "betrouwbaarheid" en nu als regeringspartij vele tienduizenden mensen onder de armoedegrens te drukken. En wat vindt de vakbeweging?
Hoewel dit 'daadkrachtige' beleid van het kabinet Balkenende II volstrekt helder is richt de FNV zijn hoop alsnog op het 'betrouwbare' CDA. Guus van Huygevoort, voorzitter van ABVAKABO FNV, stelt: "Het CDA moet toch een bindende partij zijn die de samenleving bij elkaar wil houden. Ik heb de hoop nog niet verloren dat we er uitkomen." Hij heeft de hoop op het bereiken van een centraal akkoord nog niet opgegeven. Maar dan zou het kabinet wel aan drie voorwaarden moeten voldoen: "Geen ontkoppeling van uitkeringen en geen achterstelling van de salarissen in de publieke sector bij lonen in de marktsector, compensatie voor zwakkeren bij de ingrepen in de zorg en een beheerste aanpak van de (pre)pensioenproblematiek."
Hopen op een wonder
Terwijl hij twee weken geleden nog dreigde met stakingen doet hij nu een beroep op het sociale gezicht van het CDA waarvan nu toch overduidelijk gebleken is dat dat slechts schone schijn is waarachter zich kiezersbedrog en afbraakbeleid verbergen. Vanwaar die draai van 180 graden? Verwacht hij nu werkelijk met zijn oproep te bereiken dat het kabinet ook maar een duimbreed toegeeft? Waarom zingt minister Zalm (VVD) van Financiën voortdurend het lied van het stabiliteitspact waarmee hij aangeeft dat er nog veel harder bezuinigd zou moeten worden? Denkt Van Huygevoort op deze manier het CDA enerzijds, en de VVD en D66 anderzijds uit elkaar te kunnen spelen? Ziet hij dan niet dat de inzet van het kabinetsbeleid is de reële lonen te verlagen, de sociale zekerheid en de burgerrechten af te breken, en de greep op de burgers te vergroten? Ziet hij niet dat het CDA hier niet alleen geen enkel probleem mee heeft, maar zijn ministers zelfs dit beleid laat ontwikkelen en doorvoeren? Is de voorzitter van de ABVAKABO ziende blind? Houdt hij liever vast aan zijn bestaan als vertegenwoordiger van de arbeidersklasse die op het pluche aanschuift bij het kabinet en het bedrijfsleven om mee te denken over een 'verantwoorde' en 'beheerste' afbraak van de belangen van werkende en werkloze mensen? Of moest hij na zijn stakingsoproep een toontje lager zingen van zijn 'omgeving'?
Poldermodel of strijdbare vakbeweging?
Zijn huidige instelling: "Ik ben een polderman die gelooft in overleg en redelijke consensus. Ik zou het jammer vinden als we in de richting van een vechtmaatschappij worden geduwd", getuigt van weinig gevoel voor de huidige omstandigheden. Jawel, hij vindt een vechtmaatschappij jammer. Liever overleggen dan vechten, al jaren het parool van topbestuurders en de officiële lijn van de vakbeweging. Maar de tijden zijn veranderd. "Het wordt de hoogste tijd dat de vakbeweging in de collectieve sector haar verantwoordelijkheid neemt. De overheid in haar rol als werkgever kan namelijk niet anders dan de tering naar de nering zetten en pensioenen en salarissen aanpassen aan de economische realiteit. De collectieve sector in Nederland ontkomt niet aan pijnlijke maatregelen, dat is wel duidelijk", woorden uit de mond van Arie Kraaijeveld, voorzitter van de Werkgeversvereniging FME-CWM. En Kraaijeveld vervolgt met een regelrechte aanval op de voorzitter van ABVAKABO FNV: "Dit plaatst de Nederlandse overheid voor een dilemma: drastisch bezuinigen (...) of doormodderen en de tekorten laten oplopen met alle desastreuze gevolgen voor de langere termijn van dien. In feite een non-keuze, maar de vakbeweging wil of kan dat niet inzien. Kenmerkend voor deze houding is de stellingname van ABVAKABO FNV-voorzitter van Huygevoort de afgelopen weken. Volstrekt voorbijgaand aan de economisch-maatschappelijke realiteit van vandaag de dag, meent hij nog steeds eisen te kunnen stellen en aan pijnlijke maatregelen te kunnen ontkomen. Geen ontkoppeling van lonen en uitkeringen, geen achterstelling van salarissen in de publieke sector en geen ingrepen in (pre)pensioenen en VUT-regelingen. Ik vraag me af in welke realiteit de ambtenarenbond van de FNV leeft." Een steuntje in de rug van onderhandelaar Van Huygevoort of een pure provocatie, die alleen maar verzet kan oproepen?
