Geslaagd Manifest Debat 2004


Geanimeerde discussie. Dirk van Swinderen zet de punten op de 'i'.
Foto Rob Heusdens  

Van de redactie

Op zondag 23 mei vond het Manifest Debat 2004 plaats. Zo'n zestig mensen, verdeeld over twee groepen namen er aan deel. Het werd een intensieve en inspirerende bijeenkomst. Manifest komt daar nog op terug. Hieronder, enigszins ingekort de inleiding van Wil van der Klift.

kameraden, vrienden,

Namens het partijbestuur en de redactie van Manifest heet ik jullie allemaal van harte welkom. Dit Debat is historisch. Nooit eerder in de 22-jarige geschiedenis van de krant vond een soortgelijke gebeurtenis plaats. Nooit eerder werd de basis gelegd voor een bewust en gestuurd proces om de band tussen krant en partij op alle niveaus van de partij verder te ontwikkelen.

In de korte tumultueuze geschiedenis van de NCPN kenden we wel een poging om de krant en de partij volledig van elkaar te scheiden. Eind 1994 begin 1995 leek het erop dat een groep mensen, merendeels lid van de toenmalige redactie, de partij wilde opheffen en alle energie in de productie van Manifest wilde steken. Maar kameraden en vrienden, partij en krant zijn ondeelbaar! Geen communistische partij zonder krant; geen communistische krant zonder partij, punt uit!

Maar hoe ziet die samenhang er in de praktijk uit? Is het genoeg om een personele band tussen partijbestuur en redactie te vormen en vervolgens die redactie de opdracht te geven om tweewekelijks een goede krant uit te geven? Is het genoeg om de politieke controle aan een paar kameraden op te dragen? Nee, dat is niet genoeg!

De krant is van de gehele partij en de gehele partij moet de verantwoordelijkheid voor alle onderdelen van de krant nemen.

Dat is de kernboodschap van het Manifest Debat 2004.

Een discussie over Manifest kan niet worden gevoerd zonder zich rekenschap te geven van de 'scholende aspecten' van de krant. Manifest moet de politiek-economische mechanismen in de maatschappij beter uiteenrafelen. Hiervoor zou aansluiting moeten worden gevonden bij de toestand van de arbeidersklasse op dit moment. Deze is door de enorme werkdruk moe, overspannen, op de rand van burn-out en bovendien vaak bang om zijn baan te verliezen. Hoe kan de krant, aansluitend bij deze werkelijkheid, toch bijdragen aan een groter klassenbewustzijn? Hoe kan de krant meehelpen 'bruggen te slaan' tussen de op alle fronten verdeelde en geïndividualiseerde arbeidersklasse? Het is van het grootste belang dat de heersende ideologie, waarin de 'schuldvraag' systematisch bij het individu wordt gelegd, wordt doorbroken en kritiek op de maatschappij weer wordt gepolitiseerd en leidt tot vereniging en collectieve actie.

De krant is een onderdeel van de communistische partij en moet in dienst staan van de verandering van de maatschappij. Daarvoor is een partij met slagkracht nodig. In de discussie over de noodzakelijke inhoud van Manifest moet uitgegaan worden van de volgende vragen: Draagt Manifest bij aan de groei van de communistische beweging? Neemt het belemmeringen weg en draagt het oplossingen daarvoor aan? Wie zijn bij deze taak nodig? Wat is de rol van de partij in de productie en verspreiding van de krant?

De krant moet voortdurend op de agenda van de partij staan, op alle niveaus van de partij en binnen alle organen van de partij. Het is volstrekt onjuist om, zoals in één afdeling werd opgemerkt, de redactie of de makers van Manifest zelf verantwoordelijk te verklaren voor het voortbestaan van de krant.

Manifest is het belangrijkste wapen van de partij om mee naar buiten te treden. Een apart verhaal zou er kunnen worden gehouden over de mogelijkheden en onmogelijkheden van internet, over de voor- en nadelen ervan, maar dat vereist een aparte bijeenkomst. Vaststaat inmiddels wel dat veel mensen zich via onze website tot de partij wenden. Maar vaststaat voorlopig ook dat die website niet veel anders is dan Manifest op internet. Verbetering van de inhoud van Manifest zal ook leiden tot verbetering van de website. We gaan dus vandaag NIET in op het werken met internet.

