De opbouw van de "Europese militaire strijdkrachten" moeten in het jaar 2004 goede vooruitgang boeken. Met een tweedaags 'informeel samenzijn' vlak voor Pasen hebben de 'ministers van Defensie' van de EU op 5 en 6 april in Brussel het plan op de rails gezet voor de verdere uitbouw van wereldwijd inzetbare strijdkrachten. Na "inleidende opmerkingen" van secretaris-generaal van de EU Solana werden ze het eens op vier zwaartepunten.
Met voorrang zal zo snel mogelijk het door de Franse en Engelse regering voorgestelde en door de Duitse regering ondersteunde plan worden gerealiseerd voor meerdere strijdgroepen ('battle groups') van telkens 1500 personen sterk. Het gaat over eenheden op bataljonsterkte die binnen enkele dagen naar "internationale spanningshaarden" kunnen worden verplaatst. Solana noemde als voorbeeld de operatie "Artemis" in Congo, die 'binnen tien dagen' nadat de beslissing was genomen kon worden gestart. Het doel is om tot zeven à negen van zulke hoogmodern toegeruste, snel beschikbare en verplaatsbare strijdgroepen te komen. Uiterlijk 2007 moeten ze volledig inzetbaar zijn.
De tot nu gemaakte afspraken voor het creëren van grotere EU-interventietroepen onder zelfstandig EU-commando met een totaal van 60.000 soldaten, 400 vliegtuigen en 100 schepen, die binnen 60 dagen verplaatst worden en een jaar ononderbroken kunnen worden ingezet, zijn daarmee echter niet van de baan. Veeleer moeten de 'battle groups' in zekere zin het "supersnelle speerpunt" vormen voor een direct ingrijpen van de EU in "crisissituaties", waar dan de langduriger inzet van de grotere interventiemacht op kan volgen. Zoals Solana beklemtoont, is het vermogen tot snel ingrijpen een noodzaak, "om de rol te versterken die de EU in de wereld wenst te spelen". Het zou de bedoeling van de EU zijn, om meerdere van dergelijke groepen gelijktijdig te kunnen inzetten.
Eveneens moet er meer vaart gezet worden achter de opbouw van het 'Europese militaire planbureau', dat tot doel heeft de toekomstige behoefteplanning en bestellingen van de lidstaten inzake militaire bewapening, wapens en toestellen te "coördineren" en de uitbreiding van een zelfstandige Europese wapenindustrie te bevorderen. Een 'opbouwteam' met medewerkers uit ruim een dozijn lidstaten is volgens Solana sinds midden februari bezig plannen op te zetten voor structuur en begroting. Solana dringt erop aan dat dit voorwerk vóór juni klaar moet zijn, zodat op de juni-bijeenkomst van de Europese Raad de uiteindelijke beslissingen genomen kunnen worden en het planbureau "nog voor het einde van het jaar begint te functioneren." Solana verklaarde, met het oog op de Europese grondwet, die voorziet in het oprichten van een "Europees bureau voor bewapening, onderzoek en militaire mogelijkheden", (wat echter nog steeds niet is aangenomen) dat het militaire planbureau uiteraard al in het leven kan worden geroepen "zonder te wachten tot de nieuwe grondwet is geratificeerd".
Tot begin van de tweede helft van 2004 moet ook de militaire planninggroep bij de Europese militaire staf in Brussel haar werk beginnen, die als opdracht heeft plannen uit te werken voor een zelfstandige Europese militaire operatie die niet in het kader van de NAVO plaatsvinden, en daarmee samenhangend planningswerk van de nationale generale staven van de lidstaten coördineren. Oospronkelijk was dit instituut aangeduid als 'EU-hoofdkwartier'. Na heftig protest uit de VS werd dat idee formeel een niveaulager benoemd tot 'planninggroep' in het kader van de in Brussel reeds aanwezige Europese militaire staf. Om 'verdubbelingen' te vermijden moet tegelijkertijd een contactplaats van de NAVO bij de Europese militaire staf worden ingericht en een 'Europese cel' bij het NAVO-hoofdkwartier SHAPE.
Ook willen de Europese militaire chefs nog dit jaar alle plannen en voorbereidingen rond hebben, om uiterlijk begin 2005 de actuele militaire operatie van de NAVO in Bosnië te kunnen vervangen door een militaire operatie die door Europa wordt geleid, "met ongeveer dezelfde opzet als de vertrekkende SFOR."
De SFOR heeft op dit moment ongeveer 7000 manschappen in Bosnië ingezet. Na de aanzienlijk kleinere Europese militaire macht in Macedonië en in Congo zou de operatie in Bosnië de tot nu toe grootste langdurige militaire inzet zijn onder zelfstandig Europees commando. Weliswaar blijft, op verzoek van de VS en tegen de uitdrukkelijke wil van Frankrijk, een kleine 'NAVO-eenheid' van zo'n 200 à 300 man naast de Europese troepen in Bosnië met de opdracht de "door het Internationale Tribunaal van Oorlogsmisdaden gezochte personen die verdacht worden van oorlogsmisdaden" te zoeken en te arresteren.
Bron: UZ, 16-4-2004, vertaling Yosé Höhne-Sparborth.