De 'Bundeswehr' met schone handen

Wat militair historicus Wolffsohn eist, werd al geprobeerd


 

Door Marcel de Jong (*)

De beelden van martelende Amerikaanse en Britse soldaten in Irak waren amper uitgezonden of daar meldde zich de prominente militaire historicus Michael Wolffsohn uit München in een tv-uitzending: "Als een van de middelen in de strijd tegen het terrorisme is voor mij de marteling of de dreiging met marteling geoorloofd." Dat moest minister van Defensie, Peter Struck, natuurlijk tegenspreken. "Een Duits soldaat martelt niemand', liet hij woensdag weten.

Wolffsohn is niet alleen op alle tv-kanalen een graag gehoorde deskundige op het gebied van de internationale veiligheid, hij geeft ook les op de universiteit van de Bundeswehr. Nadat van Struck geëist was die man te ontslaan, liet een woordvoerder van de Bundeswehr echter weten dat de minister niet over "wettelijke of disciplinaire middelen" tegen Wolffsohn zou beschikken. Een ontslag zou ook slecht in het politieke klimaat van dit moment hebben gepast. Niet alleen omdat officieren van justitie marteling van ontvoerders hadden geëist en Brandenburgs justitiepersoneel het martelen van gevangenen hadden geoefend. Het was tenslotte minister Struck's collega, Otto Schily (Binnenlandse Zaken), die korte tijd geleden in het weekblad 'Der Spiegel' over het doden van terroristen had nagedacht, natuurlijk om erger te voorkomen.

Video's met folteringen

Ook de soldaten van de Bundeswehr hebben geen Wolffsohn als raadgever nodig. Een, in het Bundeswehr-opleidingscentrum Hammelburg vervaardigde, video toont soldaten hoe zij o.a. een vrouw - gespeeld door een lid van de Bundeswehr - verkrachten en kruisigen, een aan een boom vastgebondene doodschieten, of een derde de keel doorsnijden. "De film werd in 1996 opgenomen, terwijl het tot de 'Crisisbestrijdingsmacht' (KSK is een 'special force' van de BW) behorende bataljon zich voorbereidde op zijn overplaatsing naar voormalig Joegoslavië," berichtte in 1997 de Oostenrijkse internet-site Zoom.Mediaweb.

Wat gebeurde er in Afghanistan?

Deze martelscènes waren 'slechts' gespeeld. Maar wat doet de Bundeswehr eigenlijk in Afghanistan? 'Die Truppe' deed in ieder geval mee aan één groot offensief tegen vermeende terroristen, de operatie Anaconda in maart 2002. "Duitse soldaten vechten in de voorste linies", vermeldde toen de 'Süddeutsche Zeitung'. Als je in de voorste linies strijdt en je niet helemaal 'onmilitair' gedraagt, zul je of je tegenstander doodschieten of je neemt hem, al dan niet gewond, gevangen. Volgens een persbericht zijn bij Anaconda "800 doden aan de zijde van de Al-Qaeda- en Talibanstrijders gevallen." Nooit is men te weten gekomen of KSK-helden ook een aandeel hadden aan dit bloedig record. Nooit is men te weten gekomen of de Bundeswehr bij Anaconda gevangenen heeft gemaakt, waar en onder welke omstandigheden zij werden vastgehouden, of ze meteen aan de Amerikaanse bondgenoten zijn overgeleverd en wat deze met hen hebben uitgehaald. Of werden er helemaal geen gevangenen gemaakt? Verklaart dat het hoge dodenaantal?

Waar er in Afghanistan open vragen zijn, zijn er bij de operaties van de Bundeswehr in het kader van het Kosovo-bezettingsleger KFOR zekerheden. "Deutsche Soldaten auf dem Babystrich" (Duitse soldaten in de kinderprostitutie). Met deze kop shockeerde de 'ARD-Weltspiegel' op 17 december 2000 de kijkers. Vooral rond de Bundeswehrkazerne in het Macedonische Tetovo bloeide de handel in minderjarige slavinnen. "In de 'Truppe' weten ze het wel. Intussen vertaalt men daar de afkorting KFOR met 'Kinderficker - operative Reserve'", citeerde toen "junge Welt" de tv-reportage. Een misbruikte minderjarige legde uit, dat de soldaten voor een deel onder begeleiding van officieren kwamen. De Hardthöhe (zetel van defensie in Bonn) vergoeilijkte toen alles. Angelika Beer, toen de 'defensiewoordvoerster' van de 'Grüne', opperde zelfs het idee van Bundeswehr-bordelen, opdat aan de seksuele behoeften van de vredestroepen zou kunnen worden voldaan.

Dat misbruik van tot prostitutie gedwongen minderjarigen door de KFOR sindsdien niet verminderd is, toonde een begin mei jl. gepubliceerd bericht van Amnesty International. Volgens dit bericht is het aantal bars en bordelen in Kosovo, waar meisjes worden vastgehouden sinds de komst van de NAVO-troepen in 1999, van 18 naar meer dan 200 gegroeid. De meeste minderjarigen - volgens A.I. waren er ook 11-jarigen onder de slachtoffers - moesten tot 15 klanten per nacht bedienen. Amnesty beschuldigt de internationale strijdkrachten, dat ze "niet alleen hebben gefaald wat betreft de bescherming van de mensenrechten van vrouwen en meisjes, maar hen in veel gevallen ook zelf gebruikten voor seksuele beloningen en volgens sommige bronnen ook zelf betrokken zijn bij de meisjeshandel." Tien VN-politieagenten werden reeds ontslagen, KFOR-soldaten vallen echter onder immuniteit.

Duitse medeschuld

Het Amnesty-bericht somt de NAVO-legers, die aan de gedwongen prostitutie deel hebben genomen, niet stuk voor stuk op. Aangezien het multinationale leger door de Bundeswehr wordt gecommandeerd en deze met zo'n 4000 soldaten het grootste contingent heeft, staat de Duitse medeschuld buiten kijf.

Misschien kun je zeggen: wat maakt het uit of soldaten hun slachtoffers in legergevangenissen als Abu Ghraib of op particuliere plaatsen misbruiken en martelen. Voor de betrokkenen is dit verschil er niet. En zolang minister Struck niet voor transparantie zorgt en de daders niet gestraft worden, is hij politiek net zo verantwoordelijk als zijn ambtscollega Donald Rumsfeld.

(*) op basis van een artikel van Jürgen Elsõsser in het linkse dagblad 'junge Welt', 14-5-2004