Progressieve krachten in LatijnsAmerika worden sterker en verenigen zich. |
Het besluit van de Venezolaanse Nationale Kiesraad (CNE) om de verzamelde handtekeningen van de oppositie voor een referendum om het presidentschap van Hugo Chávez ongeldig te verklaren, heeft eens te meer voor paniek gezorgd onder de aanhangers van de coup in Venezuela.
Door de overweging dat de handtekeningen op een onvoorbereide manier waren verkregen en dat het bedrijf dat ze verzamelde niet over de wettelijke machtiging beschikte, is de CNE nu het doelwit van aanvallen geworden door een oppositie, die de kiesraad eerst had toegejuicht.
De oppositie heeft al bij de staatsgreep in april 2002 haar klauwen laten zien, toen de zichzelf regeringsleider noemende ondernemer, Pedro Carmona, de grondwettelijke regering van Hugo Chávez bij decreet afzette, die bij meerdere verkiezingen door de revolutionaire (bolivariaanse) bevolking was gesteund.
Het is nog niet zo lang geleden dat de bomaanslagen op de Spaanse en Colombiaanse ambassades volgden op de slachtingen door Venezolaanse scherpschutters en stedelijke politie in burger, bij gebeurtenissen die voorafgingen aan de anti-Chávez-staatsgreep.
Op het besluit van de CNE is onmiddellijk gereageerd met terroristische acties en interne ontwrichting.
De aanval op het Miraflores paleis, waar de president zetelt, door een rechtse oppositiebeweging die de ene mislukking na de andere meemaakt, zou kunnen leiden tot een herhaling van wat er in Chili tijdens de regering van het Volksfront gebeurde.
Chávez heeft oppositiegroeperingen aangeklaagd voor de explosie die een gebouw van het regiment van de erewacht vernielde. Deze had nog veel ernstiger gevolgen kunnen hebben, omdat een van de ladingen dichtbij een brandstofopslagplaats ontplofte.
Het onderzoek naar de explosie strekte zich uit tot het Plaza Francía, een soort commandopost van voortdurende anti-regeringsactiviteiten, opgezet door de vroegere militaire coupplegers.
Van daaruit werd een eenheid, die door de regering werd verdacht van de aanval op Miraflores, onder vuur genomen. In plaats van medewerking te verlenen, vielen agenten van de gemeente Chacao de regeringsauto aan. Volgens Chávez werd deze actie geleid door Leopoldo López, de burgemeester en lid van de oppositie.
Tijdens een toespraak op een openbare bijeenkomst herhaalde Chávez zijn waarschuwing om het leger in te zetten tegen "die burgemeesters die hun politie-eenheden richting staatsgreep leiden". Al eerder voerde het leger een presidentiële bevoegdheid uit door de zware uitrusting van de hoofdstedelijke politie, nog zo'n bolwerk van de oppositie, te vorderen.
Tegelijkertijd valt, nu de legale mogelijkheden voor de coupplegingen ingeperkt zijn, de oppositie weer terug op het uitdenken van daden van burgerlijke ongehoorzaamheid, terwijl de zogenaamde Democratische Coördinatie uiteenvalt als gevolg van intern gekrakeel en machtsverdelingen.
Enkele delen van de groep hebben het nu over verandering van opzet, de tweede in zes maanden, terwijl andere groeperingen zichzelf een nieuw gezicht proberen te geven in het kielzog van de nederlaag bij het afzettingsreferendum tegen president Chávez.
De onrust werd groter na het falen van de economische ingreep, vorig jaar december, toen de oppositie besloot het land tot stilstand te brengen door de olie-industrie te saboteren en te verlammen.
Het zal nauwelijks verbazen dat de verliezers van die opzet nu zullen oproepen voor de verwijdering van Chávez uit zijn positie "met of zonder afzettingsreferendum", volgens een communiqué van een zichzelf 'Democratisch Blok' noemende vijandige groepering.
Nog een bericht bevestigt dat "het uur voor algemene burgerlijke ongehoorzaamheid is gekomen." Dit bericht is afkomstig van de Merchant Marines Civil Association (vereniging van koopvaardij zeelieden) of met andere woorden van diegenen die de export van ruwe olie met de schepen van de PDVSA (nationale olie-industrie) trachtten te verlammen.
Deze verworvenheden kunnen al aan de internationale gemeenschap getoond worden. Bijvoorbeeld de zesde Ibero-Amerikaanse Conferentie over Kinderen en Jongeren in de Boliviaanse stad Santa Cruz de la Sierra.
De Venezolaanse afgevaardigde lichtte de vorderingen toe van het 'Mission Robinson'-plan, een kortetermijndoel om 1 miljoen burgers te leren lezen en schrijven, terwijl het National Reading Plan op grote schaal boeken uit de wereldliteratuur verspreidt in de heuvels van Carácas en op andere plaatsen, waar de armoede en verlatenheid geen ruimte laten voor cultuur.
Het Venezuela van vandaag is veranderd in een enorme school. Volgens het 'Sucre Plan' moeten nieuwe schoollokalen geopend worden voor duizenden schoolverlaters, die de uitzonderlijke kans krijgen om voor een universitaire graad te studeren.
Venezuela kan de wereld laten weten dat het in staat was, in korte tijd, de kindersterfte terug te brengen van 24 naar 17 per 1000 geborenen, met dank aan het Nationale Plan ter Controle en Preventie. Dit plan werd aangevallen door de oppositie, maar de uitvoering werd gesteund door de aanwezigheid van honderden Cubaanse dokters, die deelnemen aan het Barrio Adentroplan.
De meest recente aanvallen door de vijanden van de Bolivariaanse revolutionairen doen zich voor op een tijdstip dat het werk van de Venezolaanse leiders in samenwerking met grote organisaties door het hele land, de bevolking bereikt.
Het nieuwe constructieve Venezuela, temidden van herhaalde en steeds gevaarlijker aanvallen door interne en externe vijanden, handhaaft ook een onafhankelijke buitenlandse politiek, Latijns-Amerikaans en pro-derdewereld.
Terwijl het Venezolaanse volk unieke stappen van sociale verandering zet en zelfs alternatieven opent voor het volksverzet in Latijns-Amerika, proberen de rechtse krachten ten koste van alles de zaken terug te draaien, aangevuurd door signalen van steun uit Washington.
Bron: Granma International, Havana, 23 september 2003, vertaling Cas Hilvers, enigszins ingekort.