Werkgevers, bankbazen, de neoliberale ministers en de mediabonzen kennen maar één financieel-economisch liedje: koppen dicht, langer en flexibel werken voor minder loon. Dat geldt dan voor dé Nederlanders in het algemeen, maar sommigen doen geen 'stapje' terug, die strijken wat de anderen inleveren op. Van broekzak naar vestzak, maar broek en vest hebben wel een andere eigenaar.
Het economische herstel in Europa is niet uitbundig en Nederland bungelt zelfs onderaan. De Nederlandsche Bank (DNB) schat dat de Nederlandse economie dit jaar maar met iets minder dan 1 procent zal groeien, een aarzelend herstel. Dat Nederland zo langzaam uit het dal klimt, heeft meerdere redenen. Een stagnerende export: Nederland profiteert weliswaar van het herstel van de wereldeconomie, maar het wachten is toch op een sterkere opleving in Europa en dan vooral in Duitsland. Een stagnerende binnenlandse consumptie: volgens bankbaas Wellink verzilverden veel Nederlanders in de economisch betere jaren de overwaarde van hun huis en sloten extra leningen af. Dat verhoogde de binnenlandse consumptie aanzienlijk. De huizenprijzen stegen in de periode 1995 tot 2002 met vele procenten tegelijk. Inmiddels is 'de gekte' op de huizenmarkt voorbij en extra leningen worden bijna niet meer afgesloten. Dat betekent dat de extra groei van de economie ook is weggevallen.
Er bestaan dus binnenlandse en buitenlandse economische redenen voor de economische stagnatie en beide hebben te maken met de wetten van het kapitalisme: overproductie en onderconsumptie. Het kapitalistische systeem produceert voortdurend crisissen. De uitbreiding van de markten kan geen gelijke tred houden met de groei van de productie. Deze onvermijdelijke periodieke botsing zal voortduren zolang het kapitalisme bestaat. Zo ongeveer éénmaal in de tien jaar kraakt het gehele financieel-economische systeem in zijn voegen. Dumping van goederen en arbeidskrachten vinden dan op grote schaal plaats. Pas na een grootschalige verspilling en vernietiging van productiekrachten en productiemiddelen als de opgestapelde warenmassa's met groter of kleiner waardeverlies eindelijk afvloeien naar de consument, komen productie en ruil langzaam weer op gang tot de economie na enige tijd weer doldraait.
Tegen het licht van dit maatschappelijke en politieke onvermogen moeten ook de uitspraken worden gezien van de rijkbetaalde praatjesmakers in de kringen van ondernemers en banken in neoliberale politieke kringen en in de kantoren van de grote en kleine media. Zij kotsen een eindeloze stroom bakerpraatjes uit om de feiten te maskeren en te verwringen. Zij worden voor hun diensten rijkelijk betaald en behoren ook niet tot degenen die moeten inleveren, integendeel.
Hij vindt het "onvermijdelijk dat Nederlanders harder en langer gaan werken om internationaal concurrerend te blijven. Dat betekent niet alleen later met pensioen, maar ook langere werkweken en minder vakantiedagen."
Een helder verhaal: willen we de winsten blijven beschermen in tijden van economische stagnatie dan moeten er geen belemmeringen zijn om mensen onmiddellijk te kunnen dumpen wanneer ondernemers dat willen en moet in alle onnodige (arbeidskosten) worden gesneden. Wellink schaart zich daarmee vierkant achter een eerder vergelijkbaar pleidooi van voorzitter Arie Kraaijeveld van de metaalwerkgevers FME/CWM.
Om een dik belegde boterham te verdienen moet je ook in die kringen wel met slimme verhalen komen. De volgende logica is waard om even bij stil te staan: "omdat werknemers niet snel worden ontslagen in Europa, worden er in slechte tijden ook niet veel nieuwe mensen aangenomen." Dat lijkt niet onredelijk, je hoeft immers geen nieuwe mensen aan te nemen als je niet eerst mensen hebt ontslagen.
Maar dan volgt de conclusie: "vandaar dat de werkloosheid in Europa hoog blijft." Dat slaat natuurlijk nergens op, want of er zijn toch meer mensen ontslagen dan er zijn blijven zitten en dan kun je dat gat aanvullen. Of er zijn minder mensen ontslagen, waardoor de werkloosheid ook niet hoger werd, of het bleef allemaal hetzelfde.
Het is de hoogste tijd voor een ander systeem: het socialisme.