Falend Amsterdams Woonbeleid
Door E.C. Nagtegaal Verberg
In 2003 werden in Amsterdam, hoofdstad van Nederland met ruim 700.000 geregistreerde inwoners, ondanks de enorme woningnood, slechts 2409 woningen opgeleverd.
Deze woningen kunnen worden onderverdeeld in 1756 huur- c.q. koopwoningen met een kostprijs boven 226.000 euro; 90 van de opgeleverde woningen waren bestemd voor het z.g. middensegment (Jan Modaal); koopwoningen van 106.638 tot 226.000 euro, en huurwoningen van 454 tot 862 euro per maand; 563 van de opgeleverde woningen waren bestemd voor de 'sociale' huursector tot 454 euro per maand.
De laatstgenoemde huurprijs is gerealiseerd doordat voor deze zo gezegde sociale huurwoningen door de gemeente Amsterdam lagere grondprijzen bij de bouw werden berekend.
In 2004 zijn in Amsterdam 3103 woningen in aanbouw, verdeeld over 735 huurwoningen in de sociale sector, 4 huur- en 394 koopwoningen in het middensegment en 224 huur- en 1746 koopwoningen in de vrije sector.
Om zijn doelstelling van 16.000 woningen, waarvan 30 procent in de sociale huursector, in zijn derde collegeperiode wat dichterbij te brengen, wordt door wethouder Stadig nu ingezet op studentenhuisvesting. Tot en met 2006 moeten er 1400 permanente en 2500 tijdelijke wooneenheden voor studenten bijkomen, gebaseerd op verhuur uitsluitend gedurende de studieduur van deze jonge mensen, waarmee hij de norm naar 3 procent 'sociale' woningbouw soepel opkrikt.
Aan het betaalbaar huisvesten van de vele jonge werkende, nog ongebonden Amsterdamse inwoners met een vaak gering inkomen wordt al jaren geen prioriteit gegeven. Hun huisvestingsproblemen zouden al met simpele zelfstandige of semi-zelfstandige wooneenheden voor een groot deel oplosbaar zijn. Het gevolg van nieuw beleid voor hen zou zijn dat de nu in veel gezinnen met jonge volwassenen ongewenste doch vaak niet vermijdbare spanningen zullen afnemen.
Aanpassing grondprijsbeleid
In het tijdschrift voor Amsterdams Woonbeleid werd in januari 2004 gemeld dat er meer financiële ruimte komt voor de bouw van woningen in Maatschappelijk Gebonden Eigendom (MGE). Dat heeft een meerderheid van de gemeenteraad onlangs besloten via een amendement op het grondprijsbeleid. In eerste instantie gaat het om slechts vijfhonderd nieuwe MGE-woningen, bestemd voor het midden-segment, met een maximale vrij-op-naam-prijs van 200.000 euro. Voor deze huizen gaat dezelfde grondprijs gelden als voor 'sociale' woningen, waardoor de huizen 40.000 euro goedkoper kunnen worden aangeboden. Kopers zijn verplicht bij vertrek de woning weer te verkopen aan de corporatie, die meedeelt in de waardestijging of -daling. Door deze constructie zou de woning langere tijd behouden blijven voor het 'goedkopere' segment. Raadslid Olij had al eerder om lagere grondprijzen voor MGE-woningen gevraagd bij de behandeling van het grondprijsbeleid 2003. Hoewel zijn motie destijds werd aangenomen, liet het college van B & W weten dat het uitvoering ervan niet zag zitten. Angst voor daling van de grondopbrengsten was de belangrijkste reden. Ook zag het meer heil in het versimpelen van woningen om op die manier de stichtingskosten omlaag te brengen en lagere inkomensgroepen te bedienen. Door de stap van de gemeenteraad moet het college het grondprijsbeleid voor deze woningen toch aanpassen en een regeling gaan uitwerken voor MGE-projecten in de stad.
Drastisch snijden in bouwplannen
Echter, in het conceptplan Programma Ruimtelijke Investeringen 2004 wordt gemeld dat de gemeente Amsterdam drastisch gaat snijden in de bouwplannen voor de komende zes jaar. Verslechterde economische omstandigheden hebben een zorgelijke financiële situatie veroorzaakt, aldus het college. Wethouder Stadig van Stedelijke Ontwikkeling wil nu dat de aandacht alleen nog uitgaat naar de meest noodzakelijke en meest kansrijke projecten. Het college schetst voor de komende vier jaar een somber financieel beeld. Het Vereveningsfonds voor de uitvoering van ruimtelijke projecten biedt slechts geringe financiële ruimte. Bovendien kampt de stad volgens het college door bezuinigingen van het rijk met een snel slinkend budget voor vernieuwing van 'oude wijken' die inmiddels, ondanks de vele terechte protesten van de bewoners tegen de constante stroom van negatieve persberichten en daaropvolgend de sociale afbraak van deze wijken, op voorhand al zijn gesloopt. De bewoners uit de gesloopte huizen zijn of worden als stadsvernieuwingsurgenten met voorrang geplaatst in de weinige vrijkomende vaak voor- en naoorlogse woningen in Amsterdam en de regio, waardoor de uitwijkmogelijkheid voor huisvesting van de groep jongeren niet meer realiseerbaar is. Aan de protesten hadden en hebben de beleidsmakers, de politici, de projectontwikkelaars c.q. de marktgerichte corporaties van Amsterdam geen boodschap en de protesten tegen de afbraak van deze nog goed bewoonbare en betaalbare woningen werden en worden dan ook volkomen genegeerd.
Teveel oog voor prestigeprojecten
Door het college van Amsterdam worden stadsdelen en project-organisaties nu opgeroepen de kosten te beperken en opbrengsten te 'optimaliseren'. Lopende plannen voor Amsterdam en de regio worden versoberd. Hiervoor worden nog tien specifieke projecten aangewezen waarbij - in tegenstelling tot de voor velen onbetaalbare herbouw van de gesloopte woningen in de 'oude' wijken door de drastisch verhoogde huren én de gemeentelijke heffingen in geheel Amsterdam - bezuiniging op de expansieve ontwikkelingen van de Zuidas, het omstreden paradepaard van het college van Amsterdam en de projectontwikkelaars, niet aan de orde is. Verder komt Amsterdam honderden miljoenen tekort bij de ontwikkeling van infrastructurele projecten waarbij de huidige verkeerswethouder Van der Horst zich focust op de aanleg van de omstreden Noord/Zuidlijn, inclusief plannen voor doortrekking naar Schiphol, en andere prestigeobjecten voor de komende tien jaar.
Amsterdams huisvestingsbeleid volledig mislukt
Ieder die de volkshuisvesting in Amsterdam volgt, kan de conclusie die enige tijd geleden door het NRC-Handelsblad werd getrokken dat het huisvestingsbeleid in Amsterdam volledig is mislukt, onderschrijven. De wethouder die daarvoor volledig verantwoordelijk is, de PvdA'er Stadig, begint nu reeds treurig te hengelen naar een andere portefeuille bij de gemeente.
Het staat echter vast dat de sociale en humanitaire problemen van Amsterdam geen kwesties zijn van onderling stuivertje wisselen van het huidige regentendom. Alleen de erkenning van het totale mislukken van het neoliberale beleid in Nederland kan de voorwaarde vormen voor een nieuw politiek beleid dat in het belang is van de bevolking, ook van Amsterdam.