Wie met links-georiënteerde belangstelling langere tijd de sociaal-politieke ontwikkelingen heeft gevolgd, moet hebben opgemerkt dat bij wat nu op de mensen wordt afgevuurd alle eerder door anti-sociale projectielen gemaakte schade verbleekt tot schampschoten. Bij alles wat op dit gebied al afgebroken en beschadigd is, zo moet nu worden vastgesteld, is het systeem van sociale zekerheden en arbeidersrechten - ondanks de verder teruggetreden overheid - tot nu toe, in de kern, nog overeind gebleven.
Het moet de belangstellende toch op z'n minst ook opvallend lijken dat de plannen tot rigoureuze afbraak van al het sociaal bereikte - het willen vernietigen van de fundamenten ervan - samenvallen met het sterk naar rechts opschuiven van de buitenlandse politiek, zeker daar waar het gaat om de slaafse braafheid waarmee het VS-imperialisme-nieuwe stijl wordt gevolgd. Waar elders in Europa dit fenomeen ook zichtbaar is en de rechtse gelederen zich sluiten, vindt de verschuiving in ons land plaats op een, voor het gevoel van veel mensen, on-Nederlandse wijze.
Onmiskenbaar zijn er in ons land door het 'fortuynisme' krachten wakker geschud waar vele (tijdelijke) achteraanlopers geen idee van hadden. Nu nog zijn er mensen die menen dat als Fortuyn er nog was geweest hun ziekenfonds niet zou worden uitgekleed en dat er dan niet aan de fundamenten van de sociale verworvenheden zou worden geknaagd. Bij de onwetende, bij de politiek verdwaalde, zal de volgende stelling dan ook hard aankomen: Fortuyn en zijn beweging hebben de rechtse Ik-pers hun brutaliteit teruggegeven; die brutaliteit die men in Nederland-poldermodelland lange tijd niet zo nodig dacht te hebben, toen men het er over eens was dat de sloop van het sociale stelsel onderhevig moest zijn aan een lange termijn-stap voor stap-tactiek.
Wat betekenen al die voorgenomen verslechteringen, nog te veel 'bezuinigingen' genoemd om daarmee iets conjunctureel-tijdelijks te suggereren? Wat betekenen daarbij de pogingen, ja tot in vakbondsleidingen toe, om met een uiterst ontoereikende, zeer geringe loonstijging genoegen te willen laten nemen? Wat betekenen daarbij de oprispingen om 'in deze zware tijd' maar helemaal van loonaanpassing af te zien? Wat betekent dit alles voor mensen die al - soms jarenlang - arm zijn en die ook nog vaak schulden hebben? Wat betekent dit alles voor al die mensen die vanwege het leeglopen van de kapitalistische bluf-luchtballon werkloos werden en worden?
Wat betekent dit voor al die mensen die de waarde van hun inkomen door de gigantische prijsstijgingen met en na de introductie van de euro fors hebben zien dalen? (Nog nooit eerder zoveel tastbare bewijzen voor zo'n grote prijsopdrijving door de machthebbers en hun instanties genegeerd en als onwaar afgedaan).
De gevolgen opgeteld bij wat er al heeft plaatsgevonden: het betekent dat, zoals dat heet, de keuzemogelijkheid en de eigen verantwoordelijkheid van het volk worden vergroot. Dit rechtspositivisme laat voor het gemak buiten beschouwing dat de mogelijkheden voor de bevolking niet allemaal gelijk zijn. De keus tussen de tandarts óf elke dag een warme maaltijd; de keus tussen de hypotheek aflossen óf geen vakanties meer; de keus tussen niet naar de dokter gaan bij ziekte óf abonnementen en lidmaatschappen opzeggen; 's winters onvoldoende warmte óf het risico lopen de gasrekening niet te kunnen betalen en afgesloten worden.
Dat lijstje kan tot in het oneindige, in allerlei varianten, aangevuld worden, waarbij de zogenaamde grotere keuzevrijheid voor de mensen met gewone en lage inkomens tot taferelen kan leiden die we sinds tientallen jaren niet meer voor mogelijk hielden. Het besef moet veel meer doordringen dat, als deze 'regering Fortuyn' met waarnemend premier Balkenende niet op voldoende verzet stuit, in zeer korte tijd werkelijkheid wordt waar het grootkapitaal en zijn propagandisten (de elites) allang van dromen en waar de meest zwartgalligen onder ons bang voor waren.
De tijd is voorbij voor gelegenheidsacties. Zij die het ernstig menen met de zaak van de verdediging van de belangen van het gewone volk en de publieke zaak in het algemeen, zullen moeten beseffen dat er een voortdurende zichzelf versterkende, tegenbeweging noodzakelijk is en dat de brutaliteit van de slopers niet meer beantwoord kan worden met smeekschriften, ludieke manifestaties en periodiek stoom afblazen.