Productie door werkers, winsten voor ondernemers!

Economische koek steeds ongelijker verdeeld


Amsterdamse brandweer op 27 september.  

Wil van der Klift

Honderdduizenden Nederlanders voeren actie tegen het kabinet. Ze zijn boos omdat ze al drie jaar worden gedwongen de hand op de knip houden en ze zien weinig perspectief met dit rechtse afbraakkabinet. Daarom zijn zij bereid om te demonstreren, maar ook om te staken. Pogingen in de media om de openbaar vervoerstaking op 14 oktober te 'criminaliseren' stuitten op een muur van onbegrip. De staking was nodig en een groot succes.

Amsterdam beleefde de grootste demonstratie sinds jaren. Meer dan 300.000 mensen demonstreerden tegen het beleid van het kabinet-Balkenende. Driekwart van de bevolking heeft weinig tot heel weinig vertrouwen in het kabinet. Zelfs onder de CDA-stemmers heeft de meerderheid er weinig tot geen vertrouwen in. En het gaat heus niet alleen om VUT en prepensioen. De meeste mensen beseffen dondersgoed dat dit kabinet moet verdwijnen.

Valse hoop

Veel demonstranten hopen nog op herstel van de polderverhoudingen. Zij hopen dat een linkser kabinet zal leiden tot een verbetering van de situatie. Velen zijn bereid om nog iets in te leveren om zo draagvlak te realisren voor een bestendige economische ontwikkeling. Zij zijn gevoelig voor tactische verhalen die erop neerkomen dat dit kabinet teveel tegelijk bezuinigt en het onhandig brengt. Maar daar zit niet het probleem. Natuurlijk zal de regering onder druk van de demonstraties en stakingen gedwongen worden om hier en daar stapjes terug te zetten. Het zijn geen zelfmoordenaars daar in Den Haag. Maar de situatie in Duitsland toont op overtuigende wijze aan dat een 'linksere' regering niet de oplossing is. In dat land wordt op dit moment het Rijnlandse model opgeblazen. En wat zijn daar de argumenten? Precies dezelfde als hier. Vergrijzing en economische concurrentie dwingen tot harde maatregelen. Nu niet leuk maar nodig voor straks, keurig volgens het Lissabon-plan, dat in 2000 werd opgesteld door de grote concerns en hun 'vrinden' in de nationale regeringen en de Europese Commissie. Volgens Frits Bolkestein, één van die lieden, is er sprake van "het failliet van het socialistische ideaal van herverdeling". Dát is waar het echt om gaat!

Dictatuur van het kapitaal

Sinds het verdwijnen van een krachtige socialistische tegenmacht op de wereld wordt er beweerd dat er sprake is van het einde van de geschiedenis. Er zou bewezen zijn dat het westerse model geen concurrentie meer heeft en dat er ook een einde is gekomen aan de ideologische strijd. Niets is minder waar. De ideologische strijd is harder dan ooit. Van kapitalistische zijde kent die strijd maar één doel: de mensen wijsmaken dat de zogenaamde vrije markt, de daarbij behorende westerse parlementaire 'democratie' (in feite de dictatuur van het kapitaal) voor nu en de rest van de tijd de ideale samenlevingsvorm is voor de mensheid. Wij moeten geloven dat de stuwende kracht van een moderne economie komt van de ondernemers. Om dat erin te krijgen wordt een schijntegenstelling gecreëerd tussen ondernemers en (sociale) regeringen en overheidsambtenaren. Uiteraard kent iedereen uit eigen ervaring negatieve voorbeelden van overheidshandelen. Maar deze tegenstelling is niet doorslaggevend. Verzwegen wordt dat niet de ondernemers de stuwende economische kracht zijn, maar de honderdduizenden werkers! En die zijn slechter af in de handen van ondernemers dan in de handen van de slechtste sociale regering. De slechtste sociaal-democratische overheid is altijd, alhoewel zeer relatief, beter dan de brutale, arrogante neoliberalebazen.

Mateloze zelfverrijking

Juist de afgelopen jaren zijn de mateloze zelfverrijking, de veelvoudige frauduleuze handelingen en de milieuschadelijke activiteiten van de op winst beluste bedrijfsbazen en aandeelhouders dagelijks nieuws. Waar haalt iemand het lef vandaan om hoog van de toren te blazen dat we nu het eeuwige rijk van het kapitaal zijn binnengestapt.

Het is precies door deze arrogantie dat de machthebbers niet snappen wat er echt in dit land aan de hand is. De mensen zijn de mateloze zelfverrijking van enkelen en de voortdurende aanvallen op portemonnee, voorzieningen en democratische verworvenheden spuugzat: de maat is gewoon vol!

Er wordt niet minder uitgegeven omdat de bevolking dat niet zou willen, maar omdat het niet kan. De rek is er uit. Niet bij iedereen evenveel en ook niet bij iedereen tegelijkertijd. Maar de mensen die het nog goed gaat kwamen ook niet demonstreren. Een deel van die groep heeft de afgelopen jaren ook een behoorlijke veer gelaten, maar kan zich nog van alles en nog wat veroorloven, ook sparen!

