Moskou, 4 december, drie dagen voor de verkiezingen. Het Hooggerechtshof vergadert achter gesloten deuren, wat onwettelijk is. Het bekrachtigt de gevangenisstraffen van negen en vijf jaar voor de communisten Raks en Romanova, en zes jaar voor de ecologiste Nevskaya. Hun pro deo advocaten worden niet in de zaal toegelaten, wat alweer onwettelijk is.
De aanklacht tegen de drie luidt: terrorisme. Ze zouden de ruiten van hethoofdpolitiekantoor in Moskou hebben vernield met springstof. De beschuldigden ontkennen dat ze iets met de zaak te maken hebben. Er is geen enkel materieel bewijs tegen hen. Het regime maakt duidelijk wat er gebeurt met wie echt oppositie wil voeren.
President Poetin verdedigt met harde hand de belangen van de bourgeoisie, de buitenlandse en Russische. Zelfs concurrerende burgerlijke partijen worden buitenspel gezet. Op alle zes televisiekanalen zingen de ministers dagelijks de lof van Poetin's partij 'Eengemaakt Rusland'. De communisten komen enkel nog in beeld om ze ergens van te beschuldigen. Ze zouden onder één hoedje spelen met de Tsjetsjenen en met de kapitalisten, ze "vernielen kerken en vermoorden pastoors".
In de regio van de petroleumarbeiders stond de communist Tsjerepanov ver voor in de peilingen, zijn verkiezing was nagenoeg zeker. Maar de kiescommissie vond een reden om hem als kandidaat te schrappen, tegelijk met nog éénderde van de andere kandidaten. Alleen Poetin's mannetje mocht winnen. Ook de oppositiepers ligt onder vuur. De linkse krant Tiumen (met een oplage van 100.000 exemplaren) mag niet meer verschijnen. Alle drukkerijen kregen uitdrukkelijk een verbod van de overheid om de krant te drukken.