Acht jaar nadat de affaire Dutroux losbarstte, komen vier beschuldigden voor het Hof in Aarlen. Vanaf 1 maart zitten Marc Dutroux, zijn vrouw Michèle Martin, zijn medeplichtige Lelièvre en... Michel Nihoul in de beklaagdenbank. Nihoul ontsnapte zelfs bijna aan het gerecht. De jury zal het niet makkelijk hebben want de vragen zijn verre van opgelost.
Zeg maar: weinig vragen zijn opgelost. Omdat diegenen die het onderzoek leidden, ze niet wilden oplossen.(*) Michel Nihoul zit dus ook in de beklaagdenbank in Aarlen, naast Marc Dutroux, Michèle Martin en Michel Lelièvre. Dat was beslist door de kamer van inbeschuldigingstelling van Luik, op 7 maart 2003. De beslissing om Nihoul naar de rechtbank te sturen is logisch maar kwam toch als een verrassing.
Eerder had de raadskamer van Neufchâteau (de voorlaatste etappe voor een proces) beslist Nihoul buiten vervolging te stellen. De voorzitter van die kamer, rechter Moinet, had zich achter de argumenten van onderzoeksrechter Langlois geschaard die vond dat Nihoul niets te maken had met de ontvoering van de kinderen. En dat men zelfs niet kon aantonen dat hij eventueel betrokken zou zijn bij een criminele organisatie, met Dutroux en zijn medeplichtigen. Dit vonnis ving twee vliegen in één klap: Nihoul heeft niets te maken met de ontvoeringen en er bestaat geen criminele organisatie rond Nihoul-Dutroux, want Dutroux is niet betrokken bij de drugshandel van Nihoul en Lelièvre. We weten echter dat Dutroux het al vanaf 1995 met al zijn vrienden had over "bestellingen en leveringen waar honderdduizenden frank mee te verdienen viel."
Nihoul trok op met de bende van Patrick Haemers die destijds ex-premier Van den Boeynants ontvoerde, met tal van politici, zakenlui, rechters, officieren van rijkswacht en politie. Veel van die vrienden en kennissen leverden hem diensten, beschermden zijn medeplichtigen, verhinderden veroordelingen. Sommige van die kennissen zitten nog op ministerposten, in kabinetten, bij de politie of in de magistratuur.
De parlementaire onderzoekscommissie Dutroux-Nihoul was in 1997 tot het besluit gekomen dat er aanwijzingen waren dat Nihoul en Dutroux - samen en/of afzonderlijk - een criminele organisatie op poten hadden gezet en dat hun activiteiten elkaar aanvulden. De commissie zegt ook dat de mannen bescherming genoten van politieagenten of corrupte rechters, of in de schaduw werden gehouden dankzij praktijken van politie of gerecht die hun misdaden vergemakkelijkten.
Oude vrienden van Nihoul, politiemannen en magistraten, kwamen vanaf het begin tussenbeiden om het onderzoek op de verkeerde rails te zetten of om zelf hun vrienden die bij de zaak betrokken waren te ondervragen (of te waarschuwen?). De rijkswachters die in het kader van de X-dossiers op zoek waren naar prostitutienetwerken, werden belasterd en van de zaak gehaald. Die onderzoeken werden begraven. De man van de gerechtelijke politie die onderzoek deed naar Nihoul, maakte geen enkele fout. Toch werd hij het mikpunt van zijn oversten. Het hoofd van de onderzoekscel naar Nihoul gaf in 1997 toe dat men hem verboden had een onderzoek in te stellen naar de ecstasy-handel die Nihoul en Lelièvre hadden opgezet vlak voor hun arrestatie. De man werd verplicht het onderzoek naar de kringen waar Nihoul zich ophield, over te dragen aan het parket van Brussel. In die kringen zocht hij naar Nihoul's mogelijke beschermheren.
Rechter Langlois weigerde getuigenissen na te trekken zogezegd omdat "de overdreven media-aandacht voor de beschuldigden maakt dat de mensen Nihoul en Dutroux overal zien". Bourlet heeft Langlois moeten verplichten om analyses uit te voeren die konden vastleggen welke meisjes in de kelder van Dutroux verbleven en wie daar nog geweest was. Die analyses zijn nog altijd niet afgerond. Met de steun van de top van politie en gerecht complotteerde Langlois met een deel van de pers om de stelling te verspreiden dat Dutroux alleen handelde en dat Nihoul een kleine afzetter was die niets met de ontvoering van de kinderen te maken had.
Fermon en Beauthier hebben aangetoond dat zowel de verklaringen van de beschuldigden zelf als die van de getuigen en ook materiële feiten tot de conclusie kunnen leiden dat er een bende van misdadigers bestaat die actief is op verschillende terreinen: mensenhandel, drugshandel, handel in valse papieren, wapen- en autohandel, ontvoering en opsluiting van minderjarigen.
Op basis van het huidige dossier is het onmogelijk om te weten of Nihoul schuldig is of niet. Maar zonder zijn aanwezigheid hadden de families van de slachtoffers zelfs nooit de hypothese kunnen uiten dat er een criminele organisatie bestond die zich bezighield met het ontvoeren van kinderen om ze te prostitueren. Zoals Jan Fermon zei: "Mijn cliënte Laetitia had zich zeker moeten houden aan de uitleg van Dutroux die fantaseerde dat hij zijn gezin wilde uitbreiden?"
Natuurlijk zit het gerechtshof met een vervalst en onvolledig dossier waar veel vragen geen antwoord krijgen. Na zo'n eenzijdig onderzoek is het absoluut onontbeerlijk dat de slachtoffers tijdens het proces het recht krijgen sporen te laten onderzoeken die rechter Langlois niét volgde. Sporen die vertrekken van of leiden naar Michel Nihoul. Men zal de oude banden van Nihoul met kringen van mensenhandel en kindermishandeling moeten onderzoeken. Men zal de rottigheid van een bepaald 'zaken'wereldje moeten onthullen, van een deel van de magistratuur, politie en politieke wereld waar Nihoul zich dertig jaar lang in ophield. Nihoul had onder zijn misdadige vrienden, zijn relaties en zijn handlangers in de misdaad, moordenaars, kindermishandelaars en corrupte politici en ambtenaren en natuurlijk de bende van Dutroux...
(*) Herwig Lerouge voerde een tegenonderzoek en schreef er een boek over. Het dossier Nihoul verschijnt volgende maand bij Epo. Met elementen uit het gerechtelijk dossier toont de auteur aan hoe Nihoul zich meer dan twintig jaar lang onledig hield met allerlei zwendelpraktijken. Onder zijn vrienden telde hij magistraten, politie-officieren en politici. Velen van hen kwamen tussenbeiden in het onderzoek naar de bende Dutroux-Nihoul. Bestel vanaf maart via www.epo.be