|
Een meerderheid van de burgers van de Verenigde Staten is het niet eens met het verzoek van President Bush aan het Congres voor een extra uitgave van 87 miljard dollar voor het komende jaar om militaire uitgaven en opbouwplannen in Irak en Afghanistan te kunnen betalen.
Deze afkeuring van het Amerikaanse volk maakt deel uit van de groeiende twijfels over de regeringspolitiek op binnenlands en buitenlands gebied, volgens het laatste opinieonderzoek van de Washington Post-ABC News. Zes op de tien Amerikanen zeiden dat zij het voorstel, dat de president onlangs in een landelijke televisie-uitzending bekendmaakte, niet steunden. Dit is de belangrijkste publieke afwijzing van een voorstel van Bush op het gebied van de nationale veiligheid en terrorisme sinds de aanslagen van 11 september 2001.
Een tweede tegenslag voor de regering is de mening van veel Amerikanen die zeiden dat als het Congres de extra uitgaven zou goedkeuren, wetgevers eerder de belastingverlagingen van de president zouden moeten terugdraaien om de gestegen kosten te betalen, dan het federale begrotingstekort te vergroten of te snoeien in de landelijke uitgaven.
Men vindt dat de resultaten van het onderzoek een duidelijk signaal afgeven dat veel Amerikanen niet genegen zijn een blanco cheque af te geven aan de regering voor de vredeshandhaving in Irak.
Het valt ook samen met een verklaring van vice-president Dick Cheney, die liet doorschemeren dat de regering volgend jaar nog meer geld nodig zou hebben, voornamelijk om de naoorlogse kosten in Irak te betalen.
In het programma 'Meet the Press' (Ontmoet de pers) van de NBC, zei Cheney dat de regering niet kan zeggen wanneer de militaire aanwezigheid van de VS in Irak zal eindigen, ook kon hij niet zeggen of de 87 miljard dollar het laatste verzoek zou zijn. De openbare mening over de manier waarop Bush omgaat met internationale zaken is nog nooit zo slecht geweest. Het opinie-onderzoek van de Post-ABC News signaleerde dat iets meer dan de helft, 53 procent, instemt met de buitenlandse politiek van de president. Een duizelingwekkende val, nog maar net twee maanden geleden was dat 67 procent.
Bron: RHC, Washington, 15 september, vertaling Cas Hilvers.