'Kamp Amersfoort' op 19 april tot nationaal monument verklaard


 

Door Hein van Kasbergen

Na de kampen Vught, Westerbork en de Hollandse Schouwburg in Amsterdam, heeft 'Kamp Amersfoort', ook bekend als Polizeilisches Durchganglager Amersfoort (PDA), op 19 april jl. haar nationale status verkregen. Kamp Schoorl ontbreekt helaas nog.

Staatssecretaris Ross-van Dorp (VWS) opende het nieuwe bezoekerscentrum dat ruim een miljoen euro heeft gekost. De opening luidde verschillende herdenkingsplechtigheden in. Ruim duizend oud-gevangenen, waaronder Gerrit Kleinveld, nabestaanden en belangstellenden woonden de plechtigheid bij. Velen legden aansluitend bloemen bij het oorlogsmonument De Stenen Man van de CPN-er Frits Sieger.

Grote offers

Kamp Amersfoort nam al in 1940 veel communisten op die vanuit Kamp Schoorl werden overgeplaatst. Na de Februaristaking van 1941 kwam er een tweede grote toestroom van CPN-kaders in het kamp terecht.

In 'Kamp Amersfoort' zijn in de Tweede wereldoorlog ruim 35.000 mensen gevangen gezet, waaronder een groot deel politieke gevangenen, zoals de geestelijke Titus Brandsma, maar ook communisten zoals mr. Alex de Leeuw en Louis de Visser en honderden andere verzetshelden. Zij verbleven daar zonder vorm van proces onder erbarmelijke omstandigheden. Honderden gevangenen vonden er de dood door ondervoeding, uitputting, mishandeling en executies. Een van de bekendste beulen was Joseph Kotälla (drie van Breda). Bijzonder is dat in het kamp 101 krijgsgevangen Sovjet-manschappen (soldaten van het Rode Leger) verbleven, waarvan 77 zijn geëxecuteerd en de overigen de krijgsgevangenschap ook niet hebben overleefd. Kamp Amersfoort wordt met de Waalsdorpervlakte de grootste executieplaats van Nederland genoemd.

Bijna verdwenen

Het heeft bijna zestig jaar geduurd voordat Kamp Amersfoort terecht haar nationale status heeft gekregen en het had weinig gescheeld of het kamp was in het niets verdwenen. In de vijftiger jaren werd er een politieschool op het kampterrein gevestigd en in de jaren tachtig werd dit uitgebreid met een golfbaanaccomodatie (De Hoge Kleij) zodat er, tot op de dag van vandaag, boven de graven een balletje geslagen kan worden. Er ontstonden jarenlange conflicten tussen de gemeenten Leusden en Amersfoort over wie het onderhoud moest betalen aan het weinige dat nog van het kamp restte.

Sucsesvolle samenwerking

Aart van de Putte en Hein van Kasbergen, respectievelijk voorzitters afdelingen GroenLinks en NCPN, maakten het plan in nauwe samenwerking met de verzetsstrijders Gerrit Kleinveld, Dick van der Meer, Henk van Luttikhuizen e.a. Daarnaast kregen zij steun van Amersfoort Solidair en de Stichting 40-45. Het initiatiefvoorstel werd op 6 april 2000 tijdens burgerspreektijd in de Amersfoortse gemeenteraad ingesproken en werd unaniem ondersteund door alle politieke partijen in de raad. Aan B en W werd opgedragen om 'Kamp Amersfoort' tot nationaal monument te laten verklaren in het kabinet. Dit resulteerde in o.a. lobbywerk tussen burgemeester A. van Vliet en de toenmalige minister E. Borst. Het Tweede-Kamerlid van de PvdA, B. Middel, diende een motie in. Die heeft ertoe geleid dat 'Kamp Amersfoort' een nationale status heeft gekregen en daarmee een toch wat late erkenning voor alle mensen die hun leven gaven door het Duitse fascisme.