Gedicht
Door Henricus Azewijn
Het slot
Wat is om te gillen?
Je honger met sedativa stillen?
Of op zoek naar mensen voor een gesprek
wil je nergens over práten? Te gek
voor woorden, zou je dat echt willen!
Wij houden onze grote mond
op het veld van eer, knikker en stront
opdat wij mee mogen spelen
ons niet stierlijk hoeven te vervelen
aan de kant gezet op een dubieuze grond.
Is ons milieu dan zó vervuild
dat niemand weet wat er in de oergrond schuilt
iedereen wacht tot zijn grote verbazing
dat zelfs hier en en daar een kleine aanpassing
niet voorkomt dat het gedrocht alleen maar huilt?
Tel de wolven in het enge bos
hebben wij toch één steekje los
trappelend in alwéér een rij
in onze liberale hemel, frank en vrij
want wij zijn allemáál de klos...
Behalve, misschien, die ene zonderling
die de regel bevestigt voor de kling
wachtend op het definitieve slot
het einde van het komplot
waarin niemand begrijpt wat de mens verving.