Vertegenwoordigers van het Servische ministerie van Justitie hebben afgelopen donderdag bewijzen over misdaden van het Kosovaars Bevrijdingsleger (UCK) in Kosovo en Metohija overgedragen aan de openbare aanklager van het oorlogstribunaal.
"Tijdens een vergadering met een delegatie van de openbare aanklagers werd bevestigd dat het hof zich bereid verklaarde alle relevante informatie en bewijzen omtrent misdaden die na 10 juni 1999 in Kosovo en Metohija (Kosmet) gepleegd zijn tegen Serviërs en niet-Albanezen te delen met de Servische juridische instanties en met UNMIK", aldus de verklaring.
De Servische Nationale Raad van Noord-Kosovo en president Milan Ivanovic van Metohija hebben aan de internationale gemeenschap gevraagd om een einde te maken aan het geweld in Kosovo en Metohija, en ze verweten UNMIK de slechte situatie in de provincie die veroorzaakt wordt door de arrestatie van Serviërs in plaats van de echte misdadigers, en door het verhullen van de werkelijke toestand in Kosmet.
Het hoofd van UNMIK, Harri Holkeri, verklaarde dat, ondanks deze gewelddadige situatie, de VN al hun taken in de gemeenten overgedragen hebben en zich teruggetrokken hebben uit het bestuur, maar dat ze nog wel de stabilisatie van de lokale instanties blijven controleren en ondersteunen. In feite worden de verschillende minderheden in Kosmet nu helemaal overgeleverd aan de Albaanse UCK-heersers.
Bron: Tanjug, 19/20-11-2003.