Zelfs wanneer de bezetting perfect zou verlopen, dan nog zou ze verkeerd zijn. Zo luidt het inmiddels overbekende commentaar van de verbitterde Irakezen die aan de ene kant wensen dat de bezetting van hun land mislukt, maar aan de andere kant oprecht hopen dat de wederopbouw van hun land een succes wordt. (deel 1 van 2)
Hoe hard de bezetters ook proberen om de wederopbouw in juiste banen te leiden, de VS en hun bondgenoten hebben geen recht aanwezig te zijn in Irak.
Ten zuiden van de stad staat een dubbele rij auto's opgesteld van drie kilometer lang, tussen huizenblokken en tot over een brug over de Tigris, die pas eindigt bij een door prikkeldraad omgeven tankstation dat bewaakt wordt door een pantserwagen en een tank. Als het sluitingstijd is laten de meeste chauffeurs hun auto achter, zodat ze de file niet hoeven te verlaten om de volgende dag weer achteraan te moeten sluiten. Het is een nachtwake voor benzine in het land met de op één na grootste olievoorraden.
Overdag hangen veel van de 12 miljoen werkloze Irakezen rond voor Checkpoint 3 van de Groene Zone, het zwaar beveiligde hoofdkwartier van de Voorlopige Autoriteit van de coalitie. De kans dat de Amerikanen hen een baan te bieden hebben is verwaarloosbaar, maar toch komen ze elke dag. Anderen verdoen hun tijd in de hotellobby's, waar ze journalisten en anderen die niet voor de regering werken hun diensten als chauffeur of vertaler opdringen. Met zoveel werkloze vroegere universiteitsprofessoren, ingenieurs en ambtenaren die taxichauffeur geworden zijn heeft Bagdad waarschijnlijk de hoogst opgeleide taxichauffeurs per vierkante kilometer ter wereld. Als je een praatje met ze begint delen de taxichauffeurs je steevast de algemeen heersende opvatting mee: "Zelfs Saddam Hoessein had er niet zo'n puinhoop van kunnen maken."
De Irakezen zijn het er in meerderheid over eens dat het leven verslechtert in plaats van dat het er beter op wordt. Het overheersende gevoel is een mix van rancune, berusting, frustratie en ongeloof. Enerzijds zijn de Irakezen verbitterd over de bezetting, maar schikken velen zich toch, en verlaten zich in hun dagelijkse overlevingsstrijd op de Amerikanen. Anderzijds kunnen ze niet geloven hoe de enige supermacht ter wereld er ondanks alle tijd en de hoeveelheid geld er niet in slaagt het herstellingsproces tot een succes te maken.
De VS zeggen op hun beurt dat de Irakezen te veel in korte tijd verwachten. "Tijd is het enige knelpunt", verklaarde Ted Morse, de coördinator van de Voorlopige Autoriteit voor de regio Bagdad. "Tijdens elke conflictsituatie heerst er ongeduld onder de bevolking die alles onmiddellijk gedaan wil krijgen. Dat is onmogelijk."
De Irakezen hebben echter zelf aangetoond dat het wel mogelijk is. In 1991, na de eerste Golfoorlog en ondanks de VN-sancties, kostte het de Iraakse bureaucraten en technici maar drie maanden om de elektriciteitsvoorziening terug te brengen op het niveau van voor de oorlog, zo pochte Janan Behman, de manager van de elektriciteitscentrale Daura in Bagdad. Nu, na bijna negen maanden en ondanks de betrokkenheid van de Amerikaanse reus Bechtel, de bouwer van de Hooverdam en een paar van de grootste machinefabrieken ter wereld, bedraagt de Iraakse energieproductie 3.600 megawatt, dat is minder dan twintig procent van de benodigde 20.000 megawatt. Een dagelijkse stroomuitval van twee of drie uur zou acceptabel zijn na negen maanden. Maar zestien uur?
Een groot deel van de puinhoop kan ook geweten worden aan de schrijnende incompetentie en het gebrek aan ervaring van de mensen die het in Irak voor het zeggen hebben. Er is al veel gezegd over de bestuurders in de Groene Zone die weinig tot geen ervaring hebben in het openbaar bestuur. Ook zijn er al verschillende rapporten over de verwarring en het gebrek aan coördinatie tussen de verschillende betrokken instanties. Ook is het, evenals tijdens vroegere koloniale bezettingen, moeilijk om de beste en intelligentste kandidaten ertoe te bewegen om alles achter zich te laten en naar een of andere uithoek te vertrekken om daar met geweren verwelkomd te worden.
