Vijf Iraakse leiders van de door de Verenigde Staten benoemde regeringsraad roepen op tot een snelle beëindiging van de Amerikaanse bezetting en voor overdracht van de macht aan de Irakezen. Zij geven daarmee voedsel aan de eerste belangrijke spanningen tussen de regering Bush en haar Iraakse politieke bondgenoten.
De leiders, die allen aan het hoofd staan van vooraanstaande politieke organisaties die oppositie voerden tegen de verdreven president Saddam Hoessein, willen dat de rol van de regeringsraad van 25 leden verder wordt uitgebreid dan de Amerikaanse bezettingsmacht heeft voorzien en dat de raad de bevoegdheden van een onafhankelijke regering op zich neemt tot een nieuwe grondwet is geschreven en democratische verkiezingen zijn gehouden.
Onder de Iraakse leiders bevindt zich Ahmed Chalabi, die wel de favoriet van het Pentagon wordt genoemd in het naoorlogse scenario. Maar een topfunctionaris van Chalabi's Nationale Congres van Irak zei maandag 15 september, dat het mogelijk tot een confrontatie met de Amerikanen zal komen over deze zaak. Algemeen wordt aangenomen dat de eis ook de pogingen van de VS zullen bemoeilijken om een resolutie van de Veiligheidsraad te krijgen, waarin de vorming van een multinationale strijdkracht onder Amerikaans bevel zal worden ondersteund zonder dat de VS genoodzaakt zullen worden om de beslissende controle over de regering van het land te verminderen.
Op hetzelfde moment beschuldigde een ander lid van de regeringsraad de Amerikaanse troepen ervan dat zij Iraakse burgers regelmatig mishandelden, waardoor veel leden van de bevolking de Amerikaanse strijdkrachten als een ongewenst bezettingsleger gingen beschouwen. Rajaa Habib Kuzai, directeur van de geboortekliniek in de Zuid-Iraakse stad Diwaniya en een van de 13 shiitische moslims in de regeringsraad, zei dat de meeste Amerikaanse soldaten Iraakse burgers met geweld en verachting behandelen.
Nog geen uur voordat de minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, in Irak landde, werd opnieuw een Amerikaanse soldaat in Fallujah gedood en drie anderen gewond. Colin Powell kwam via Koeweit uit Genève, waar spoedoverleg met de VN, over kernzaken met betrekking tot de toekomst van Irak, was mislukt. In Falluya op 13 september, werd de aanval geopend. Tijdens de begrafenis van acht politieagenten, die door Amerikaanse soldaten waren doodgeschoten toen zij voor anti-Amerikaanse guerrillastrijders werden aangezien, lieten honderden Irakezen de leus horen: "Amerika is de vijand van God". Plaatselijke politieagenten vuurden in de lucht toen woedende Irakezen leuzen riepen en de eed aflegden dat het bloed van hun martelaren niet vergeefs had gevloeid.
Amerikaanse soldaten ontsnapten op zondag bij de stad Baqubah in midden Irak aan een bom- en raketaanslag, waarbij een burger werd gedood en een andere gewond werd. Maandag doodden guerrillastrijders een Amerikaanse soldaat in een aanval met een raketgranaat in het centrum van Bagdad, terwijl oproerlingen de politiecommissaris in de stad Khaldiyah, minder dan 30 km ten westen van Fallujah, doodden.
Bron RHC, Bagdad, 15 september, vertaling Cas Hilvers.