Veel materiaal dat de conferentie opleverde is nog niet bestudeerd. Een grondige analyse volgt dus later. Daarom slechts een eerste voorlopige indruk. Vaststaat echter dat de deelname aan de conferentie op beide dagen hoog was, dat de kwaliteit van de discussies zeer goed was en dat de sfeer opbouwend en kameraadschappelijk was. Een stimulerende conferentie, ook voor de buitenstaanders.
De basis van de partij was aan het woord en nam ook het woord. Een enkeling miste de inleidingen van partijbestuurders en kaders. De aanwezigen, leden en sympathisanten, hadden echter zoveel te vertellen dat dit gemis in het niet zonk bij de mogelijkheid om te luisteren naar de kameraden en opvattingen te berde te brengen. Wellicht dat een volgende keer iets meer vergadertechnische en politieke instructie nodig is voor voorzitters en notulisten van de werkgroepen.
De conferentie leverde een schat aan voorstellen op voor verbetering van partij en krant, niet alleen aangedragen door de leden, maar ook door 'vrienden van de partij' en bevriende organisaties. Dit open karakter van de conferentie leidde zeker ook tot de ontspannen en constructieve sfeer.
De prioriteit die de partij heeft gelegd bij de solidariteit met Cuba werd gedeeld. De partij zal zich inzetten voor versterking van 'Free the Five' en 'Handen af van Cuba', maar zal ook lokaal op dit punt actiever worden. Voorafgaande aan een landelijke bijeenkomst, ook in het voorjaar, zal discussie over de solidariteit met Cuba in de afdelingen worden georganiseerd.
Uit de discussies kwam ook de noodzaak naar voren om als tweede speerpunt voor de internationale solidariteit Joegoslavië te nemen. Het zogenaamde Joegoslavië-tribunaal (ICTY) is in feite een laboratorium voor afbraak van bestaand Internationaal Recht. Joegoslavië was bovendien het eerste land in de reeks nieuwe oorlogen (niet Afghanistan en niet alles pas na 11 september). Het partijbestuur zal in een komende vergadering een standput bepalen. Inmiddels wordt er op dit punt doorgewerkt in de Haagse afdeling en wordt opgeroepen om bijeenkomsten te organiseren met de video over Kosovo (zie Manifest).
Breed gedragen werd de oproep tot verdere ontwikkeling van een eigen vakbondspolitiek en het versterken van de tendens om lid te worden van vakbonden. De landelijke werkgroep van vakbondsactivisten zal doorgaan met het ontwikkelen van standpunten.
De noodzaak om de sociale strijd meer op de voorgrond van de NCPN-politiek te zetten sprong zeer duidelijk in het oog. Sociale strijd en vakbondsstrijd moeten hand in hand gaan, maar zullen organisatorisch gescheiden worden ontwikkeld. De organisatie van de sociale strijd door de NCPN mag niet ten koste gaan van deelname aan Keer het Tij, maar de deelname van de NCPN daaraan juist versterken. Beide strijdterreinen (sociale strijd envakbondsstrijd) zullen intensief besproken moeten worden in ledenvergaderingen. Het ligt voor de hand om naast de landelijke vakbondsgroep ook landelijke groep sociale strijd op te richten.
De snelle en diepgaande sociale afbraak noodzaakt tot discussie over het dragen van bestuurlijke verantwoordelijkheid (Reiderland) en dwingt eens te meer om regelmatig en intensief overleg te hebben met de bevolking over de koers die moet worden gevaren (volkscongressen).
De discussie leverde op dat, ondanks aarzelingen in de vredesbeweging en minder aandacht voor het onderwerp, de partij moet doorgaan met de landelijke vredesgroep, conform eerdere besluiten. De partij werkt aan een campagne (des te belangrijker nu de regering voor een half jaar heeft bijgetekend) om de Nederlandse bezettingstroepen uit Irak te krijgen.
Deze lijst is verre van uitputtend.