Psychische bekkeninstabiliteit

Of hoe WAO-ers de bijstand in gejaagd worden

 

Balkenende moet worden gestopt vóór we terugvallen in nog grotere problemen. Nu al is het voor de meeste gezinnen nodig om de prijzen grondig te vergelijken. In veel gezinnen wordt al sterk bezuinigd op vleeswaren.

Door Jos van Bergen

Maria is arbeidsongeschikt en ontvangt een WAO-uitkering. Haar man is gedeeltelijk arbeidsongeschikt en sinds enige tijd ziek. Samen met haar man en twee kinderen woont Maria in een eigen woning in de buurt van het centrum. "Gelukkig maar", zegt ze, "want ik zou niet eens de huur voor zo'n woning kunnen betalen." Het gezin komt nu in grote financiële problemen. Na aftrek van de vaste kosten blijft er welgeteld 120 euro per week over voor de dagelijkse boodschappen en voor kleding.

Maria heeft last van een bekkeninstabiliteit die ontstaan is bij de geboorte van haar zoon waardoor ze in een rolstoel terechtkwam. "Maar daar nam ik geen genoegen mee", vertelt ze, "ik wilde er zijn voor mijn gezin. Ik heb gevochten voor mijn herstel, ik kwam uit de rolstoel en liep op krukken, en later kon ik me zelfs zonder krukken voortbewegen. Daar ben ik wel een beetje trots op. Tien jaar later verergerde zich de bekkeninstabiliteit als gevolg van een verkeersongeluk. Nu moet ik me wel rustig houden want anders gaat het fout. Als ik mij lichamelijk te veel ingespannen heb verga ik daarna van de pijn. Dat leer je vanzelf wel af." Als gevolg van haar ziekte is zij al jaren volledig arbeidsongeschikt verklaard. Maar tijdens het laatste bezoek bij de WAO-keuringsarts gebeurde er iets vreemds. "Volgens die arts is mijn ziekte nu opeens psychisch. Ik zou dus last hebben van een psychische bekkeninstabiliteit. Ik ben toen verschrikkelijk kwaad geworden. Je zou zo'n vent zelf de pijn van een bekkeninstabiliteit toewensen."

Inkomensachteruitgang

Zolang Maria een WAO-uitkering ontving en haar man een volledige baan had konden ze nog rondkomen. Maar dat veranderde toen ook haar man vier jaar geleden een ongeluk kreeg. "Hij verdween in het ziekenhuis en kwam er op krukken weer uit", vertelt Maria. "Gelukkig heeft hij die nu niet meer nodig, maar ook hij moet rustig aan doen. Na de ziektewet kwam ook hij in de WAO terecht. Maar stilzitten kon hij niet. Hij kreeg het voor elkaar dat hij halve dagen weer bij zijn oude baas aan de slag kon. Bij de herkeuring voor de WAO werd hij toen voor 35 tot 45 procent arbeidsongeschikt verklaard. Toen begon het al krap te worden. Sinds bekend werd dat het bedrijf waarvoor hij werkt gaat verhuizen en het personeel voor de keus gesteld werd om mee te verhuizen of af te vloeien, is hij helemaal van de kaart. Stel je voor, elke dag 120 kilometer heen en 120 kilometer weer terug, dat gaat gewoon niet. Maar een andere baas zit niet te wachten op een halve invalide. Nu zit hij dus half in de WAO en voor de andere helft weer in de ziektewet. Sindsdien komen we steeds krapper te zitten."

Uitgaven hoger dan inkomsten

Volgens Maria wordt de financiële krapte niet alleen veroorzaakt door een teruglopend inkomen: "Voor een groot deel wordt het probleem veroorzaakt door de vaste lasten die vaak flink gestegen zijn. Bijna alle verzekeringspremies - voor ziekenfonds, inboedel, WA, opstal, auto enzovoorts - gaan voortdurend omhoog, net als de bedragen voor gas, licht, water en telefoon. Maar ook de prijzen in de supermarkt stijgen hard. De boodschappen waarvoor ik een paar jaar geleden nog zestig gulden betaalde, kosten nu vijftig euro. Als je niet veel te besteden hebt hakt dat er stevig in. We geven nu al een hele tijd meer uit dan we aan inkomen hebben. Al ons spaargeld hebben we inmiddels opgegeten. En dat komt niet omdat ik niet met geld om kan gaan", zegt Maria heel beslist. En zij vervolgt: "We kopen alleen nog maar het allernodigste en we beknibbelen waar we maar kunnen. Waar het nietbeslist nodig is doen we altijd het licht uit, we maken zo veel mogelijk gebruik van nachtstroom, en als ik in de winter alleen thuis ben staat de kachel uit. Aan het begin van de week eten we nog verantwoord, maar aan het einde rest niet meer dan een pizza of een frikadel en wat frites uit de diepvries. Weet jij hoe het voelt om halverwege de week de lege flessen te moeten verzamelen om nog een brood te kunnen kopen?"