De zeepbel ontploft

Eind 2000 hadden Nederlanders samen een aandelenbezit van 264 miljard euro. Twee jaar later was dat nog 123 miljard: ruim 140 miljard aan beurswaarde was verdampt. Het gaat om een echte waardedaling, want in de periode 20012002 is door die gezinnen 'slechts' voor 23 miljard euro aan aandelen verkocht. Aan het gratis rijk worden door de almaar stijgende huizenprijzen was ook abrupt een einde gekomen. De kentering kwam heel onverwachts. De dotcom-luchtbel klapte uit elkaar, de euro maakte het leven ineens een stuk duurder. De werkloosheid liep op, de woningmarkt stagneerde. Niet alleen de speculerende burgerij verloor, het grootste deel van dit verlies is namelijk indirect terechtgekomen bij de bevolking in de vorm van hogere premies en lagere pensioenen door de dalende vermogens van pensioenfondsen en de levensverzekeraars.

Niet alleen de consumenten waren volkomen verrast door de ontwikkelingen, ook de detailhandel. Normaal loopt het detailhandelsvertrouwen ongeveer in de pas met het consumentenvertrouwen, maar in 2001 was dat ineens niet meer het geval. Terwijl het consumentenvertrouwen in elkaar klapte, bleven winkeliers nog meer dan een jaar geloven dat die klanten wel terug zouden komen. Maar in het voorjaar van 2002 daalde ook het detailhandelsvertrouwen. Harde ingrepen als de supermarktoorlog waren het gevolg.

In 2000 vond nog 65 procent van de bevolking dat de overheid het goed deed, aldus het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). Twee jaar later vond nog maar 35 procent dit. Nooit eerder stelde het SCP zo'n grote verandering in opvatting in zo'n korte tijd vast. Uit een kortgeleden gehouden enquête sprak verbittering: "Dit kabinet doet aan afbraakpolitiek."

Het consumentenvertrouwen bij de twintig procent hoogste inkomens is de afgelopen anderhalf jaar uiteraard aanzienlijk gestegen en is dit kwartaal voor het eerst sinds 2001 positief. De rijken worden dan ook zeer snel en aanzienlijk rijker en de gewone werkers en uitkeringsgerechtigden armer. De kloof groeit onder druk van de regeringsmaatregelen harder dan ooit. De verschillen tussen mensen met hoge en lage inkomens zijn de laatste anderhalf jaar meer dan verdubbeld.

Wie kan uit het lage vertrouwen door meer te sparen. In drie jaar tijd namhet spaarsaldo van de Nederlanders toe van 135 naar 187 miljard euro, een stijging van veertig procent. Wie dat niet kan is aangewezen op leningen, hypotheken, rommelen en als dat allemaal niet (meer) kan op de broekriem. En precies dàt geldt voor steeds meer Nederlanders. Er bestaat geen gemiddelde Nederlander met ruim 26.000 euro op de bank.

Vorig jaar lag het totale financiële vermogen - de waarde van het eigen huis niet meegeteld - op ruim 1160 miljard euro. Na aftrek van schulden (vooral hypotheekschuld) blijft daarvan 673 miljard over. Het is nog steeds 20 procent minder dan in 1999. Daarbij moeten we rekening houden met het feit dat de vijfhonderd rijkste Nederlanders (volgens Quote 500/2003) een vermogen hebben van 83 miljard euro, dat is al ruim 12 procent van het totale vermogen. Nummer vijfhonderd heeft altijd nog een vermogen van 32 miljoen euro bij elkaar geharkt. Dit bedrag is in de praktijk veel hoger omdat zwart geld en financiële trucs niet zichtbaar zijn in deze cijfers. Ook banksaldi zijn buiten beschouwing gelaten. Deze mensen staan uiteraard niet in Amsterdam te demonstreren. Die vonden het alleen maar waardeloos dat ze niet lekker op zaterdag 2 oktober in de P.C. Hooftstraat konden winkelen.

Eén op de twintig woningbezitters heeft een hogere hypotheekschuld dan het huis waard is. Als de huizenprijzen met 20 procent dalen, stijgt dat percentage tot 13,5 procent. En als dan ook nog de rente stijgt en werkloosheid dreigt is nachtrust voor veel (jonge) huizenbezitters geenszins verzekerd.

Anti-imperialistisch verzet nodig

Het is deze dreiging, deze onzekerheid over de toekomst die steeds meer mensen tot verzet drijft. Regering en vakbondstop staan voor het blok. Het kapitalistische systeem in crisis heeft geen mogelijkheid om uit deze situatie te komen. Toegeven kan slechts zeer mondjesmaat, want de winsten, de groei, de concurrentie en het systeem zelf zijn heilig. De agenda van Lissabon kwam niet uit de lucht vallen, maar was een gezamenlijk antwoord van de Europese concerns om op wereldschaal te kunnen overleven. De concurrentieslag met de VS en in toenemende mate Azië moet worden gewonnen. Dat kan alleen door de werkenden langer te laten werken voor minder inkomen, de uitkeringen naar beneden te schroeven en de collectieve uitgaven drastisch te verminderen. Dat zal niet makkelijk gaan. Daarom worden democratische verworvenheden, onder het motto van strijd tegen het terrorisme, afgebroken. Daarom worden er meer cellen gebouwd en daarom moeten er meer mensen in een cel. Wat overblijft is de harde hand. De geschiedenis toonde dat onder zulke omstandigheden het fascisme uit de riolen kruipt. Het stinkt in Vlaanderen al behoorlijk, het ongedierte laat zich in enkele Duitse staten al zien, Wilders begint zich in Nederland te ontpoppen. De hete herfst hebben we al; er staat een ijzige winter voor de deur. Volgend jaar zullen we de zestigste verjaardag van de overwinning van het Rode Leger en de toenmalige bondgenoten op het fascisme vieren. De sociale strijd, de antifascistische strijd en de strijd voor vrede en gerechtigdheid zullen steeds meer bij elkaar komen. Het is tijd voor gezamenlijk anti-imperialistisch verzet.