Tot nog toe onoplosbaar is een aantal dilemma's die samenhangen met het feit dat de de NCPN geen andere uitgaven kent dan Manifest. Er zijn nauwelijks lokale partijkranten, er bestaat GEEN regelmatig verschijnend ledenbulletin, er is GEEN wetenschappelijke uitgave en GEEN aparte internationale nieuwsuitgave. Alles, ja letterlijk alles moet dus in Manifest worden 'gepropt'. Dat vergt steeds weer veel stuurmanskunst en uiteraard gaat het vinden van evenwicht vaak mis. Zolang die feitelijke situatie voortduurt zal er steeds sprake zijn van een balans die voor niemand bevredigend is. In het oplossen van dit probleem ligt VOOR DE PARTIJ een belangrijke opgave. Alleen op die manier kunnen tegenstellingen worden opgelost van het soort waarbij wordt gezegd dat de krant te moeilijk is, maar er tegelijkertijd wel behoefte bestaat aan een ideologisch maandblad.

Er is nog een ander onopgelost probleem. Voor wie schrijven we de krant? Schrijven we voor de voorhoede van de arbeidersklasse, zoals Unsere Zeit van de DKP, of voor de actieve lezers die met de informatie naar hun buren kunnen, zoals Solidair van de PvdA-B? Willen we een krant die makkelijk door grote groepen van de arbeidersklasse kan worden gelezen? Willen we een vleugje Metro/Spits of een communistische variant van de Telegraaf? Of willen we een krant waar belangstellenden informatie in vinden die ze kunnen gebruiken?

Lang niet iedereen beseft hoe de redactie feitelijk functioneert. Het feit dat er zonder haperen elke twee weken een krant wordt geproduceerd wordt door veel kameraden als vanzelfsprekend ervaren. De vaste redactie van de krant wordt echter al jarenlang door een handjevol mensen gevormd. Het zijn er simpelweg te weinig om de vele tientallen ideeën voor verbetering van Manifest uit te voeren. Zo simpel is dat! Het Debat vandaag is daarom ook een uitdaging aan de partijleden en sympathisanten van Manifest: laat van je horen, neem een stukje verantwoordelijkheid op je!

Al enige jaren bevindt de redactie zich in een politieke houdgreep. Door het feit dat de krant tweewekelijks verschijnt wordt de redactie veelvuldig met politieke ontwikkelingen geconfronteerd waar de partij zelf op dat moment nog geen opinie over heeft. Dat moet veranderen. De politieke lijn moet veel meer in de partij(leiding) worden vastgesteld. Opmerkingen van leden en lezers over deze kwestie kunnen alleen in en door de partij worden opgelost, niet door de redactie. Alleen op die manier kan het beeld van NCPN als partij in de krant meer zichtbaar worden gemaakt en kan er een duidelijke partijvisie in de krant zichtbaar worden.

Van doorslaggevend belang is echter om de kritiek op een systematische en continue wijze te bundelen. Daartoe zal moeten worden ingevoerd dat dekrant op ledenvergaderingen wordt besproken. Het voorbeeld uit Brabant in de laatste Manifest is een uitstekend initiatief. Kritiek en commentaar op de krant moeten geen zaak zijn van even tussendoor of van idividuen, maar een essentieel deel van de partijopbouw. Dit debat moet daarom het begin zijn van een andere aanpak: vanaf heden staat de krant voortdurend op de agenda van de partij. Het Manifest Debat 2004 zal gevolgd worden door veel meer debatten, die in de afdelingen zullen worden voorbereid. Wat we vandaag starten zullen we - als eerste stap - op het komende Congres evalueren.

Zo'n omvattend plan maakt het ons vandaag ook iets makkelijker, we hoeven niet alles in één keer op te lossen. Maar we moeten vandaag wel de knoppen omzetten. Als we vandaag naar huis gaan moeten we hebben bereikt dat iedereen zich afvraagt wat zijn of haar bijdrage kan zijn aan de krant. Dat kan van alles zijn, maar dat kan ook een heleboel NIET zijn. Laat ik beginnen met te zeggen wat het niet kan zijn. Het kan niet zo zijn dat iedereen persoonlijk en solistisch naar oplossingen gaat zoeken. Zo werken we niet.

