Jorgos Mavrikos |
Spandoek van PAME in Athene |
Voordat de rechten van werknemers op papier kwamen te staan en wet werden, is er heel wat strijd geleverd en onschuldig bloed vergoten vanaf het moment dat de eerste arbeidersopstanden tegen hun gruwelijke levens- en werkomstandigheden een feit waren.
Vaak worden rechten, die in de wet zijn opgenomen, voor een blijvend gegeven aangezien en niet als iets dat onder specifieke omstandigheden is verworven en dus ook weer afgepakt kan worden, zolang het sociaal-economische systeem niet grondig verandert en de macht in wezen in dezelfde handen blijft.
Door de meeste mensen worden bestaande rechten in de regel verbonden met de regeerders van het moment of het recente verleden. Niet zelden worden ze als 'geschonken' beschouwd, terwijl elementaire kennis van de geschiedenis aantoont dat de rechten van de werkende klassen alleen na zeer langdurige harde strijd en dan nog onder specifieke politieke machtsverhoudingen in eigen land, maar ook internationaal, verworven werden. Zo werd bijv. de 8-urige werkdag ook in 'onze' landen een feit na de Oktoberrevolutie van 1917 en een flinke vooruitgang in sociale en arbeidersrechten kwam na de Tweede Wereldoorlog, die een in het voordeel van socialistische ideeƫn veranderde machtsconstellatie met zich meebracht.
Voorbeelden: de dictatuur van Metaxas (1936-40), de Bezetting, de periode van na de Burgeroorlog van 1946-49, de militaire junta (1967-74), maar ook veel recenter, bijv. als je kijkt naar het aantal rechtsuitspraken i.v.m. stakingsacties of ontslagen van voor, tijdens en na 1989-91. Vooral na deze laatste grondige omwenteling van de machtsverhoudingen in de wereld in het nadeel van progressief en in het voordeel van reactionair, ziet de toestand er (voorlopig) donker uit voor elke democratische volksbeweging. Sindsdien worden bijna alle stakingsacties (vaak in naam van het nationaal belang!) door de rechtbanken onwettig verklaard en uiterst zelden worden ontslagen werknemers via een rechtsuitspraak weer aangenomen.
In wezen wordt via alle mogelijke juridische kunstgrepen het recht op staken zelf vervolgd. Het alternatief heet....sociale dialoog, een term die alles heiligt, maar de gerechtvaardigde eisen van de werkende bevolking worden voorgesteld als een soort demon uit oude tijden, dus achterhaald. En tegenwoordig wordt klassenstrijd ook steeds meer met terrorisme gelijkgesteld met stakende werknemers dus als terrorist.
Het recht op werk wordt via een juridisch institutioneel kader ondermijnd. Veel werknemers weten nauwelijks nog voor wie ze eigenlijk werken of wat hun werktijden zijn, of er wordt 10 uur per dag (of nog meer) zwart gewerkt.
Aan de andere kant van de scheidslijn staat de werkende bevolking en het klassenbewuste gedeelte van de vakbeweging, wier belangen haaks staan op die van eerstgenoemde.
De agressie van eerstgenoemde neemt dan ook hand over hand toe en daarom wordt de strijd van laatstgenoemden vandaag de dag een steeds grotere noodzaak.