Van overleg, via hard onderhandelen naar strijd
"Het wordt tijd om de vakbondsmacht te tonen", zei FNV-voorzitter L. de Waal onlangs. Andere FNV-topbestuurders van het poldermodel, zoals C. Inja, vinden dat "het kabinet-Balkenende 2 de vakbeweging provoceert en doelbewust een bittere confrontatie uitlokt". Het komt er volgens hen op neer dat Balkenende 2 probeert de maatschappelijke positie van de vakbeweging te marginaliseren. Er spreekt ergernis en verbazing uit, maar de volgende woorden van Cor Inja tonen aan dat het niet geheel onverwachts kwam: "En eigenlijk is dat ook onvermijdelijk, want ideologische voorstanders van de tucht van het marktmechanisme, moéten wel afrekenen met organisaties die juist de nadruk leggen op verdelingsvraagstukken en op het corrigeren van de effecten van het marktmechanisme. Dat is nu eenmaal de loop der dingen." Een andere manier van zeggen dat we in een klassenmaatschappij leven en klassenstrijd onvermijdelijk is.
"De vakbeweging moet zich erop instellen dat de tijd van de op redelijkheid en consensus gerichte overlegeconomie voorbij is. In een cultuur die steeds structureler gedomineerd wordt door het marktdenken, kan de vakbeweging met constructief overleg haar doelen in onvoldoende mate bereiken", vindt FNV-topbestuurder Cor Inja. Voor hem betekent dit niet meer overleggen maar 'hard onderhandelen'. Maar ook dat is nog steeds niet vechten. De oorlogsverklaring van het kabinet beantwoordt Van Huygevoort met de oproep om vooral in gesprek te blijven en een beroep op het niet bestaande sociale gezicht van het CDA. In een echte oorlog slaat hij met deze opstelling een belabberd figuur en bewijst hij zijn achterban geen enkele dienst. Met een smeekbede win je geen oorlog, het is gewoon de capitulatie op zo gunstig mogelijke voorwaarden die achteraf door de leugenachtige overwinnaar alsnog verslechterd zullen worden. De achterban staat daar niet op te wachten!
De vakbond als strijdorganisatie
Het gaat uiteraard niet aan bij voorbaat de handdoek in de ring te gooien en alle mensen die nu genadeloos gepakt worden in de kou te laten staan. Nu duidelijk wordt dat veel mensen in grote financiële problemen komen en het leven onmogelijk gemaakt wordt slaat de verontwaardiging toe en stijgt het verzet met de dag. De ellendige positie van veel mensen leidt tot toename van de strijdbaarheid en brengt nieuwe en vechtlustige vakbondsbestuurders voort. Van Huygevoort: "Die zul je vanzelf zien opkomen. Je krijgt de vakbeweging die men vraagt." Zo is het maar net. En als Van Huygevoort daar deel van wil uitmaken doet hij er verstandig aan zijn ogen te openen voor de oorlogsverklaring van het kabinet en de werkgevers, zijn hoop op een wonder uit de koker van het CDA op te geven, in te zien dat de tijd van overleg en redelijke consensus voorbij is, en de strijd aan te gaan om de vakbond terug te brengen tot wat hij behoort te zijn: de strijdorganisatie van de arbeidersklasse.
Poldermodel opgeblazen: oorlog
En hoe zit het dan met de draai van overleg naar 'harde onderhandelingen'? Er kan geen sprake van zijn dat die onderhandelingen op zich de gehele oorlog uitmaken. Maar zolang zij geplaatst zijn in het grotere verband van de oorlog tussen kapitaal en loonarbeid is er natuurlijk niets tegen hard onderhandelen waarbij het doel niet uit het oog verloren moet worden. Het gaat in de oorlog om de belangen van het overgrote deel van de werkende en werkloze mensen, om verdediging van het levenspeil en om een menswaardig bestaan. Niemand mag tot onder de armoedegrens wegzinken in een bestaan van armoede, dakloosheid, verloedering en criminaliteit. Alle naar voren geschoven tegenstellingen moeten overbrugd worden in een strijd die de eenheid smeedt tegen de leugenachtige politiek van het kapitaal en zijn politieke spreekbuis die niets anders in de zin hebben dan de minst draagkrachtigen het hardst te pakken. De tijd van het poldermodel en de consensus is voorbij, het is oorlog en de belangenorganisatie van de arbeidersklasse mag die oorlog niet uit de weg gaan.
Echte macht ligt in de bedrijven
Nu bedrijven duizenden mensen ontslaan en het kabinet miljarden bezuinigt, ligt er een unieke kans voor de vakbonden om hun macht te tonen en zich te versterken. Nooit vielen zoveel mensen onder een CAO als nu. De vakbeweging is nog slecht vertegenwoordigd in de cruciale sectoren van de economie (zakelijke en financiële dienstverlening), die de afgelopen decennia fors zijn gegroeid. Daaraan moet worden gewerkt. Maar, was de ICT aanvankelijk een cowboysector, nu spelen de bonden daar een veel grotere rol. De politiek luistert nu minder naar de vakbonden dan voorheen, maar door een juist gebruik van de macht van het aantal en een verhevigde strijd op de bedrijven kan dat worden afgedwongen. De vakbonden zijn zich traditioneel op de overheid blijven richten, maar die verliest op haar beurt ook aan macht - al was het alleen maar doordat het aandeel van de staat in de nationale economie is teruggelopen. Het strijdtoneel zal zich daarom veel meer naar de bedrijven moeten verplaatsen.
De manier waarop de vakbeweging actievoert tegen de bezuinigingsplannen van het kabinet is daarbij doorslaggevend. Gaat het om een 'gouden kans' of om de laatste stuiptrekkingen? Het antwoord is: meer strijdbaarheid zal leiden tot meer leden en successen!