In de provincie Fryslan is laatst een voorontwerp van een nieuw provinciaal streekplan openbaar gemaakt. Uiteraard was dat voor de Friese omroep (Omroep Fryslan) een mooie gelegenheid de verantwoordelijke gedeputeerde, samen met een aantal geïnteresseerde prominenten, aan de praattafel van de Friese televisie uit te nodigen.
Het is bekend dat aan dergelijke tafels mooie en ook minder mooie woorden gezegd worden; de kwalificaties uiteraard voor rekening van onderscheiden belangenvertegenwoordigers. Kan men, gezeten aan deze meubelstukken, vaak langdurig van mening verschillen over zaken waarover men het bijna eens is, er is altijd één onderwerp waarop, als het zich aandient, nooit commentaar komt. Dat onderwerp is: laatdunkendheid waar het gewone, eenvoudige mensen - zeg maar: het volk - betreft. Hoewel je dit dagelijks wel meerdere keren tegenkomt, blijven sommige momenten toch langer hangen. Ook dit moment.
Tijdens de televisiediscussie zegt de gespreksleider, een beetje chargerend, dat hij een bekende provinciebewoner had horen zeggen dat er van Fryslan beter één groot 'center-parcs' gemaakt kon worden. Dit was, zo mogen we wel aannemen, een illustratie van de belangrijkheid van recreatie en toerisme voor de provinciale economie. Ene meneer - iets belangrijks bij een toeristisch bureau, zijn naam ben ik vergeten - vroeg de aanwezigen of zij wel eens in een vacantieverblijf van Center Parcs waren geweest. Zonder een antwoord af te wachten zei hij: dan weet u ook wat voor soort mensen daar komt; dat soort volk willen wij hier in Fryslan toch zeker niet hebben...?
De discussie ging verder, niemand ondersteunde of bestreed deze toch zeker niet onbelangrijke mening, als gold het hier een door iedereen geaccepteerde vanzelfsprekendheid. Dat deze verbaal niet werd ondersteund, zal ook te maken hebben gehad met de wetenschap van een televisiekijkend publiek, waaronder meerdere mensen die zich geen dure buitenlandse vacanties kunnen veroorloven. Als mensen, die niet drie of vier keer per jaar met vacantie kunnen gaan - waaronder dure transoceanische - maar hun karige vacantiegeld binnenslands of in het nabije buitenland besteden, wat overigens ook al niet goedkoop is, als er al op dié mensen wordt neergekeken hoe kwalificeren ze dan dat groeiende aantal dat niet eens meer weet wat met vacantie gaan is?
Minachting voor het in hun ogen eenvoudige, dat is de tot natuur geworden eigenschap van een zich elite wanende groep. Deze minachting en onderwaardering is de vereiste voorwaarde tot de eigen hoogachting, zelfingenomenheid en zelfoverwaardering. Het is de ideologische uitgave van: de welvaartstweedeling. Het is dezelfde groep die voortdurend roept dat er geen klassen meer zijn, dat het klassenvraagstuk is opgelost, die zich steeds uitbundiger als elitaire klasse, als boven het gewone volk staande klasse, manifesteert. Op alle terreinen van het leven doet zich dit voor. Het is zelfs al in de integratiediscussie binnengeslopen.
Zo las ik onlangs dat een als Marokkaan geboren Nederlander zich geïntegreerd weet omdat hij als romancier en wetenschapper één is met zijn sociale klasse. Want, zo zegt hij, ik leid een met mijn omgeving vergelijkbaar leven. Turken en Marokkanen, zo zegt hij, die laag op de sociale ladder staan - arbeiders dus - kunnen ook integreren als ze liedjes van André Hazes en Johnny Jordaan gaan leren. Tot zover onze 'allochtoon' die het zover geschopt heeft.
Nu niets ten nadele van genoemde volkszangers van het Nederlandstalige levenslied, maar de oplettende lezer weet wat de zegsman en schrijver dezes, ieder vanuit hun eigen klassenbewustzijn, bedoelen. De geslaagde 'allochtoon', geïntegreerd in de Nederlandse elite, is druk bezig met baas worden over de massa van 'allochtone' knechten die, op een 'laag' niveau nog steeds bezig zijn met het cultiveren van hun uitheemse volkswijsjes. Waaruit volgt dat zij hoognodig moeten integreren in de inheemse smartlappencultuur, in de voorstelling zoals de elitaire minachters daar van hebben. En, niet gezegd, maar wel gedacht, als het eraan zit ook eens met vacantie naar Center Parcs; samen vacantie vieren met je 'autochtone' klassengenoten van hetzelfde laag allooi Baas en knecht. Maar deze bazen, zowel de Friese praattafelredenaars als de Marokkaans-Nederlandse schrijver-wetenschapper, zij allen denken, omdat zij op anderen neerkijken, bazen te zijn. Maar, het zijn knechten. Knechten van hun bazen! Het eenvoudige vraagt niet om bewondering, maar om respect. Het grote eenvoudige is de voedingsbodem voor het kleine bijzondere. Wie niet respecteert waaruit hij voortkwam of van wiens arbeid hij betaald wordt, heeft geen enkel recht op bewondering.