Strijd voor sociale woningbouw hard nodig
Onderdeel van CiBoGa wat al wel gerealiseerd is. Op het CiBoGa-terrein (Circus, Boden en Gasfabriek), net buiten de binnenstad, wordt een autoluwe wijk ontwikkeld met voornamelijk koopwoningen. De ontwikkeling stagneert echter doordat de vraag naar koopwoningen daalt.
|
Van onze correspondent
De woningbouw in de stad Groningen is - net als in andere delen van het land - nu op een recorddieptepunt aangekomen. Volgens de provinciale nota Bouwen en Wonen moet de gemeente Groningen elk jaar 1350 woningen bouwen. Dat is in de praktijk nog geen enkele keer gelukt.
In 2001 bedroeg dit 1125 en in 2002 1147. Vorig jaar bleef dit beperkt tot 762 en dit jaar wordt zelfs niet meer dan 521 verwacht. Oorzaak: de instortende economie waardoor kopers het af laten weten. Projectontwikkelaars leggen de productie stil totdat er voldoende kopers zijn gevonden. Een deel van de opgeleverde koopwoningen betreft renovatie. Veel daarvan staan echter langere tijd leeg, zodat ook daar de klad in komt. Voor de verliezen moeten de huurders opdraaien via de jaarlijkse huurverhogingen. Ook braakliggende percelen kost de eigenaar (de gemeente) geld, dat door de bevolking moet worden opgehoest.
Liberalisering
De stagnatie in de bouwplannen hangt onlosmakelijk samen met de zogeheten 'marktwerking' als onderdeel van liberalisering. Zelfs de wethouder van Ruimtelijke Ordening Smink, die veel van deze bouwplannen in gang zette, beaamt dat die marktwerking niet zo zaligmakend is. Woningen bouw je immers voor veertig à vijftig jaar. Niemand kan veertig jaar of zelfs maar vijf jaar van tevoren de marktomstandigheden voorspellen. Veel van die plannen zijn door de realiteit ingehaald. Ondertussen zijn er plannen in de maak om de huurprijzen van woningen vergaand te liberaliseren. Hiermee kunnen corporaties dan een slaatje slaan uit de afbraak van veel sociale huurwoningen. Met name de huren van de goedkopere woningen zouden dan flink in prijs omhoog kunnen gaan. Hoe de plannen van minister Dekker er definitief gaan uitzien, wordt eind april, begin mei duidelijk.
Oplopend tekort aan huurwoningen
In de afgelopen jaren zijn met name in de sociale huursector veel woningen verdwenen. Dit ingrijpen in combinatie met de economische recessie zet de woningmarkt onder druk. De vraag naar goedkopere huurwoningen, met name voor senioren, neemt toe. Volgens ramingen zou er in de stad Groningen een tekort van 1100 woningen voor senioren bestaan. Zij wachten soms acht jaar op een betaalbare woning. Ouderen met een AOW-uitkering of een AOW-uitkering plus nog een pensioentje, worden de dupe. Het Stedelijk Overleg Ouderenbonden Groningen (SOOG) riep in januari van dit jaar in een open brief de corporaties op meer aandacht te geven aan de vergrijzing, die zijn hoogtepunt rond 2015 zal bereiken. Volgens het SOOG onderschatten de corporaties het probleem. Dit ondanks hun inspanningen om aangepaste nieuwbouw te realiseren en bestaande woningen geschikt te maken voor senioren. De corporaties zeggen echter in hun bouwbeleid goed voorbereid te zijn op het rond 2015 verwachte toppunt van de 'grijze golf'. Ook voor andere groepen (jongeren, studenten, gezinnen) neemt het tekort aan huurwoningen toe, niet alleen in de stad zelf, maar ook in omliggende plaatsen.
Inspraak van de huurder
Overal in het land zijn in de afgelopen jaren woningbouwcorporaties gefuseerd en grote ondernemingen geworden. In combinatie met het beleid om veel huurwoningen te slopen om plaats te maken voor woningen in de duurdere categorieën (huur en koop), de afschaffing van de subsidies op de volkshuisvesting en de huurverhogingen, heeft de huurder in praktijk weinig tot geen inspraak meer in het gevoerde beleid. De NCPN-afdeling Groningenschreef onlangs een ingezonden artikel naar het Dagblad van het Noorden, waarin zij bepleitte de inspraak van huurders te verbeteren. Zo is de woonkoepel (een stedelijk platform van huurdersorganisaties) een aantal jaren geleden ter ziele gegaan. De gemeenteraadsfractie van de SP deed onlangs het voorstel om deze woonkoepel weer her op te richten.
De NCPN vindt dat huurders - bijvoorbeeld via een weer op te richten stedelijk platform van huurdersorganisaties - meer inspraak moeten krijgen in het beleid. Daarbij gaat het om de realisering van concrete en reële eisen:
- Huren op de nullijn: een zeer gematigde huurstijging vanwege de aantasting van de inkomens van de meeste huurders.
- Meer bouwen in de sociale huursector om bestaande tekorten terug te dringen.
- Geen liberalisering van de huurprijzen.
Nieuwe volkshuisvestingsplannen
De eis om meer sociale huurwoningen te bouwen betekent ook dat er een wijziging moet komen in de bestaande volkshuisvestingsplannen. Die gaan nog steeds uit van economische groei en bouw van duurdere koopwoningen. Deze plannen dienen aangepast te worden aan de gewijzigde economische omstandigheden, die juist tot stagnatie van de woningbouwproductie hebben geleid in met name de (duurdere) koopsector, terwijl de behoefte aan goedkopere woningen toeneemt. De gemeente zou - onder druk van huurdersorganisaties - moeten komen tot een wijziging van haar woningbouwbeleid en zou een ontwikkeling tot stand moeten brengen waardoor ook in de sociale huursector weer voldoende en ook betaalbare woningen worden gerealiseerd. Om de prijzen van huurwoningen te drukken, zou de gemeente de grondprijzen voor sociale woningbouw dienen te verlagen. Beter sociale woningbouw dan braakligging!
Bronnen:
Dagblad van het Noorden 4 maart 2004
Woonbond (www.woonbond.nl)