Volgens een enquête uitgevoerd door het bureau Gallup gelooft slechts één procent van de Iraakse ondervraagden dat de vestiging van een democratie het doel van de VS is. Toch neemt de meerderheid van de Irakezen niet actief deel aan de strijd tegen de bezetting. Hoewel het verzet groeit is er nog geen sprake van een intifada. Slechts zes procent van de ondervraagden gelooft dat de VS aanwezig zijn om hulp te bieden.(2) Toch willen de Irakezen die in staat gesteld worden om deel te nemen aan de wederopbouw deze tot een succes maken. Niet zozeer om de Amerikanen te steunen zeggen ze, maar om te verzekeren dat olie en elektriciteit beschikbaar blijven. De Irakezen mogen dan niet dol zijn op de Amerikanen, toch zouden ze 's morgens graag wat warm water hebben deze winter.
"Als het systeem zo werkt dan moet ik me daar bij neerleggen", aldus Dathar
Al Khshab, de directeur van de olieraffinaderij van Daura. "Als het de enige manier is om de zaak in beweging te houden dan is het maar zo", zei hij. Waarmee hij ook de mening weergaf van andere managers van de openbare voorzieningen. Arbeiders in de olie-industrie deinzen er eveneens voor terug om hun raffinaderijen te sluiten als onderhandelingstroef en om de bezetting te ondermijnen. Ze weten dat dit de Amerikaanse bezetting lam zou kunnen leggen. Ze vrezen echter ook de gevolgen ervan voor de Iraakse bevolking. Maar op de vraag of ze de coalitietroepen steunen, zegt Hassan Jum'a, de vakbondsleider van de Southern Oil Company Union, vastberaden: "Je kunt de maan niet verstoppen. Elke rechtgeaarde Irakees zou de bezetting moeten afwijzen."
Een andere populaire uitleg die de ronde doet is de beschuldiging dat het saboteren van de wederopbouw een doelbewuste poging van de bezettingsmachten is om de Irakezen volkomen afhankelijk en onderdanig te maken. Je hond honger laten lijden voorkomt niet alleen dat hij gaat blaffen, het zorgt er ook voor dat hij zijn baasje overal volgt. Het probleem van deze theorie is, dat gezien de relatieve decentralisatie van het wederopbouwproces waarbij tientallen contractanten en onderaannemers betrokken zijn, het vrijwel onmogelijk is om een opzettelijk fiasco in het geheim te bewerkstelligen. Bovendien zou deze tactiek gezien het groeiende verzet uitermate riskant zijn omdat ze de poging om "het hart en de ziel" van de Irakees te veroveren zou ondermijnen. Je hond honger laten lijden kan er ook voor zorgen dat hij wanhopig en vals wordt.
Het antwoord op de vraag waarom van de wederopbouw tot dusver niets terechtkomt zou wel eens minder onheilspellend kunnen zijn.
Waarom zijn de benodigde onderdelen niet geleverd? Jasim gaf smalend antwoord, alsof het antwoord voor het oprapen lag: "Omdat geen ander bedrijf daar toestemming voor gekregen heeft, alleen Bechtel." In tegenstelling tot andere bedrijven draagt Bechtel het juiste keurmerk. Sinds de oprichting onderhoudt de leiding van het bedrijf lange en innige vriendschapsbanden met regeringsfunctionarissen. Een lid van Bechtel's raad van commissarissen, George Schultz, was minister van Financiën onder Nixon, minister van Buitenlandse Zaken onder Nixon, en toevalligerwijs voorzitter van de adviesraad van het Comité voor de Bevrijding van Irak. Ook de voormalige CIA-baas, John McCone, de vroegere minister van Defensie, Casper Weinberger, en de voormalige NAVO-opperbevelhebber, Jack Sheehan, zijn terug te vinden op de loonlijst van Bechtel.
(wordt vervolgd)
Bron: Asia Times, 25 december 2003, vertaling Frans Willems.