Hier zijn recente artikelen over het schijnproces beschikbaar.

Zwakke zaak tegen Milosevic brengt Den Haag in 'paniek'

Canadezen die een onderzoek instelden naar massagraven: "afslachtingen in Kosovo vonden nooit plaats"


De steun aan Milosevic en de strijd tegen het politieke 'tribunaal' in Den Haag moeten worden opgevoerd.  


Nico Steijnen aan het woord.  

Door Bruce Garvey

Het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag "begint in paniek te raken" over zijn zaak tegen de vroegere Servische president Slobodan Milosevic. Volgens een onderzoeker uit Vancouver die zocht naar blootgelegde massagraven in Kosovo en een Canadese filmmaker die de opgravingen heeft gedocumenteerd.

"Ik denk dat zij een moeilijke tijd zullen hebben met de tenlastelegging van genocide met slechts 5000 lichamen", zei gepensioneerd onderzoeker sergeant Brian Honeybourn. "Het lijkt erop dat Den Haag in paniek begint te raken."

Het proces Milosevic wordt volgende week (inmiddels op 31 augustus gebeurd, nvdr) hervat met de vroegere Servische leider die zichzelf verdedigt tegen beschuldigingen van genocide en misdaden tegen de menselijkheid. De vroegere rechter van het Canadese hooggerechtshof Louise Arbour maakte geschiedenis toen zij de aanklachten, de eerste keer tegen een staatshoofd, leidde als speciale aanklager van het tribunaal.

Kritiek op Arbour

De filmmaker uit Calgary Garth Pritchard en sergeant Honeybourn, staan kritisch ten opzichte van Mw. Arbour - nu ambassadeur van de VN voor Mensenrechten - en haar claims dat de Serviërs, onder leiding van Milosevic, 200.000 burgers zouden hebben vermoord gedurende hun etnische zuivering van Kosovo.

De beweerde slachtingen, die stelselmatig en dagelijks via tv-zenders als CBC en CNN als feit werden gebracht, werden gebruikt door de minister van Buitenlandse Zaken van de VS, Madeleine Albright, en westerse leiders, als rechtvaardiging voor hun bombardementen en interventies in Kosovo. Zo ondersteunde het Westen het Albanese Kosovo Vrijheidsleger (KLA) tegen de Serviërs.

"Dit was een slachting die nooit plaatsvond", benadrukte de Heer Pritchard. "Ik stond erbij toen de forensische teams Louise Arbour vertelden dat er geen 200.000 lichamen waren, maar zij wilde het niet weten."

De heer Pritchard, die meer dan een dozijn documentaires heeft geproduceerd tijdens de Balkan- en Afghanistanoorlogen, zei op 28 augustus dat hij was benaderd door Haagse aanklagers om te getuigen in hun zaak tegen de heer Milosevic, nadat een verzoek om te verschijnen als getuige à decharge voor de heer Milosevic teruggedraaid was. "Ik werd opgebeld door een RCMP-functionaris(1), gedetacheerd bij de onderzoeksunit van het tribunaal, een korporaal genaamd Tom Steenvoorden, die me vertelde dat het totaal aantal lijken teruggebracht is naar ongeveer 5.080, wat ver verwijderd is van 200.000," zo vertelde hij 'The Ottawa Citizen'. "Ik zou willen dat iemand als Peter Mansbridge of mevrouw Arbour mij vertelt waar de andere 195.000 lijken zijn. Dit is een slachting die nooit heeft plaatsgevonden."

De Hr. Pritchard zei dat hij weigerde om samen te werken met de Haagse aanklagers, evenals met vertegenwoordigers van de heer Milosevic.

Andere Canadezen die genoemd zijn als potentiële getuigen à charge, inclusief Citizen-journalist David Pagliese en gepensioneerde majoor Glen LewisMackenzie, hebben gezegd te zullen weigeren. Evenals oorlogscorrespondent en tijdschriftpublicist Scott Taylor, die akkoord is gegaan met het verdedigen van artikelen die hij schreef vanuit Kosovo voor de Citizen.

Waarom maar graven opengelegd?

Sergeant Honeybourn en forensisch teamleider Brian Strongman herhaalden de twijfel van Pritchard dat de genocidale slachting ooit heeft plaatsgevonden. "Ik kan niet zeggen dat er geen 200.000 lijken waren, omdat ik niet het hele land heb doorzocht", zei sergeant Honeybourn. "Maar ik heb nooit iets wat daar op leek gezien. Als dat aantal er was, waarom hebben zij ons dan slechts een paar graven laten blootleggen? Het grootste massagraf dat wij onderzochten bevatte ongeveer 20 lichamen en een ander 11. Maar meestal werkte ons negen man tellende team aan enkele graven."

De Hr. Strongman herhaalde dat de Canadese groep en 11 andere internationale teams nooit verhalen hebben verspreid over massagraven die de lichamen van duizenden bevatten. "Wij hebben daar slechts 45 dagen doorgebracht," zei hij, "maar ik geloof dat het grootste massagraf dat wij onderzocht hebben 20 lijken bevatte. Ik was in Bosnië en herinner me één massagraf dat 200 lijken bevatte, maar in Kosovo zagen we zeker niets wat daar op leek. Natuurlijk, Louise Arbour en consorten moesten spreken over voorbeelden van 200.000, om de NAVO te rechtvaardigen."

Sergeant Honeybourn, een veteraan met meer dan 30 jaar politiewerk, was een lid van het eerste Canadese forensische gespecialiseerde team dat units vanuit verschillende westerse landen samenbracht om te zoeken naar de beweerde 200.000 gevangen slachtoffers. Nu zegt hij dat de Haagse staf onder mevrouw Arbour in verwarring was en incompetent. "Onze middelen zijn niet overdreven groot, zo simpel is dat," zei hij. "Er scheen een duidelijk gebrek aan coördinatie te zijn, wat vreselijk frustrerend was. Ik denk niet dat wij op de juiste manier ingezet werden." In de zes weken die sergeant Honeybourn besteedde aan het openen van stinkende graven in Kosovo, tijdens de smoorhete zomer van 1999, groef het Canadese team 86 lichamen op.

Behalve in staat te zijn geweest om informatie aan familieleden te verstrekken over de lichamen die zij opgegraven en geïdentificeerd hadden, kijkt hij terug op de missie, die Canada meer dan 1,2 miljoen dollar heeft gekost, als een mislukt onderzoek en "verspilling van tijd."

(1) RCMP (Royal Canadian Mounted Police, gedetacheerd bij ICTY)

Bron: The Ottawa Citizen, 29-8-2004, vertaling Tineke v.d. Klift.