We willen de kwaliteit van de krant verbeteren. Meer analyses die de arbeidersklasse helpt bij het organiseren van haar verzet en artikelen die aansluiten bij wat er leeft onder de bevolking. Op die manier willen we bereiken dat veel mensen onze krant gaan lezen. Wat we ook NIET willen is dat individuen in een emotionele bui ons hun zielenroerselen opsturen. Het motto is planmatig, regelmatig en gecoördineerd. Het motto is continuïteit en diepgang. Arbeiderscorrespondenten worden door hun afdelingen begeleid en verrichten vooraf vastgestelde werkzaamheden.

De krant moet opereren in een wereld die volkomen wordt gedomineerd door media in dienst van de heersende klasse. Maatschappijkritische artikelen zijn met een kaarsje te zoeken, zeker als die worden geschreven vanuit een stelselmatig kritisch standpunt. Kritische artikelen die verschijnen staan vaak volledig op zichzelf. Om op deze werkelijkheid aan te sluiten en van de nood een deugd te maken zou Manifest een rubriek kunnen openen met de "Medialeugen van de week". De hele partij en alle lezers worden uitgenodigd hun bijdragen aan deze rubriek te leveren, waarmee ze hun frustratie in het kijken naar de tv of het lezen van burgerlijke kranten op een positieve wijze kwijt kunnen. Deze (eigen) bijdragen moeten wel in de afdelingen worden besproken en daarmee het 'partijleven' bevorderen.

Uit de discussies bleek wel dat de verhoging van de leesbaarheid niet gezocht moet worden in korte artikeltjes die als hapklare brokken kunnen worden opgenomen. Duidelijk bleek juist dat meer verdieping en achtergrond gewenst is. Daar zijn dan wel onderzoeksgroepjes (of bijdragen van specialisten of 'hobbyisten') voor nodig.

Met een krant die dicht bij de mensen staat en instrumenten voor de strijd levert, kan en moet er meer dan nu ook worden gewerkt. De krant is niet alleen een informatie- en communicatiemiddel, maar ook een organisatorisch middel. Ook voor de colportage geldt trouwens weer dat zo'n activiteit planmatig en georganiseerd moet plaatsvinden. Met de krant werken betekent proberen in contact te komen met mensen. Het gaat niet in de eerste plaats om de verkoopcijfers, hoe belangrijk ook op zichzelf, maar vooral om het gesprek met potentiële nieuwe lezers en leden. Het gaat om de verhalen van de mensen waarmee we in gesprek raken. Het gaat om ervaringen van 'mensen om ons heen' te horen en in de partij bespreekbaar te maken. Maar het gaat ook om breder verspreidingsgebied van de krant. Zorg voor een vaste plek in buurthuizen, bibliotheken of boekenzaken. Maak iemand verantwoordelijk voor de plaatselijke acquisitie!

Er wordt terecht vaak opgemerkt dat er meer interviews in de krant moeten. Dat zou prima gedaan kunnen worden door afdelingen: zorg dat je weet wat er in je regio leeft, interview oudere kameraden of mensen uit je omgeving, zorg voor goede foto's, lever Manifest verfrissende artikelen, neem een rubriek voor je verantwoording, diep eens een thema uit, denk na over je eigen (professionele) vaardigheden, beschrijf het vakbondswerk in je omgeving, enz enz. In Groningen Stad is op dit terrein al de nodige ervaring opgedaan. In de Haagse afdeling bleek na de discussie dat veel leden beroepsmatig of anders kennis hebben van zaken die de inhoud van de krant zouden verrijken. De herkenning van de krant, als krant van de partij zal erdoor toenemen. Een debatrubriek en regionaal nieuws kunnen alleen het resultaat zijn van collectieve inspanningen van de afdelingen.

Deze discussie leverde inmiddels al op dat we binnenkort met een Manifest-onderzoeksgroep gaan starten. Een van de eerste thema's zou kunnen zijn om precies te achterhalen hoe groot het defensiebudget in Nederland is. Veel militair geld zit verscholen in andere posten, maar vaststaat dat Nederland relatief hoge militaire uitgaven kent die ten koste gaan van de sociale uitgaven. Dat moet boven water komen. Ook moeten we de nieuwe Europese grondwet veel beter analyseren. Het zijn maar twee voorbeelden. Ik hoop dat jullie vandaag een constructief, maar vooral inspirerend debat zullen hebben. De krant is van de hele partij, de krant dat zijn we allemaal.