Financiële nood

Maria's toon wordt nu feller. "Als moeder vind ik dat ik voor mijn kinderen moet kunnen zorgen. Het geeft mij een slecht gevoel dat ik dat niet kan. Laatst werd ik zó kwaad dat ik mijn gedachten direct op papier geschreven heb. Het was gericht tegen mensen als Balkenende die altijd zo gewichtig doen en makkelijk kunnen praten met hun salarissen. Maar ik ben moeder en huisvrouw, en net als Balkenende sta ik altijd klaar voor mijn gezin, ben ik 24 uur per dag in de weer, alleen krijg ik daar niets voor. Zo'n Balkenende reist de hele wereld rond, legt overal bezoekjes af en kan overal aan tafel aanschuiven. Dat zou ik ook wel willen, maar dat zit er niet in. Maar is hij nou zo veel beter dan ik? Hij zou eens een tijdje met mij moeten ruilen!" Terwijl Maria vertelt worden haar boosheid en verontwaardiging duidelijk merkbaar. "Weet je, langzaam aan weet ik het niet meer. Als het kabinet straks die bezuinigingen doorvoert en ons nog meer op kosten jaagt, hoe kan ik mijn kinderen dan nog te eten geven?"

Schulden verhogen

De financiële nood heeft ook andere gevolgen. Maria vertelt: "Mijn dochter had voor haar stage een overall nodig die wij moesten voorschieten. Ik heb toen opgebeld en verteld dat dat onmogelijk was omdat wij die niet konden betalen. Toen bleek dat mijn dochter dat niet durfde te zeggen, zij schaamde zich ervoor. Laatst moest zij nieuwe schoenen hebben. Zij wilde zo graag van die laarsjes waar al die jongelui op lopen. Ja, wat moet je dan? Ik heb al zo vaak nee moeten verkopen omdat we het niet kunnen betalen, maar dan valt ze echt overal helemaal buiten. Ik heb toen maar besloten de kredietlimiet bij de bank te verhogen. Mijn dochter was zielsgelukkig met haar nieuwe laarsjes. Maar nu zijn wel de poppen aan het dansen, want rood staan bij de bank is duur. Ik ben toen naar de Volkskredietbank gegaan om een lening af te sluiten, maar die werd afgewezen omdat we te weinig inkomen hebben voor de aflossing. Het is nu al een paar keer gebeurd dat ik niet kon pinnen omdat de kredietlimiet overschreden zou worden. Daar sta je dan met je boodschappen die je niet mee kunt nemen. Uiteindelijk heb ik toen de hypotheek op de woning kunnen verhogen. Als geluk bij een ongeluk betaal ik nu zelfs minder rente dan daarvoor. Maar daar staat tegenover dat de opbrengst van de levensverzekering straks niet voldoende is om de hypotheeklening af te lossen."

Beknibbelen en huis opknabbelen

Maria zet alle mogelijkheden om nog te bezuinigen op een rijtje. "Als ik ons oude autootje weg zou doen kunnen we nog op de kosten besparen. Maar mijn man en ik zijn beide niet goed ter been, dus zonder auto komen we nergens meer. Bovendien heb je meestal wel een auto nodig om bij je werk te kunnen komen. Als laatste mogelijkheid kan ik nog proberen onze man-vrouw-polis te verkopen, maar dan houdt het toch echt op. Als mijn man straks in de bijstand terechtkomt, dan moeten we ook nog eens ons huis opeten. Buiten de emotionele waarde was dat eigenlijk bedoeld als voorziening voor de oude dag. Dat doet pijn. Ik mag het misschien niet zeggen, maar ik kan mij best voorstellen dat mensen, die bij de huidige rijkdom zo in het nauw komen, uit stelen gaan om brood op de plank te krijgen. Het is dat ik het niet durf, anders zou ik het misschien ook doen."

Ten einde raad

"Er is zo'n grote ongelijkheid in inkomens", vervolgt Maria, "en die wordt alleen maar groter. Vaak zijn de mensen, die net iets meer hebben dan een bijstandsuitkering, er het slechtst aan toe. Wij krijgen geen huursubsidie of kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Ik moet er niet aan denken dat de wasmachine het begeeft. Voor ons is er geen witgoedregeling. Wij krijgen ook geen abonnement op een dagblad of voor het zwembad of een sportvereniging, geen toelage voor een bril of een gehoorapparaat en geen begeleiding in nood. Wij moeten alles zelf maar uitzoeken en er is niemand die ook maar een vinger naar je uitsteekt." Als de huidige beweging niet gestopt kan worden dreigt het gezin van Maria af te glijden in schulden en uiteindelijk alles te verliezen, inclusief de eigen woning. Dan staat het gezin op straat. "Ik ben ten einde raad", zegt Maria. "Uit pure ellende ben ik nu maar op zoek naar werk hoewel ik weet dat dat slecht gaat aflopen omdat mijn ziekte zeker weer gaat opspelen. De pijn blijft niet alleen beperkt tot het bekken, maar spreidt zich over het hele lichaam uit. Maar ja, dan slik ik maar een extra pijnstiller. Ik heb gewoon geen keus, nu al kom ik elke maand 200 euro tekort."

Samen sterk in de vakbond

Hoewel Maria geen directe oplossing voor haar probleem heeft, weet zij wel dat zij in haar eentje machteloos staat. "Het wordt hoog tijd dat de solidariteit weer terugkeert. De kont moet tegen de krib, we pikken het niet meer. Samen sta je sterk, we moeten samen in de vakbond. Hoe die strijd er precies uit moet zien, weet ik niet. En van de progressieve coalitie in onze plaats word ik ook niet veel wijzer want die weet het ook niet. Ik ben inmiddels uit het bestuur van die coalitie getreden, ook omdat ik het niet langer kan betalen." Ondanks de uitzichtloosheid van haar situatie blijft Maria strijdvaardig: "Maar ik laat mij er niet onder krijgen. Never, nooit, niet!" Ziehier de opdracht aan de arbeiderspartij om Maria perspectief te bieden, en de opdracht aan Maria de arbeiderspartij te versterken.