Boris O. Dittrich
|
Cuba staat hoog op het verlanglijstje van Bush. Krijgt hij na 2 november nog een kans om zijn oorlogspolitiek voort te zetten?
|
In de maand juli 2004 is Boris Ottokar Dittrich drie weken op Cuba geweest. Hij wilde met eigen ogen zien hoe een communistisch land zich staande houdt.
"Cuba heeft", volgens onze 'onderzoeker', "een uitstraling van vrolijke mensen, rum en sigaren, opzwepende muziek en een revolutionaire geschiedenis, waarbij beelden van Che Guevara en Fidel Castro de verbeelding prikkelen." In de drie weken die hij nodig had voor zijn 'onderzoek' kwam hij tot de conclusie dat je "op Cuba als toerist prima vakantie kunt houden. Er zijn mooie hotels aan de stranden van Varadero en Guardalavaca, je betaalt met Amerikaanse dollars en een paar dagen in de hoofdstad Havana is een belevenis. Glimmend opgepoetste oldtimers en een binnenstad van vergane glorie maken indruk. Cubanen zijn vriendelijke mensen, trots en goed opgeleid."
Geheel in het kader van de Nederlandse anti-Cuba-lobby haalt hij het toerisme naar voren om het vervolgens af te schieten: "Toch vond ik Cuba deprimerend. Ik was blij dat ik na drie weken weer naar Nederland kon vliegen."
Sinds enige tijd bestaat er een samenwerking tussen Nederlandse en Tsjechische anti-Cubanen die zelfs in de Tsjechische ambassade mogen vergaderen. De zoon van gevluchte Tsjechoslowaakse ouders voelt zich in deze kringen kennelijk thuis. Deze lobby tracht de Cubaanse bevolking, toch al zwaar op proef gesteld door een steeds heviger wordende blokkade door de VS, nog meer economisch te benadelen. Al geruime tijd vinden er pogingen plaats om de handel met en het toerisme naar Cuba in diskrediet te brengen.
Nederland en Spanje zijn belangrijke Europese handelspartners en tienduizenden Nederlanders bezoeken Cuba als toerist. Alles is geoorloofd om socialiastisch Cuba in diskrediet te brengen: leugens, halve waarheden en verdraaiingen. Hieronder volgt wat onze vrijetijds-onderzoeker in drie weken ontdekte op Cuba: "Het communistisch regime van Fidel Castro onderdrukt de bevolking. Mensen mogen geen eigen bedrijf beginnen. Winkels zijn in handen van de staat. De lonen zijn zeer laag. Zo verdient een dokter na een opleiding van jaren een bedrag van ongeveer 6 dollar per maand. Er is grote armoede. Omdat er geen ondernemerschap is toegestaan (kapitalistisch!) is er een grote mate van afhankelijkheid van de staat. Cubanen krijgen voedselbonnen uitgedeeld. Eén stukje zeep voor een gezin met 2 kinderen per 4 maanden. Melk is alleen beschikbaar voor kinderen tot 6 jaar. Om toch aan geld te komen om te overleven is er een bloeiende zwarte markt ontstaan, en is het zeer gewild om in de toeristenindustrie te werken om via fooien te kunnen verdienen en het hoofd boven water te houden. Uitzonderingen op het ondernemingsverbod zijn particuliere hotelletjes en restaurants. Deze ondernemers moeten echter per maand een hoog vast bedrag aan de staat afdragen, ongeacht hun omzet of klandizie. Bovendien kan de vergunning om onduidelijke redenen van het ene op het andere moment ingetrokken worden, hetgeen een constante bron van spanning is."
Het lijkt verdacht veel op wat de anti-Cuba-lobby al jarenlang verkondigt (zie bijvoorbeeld www.netwerk.tv ). Misschien ging Boris O. niet helemaal onbevooroordeeld naar Cuba en zat zijn reisverslag al in zijn tas op de heenreis?
Hij merkt op dat de armoede allesoverheersend is, maar wijst niet op de blokkade, maakt geen vergelijking met de rest van Latijns-Amerika (en andere 'westerse derdewereldlanden, zoals onder meer Tsjechië) en verzuimt te melden dat zeer veel zaken waar je in Nederland voor moet betalen, op Cuba gratis zijn.
Volgens Boris O. eindigen de meeste gesprekken "met een (subtiel) verzoek een paar dollar te geven". "In de tweede stad van het land, Santiago de Cuba, word je constant op straat aangesproken. Wil je seks, een goede fles rum, sigaren dan misschien?"
Zulke zaken zijn inderdaad de neveneffecten van armoede. Maar ook hier spreekt zijn vooroordeel weer boekdelen. Allereerst zijn er op Cuba geen echte daklozen, zwervers en bedelaars. Dat hoeft daar niet, want ondanks de 79 miljard dollar schade die Cuba inmiddels opliep ten gevolge van de beestachtige Amerikaanse blokkade, heeft de armoede daar de vorm van schaarste, niet van totaal gebrek, zoals in veel andere (kapitalistische) derdewereldlanden. Misschien moet Boris eens op bezoek in Tsjechië waar na de val van het socialisme het sekstoerisme en de prostitutie als paddestoelen uit de grond vlogen. Hoe haalt het ventje het in z'n bolletje om zulke eenzijdige dingen te verkondigen!
De prostitutie was een ingecalculeerd risico. Toen de Cubaanse regering tien jaar geleden aan het toerisme-project begon was het erop of eronder. Het werd erop! Het zijn uiteraard dezelfde lieden die overal elders de aarde afschuimen op zoek naar jonge meisjes die ook veel schade toebrengen op Cuba. Maar ook hier geldt weer dat omvang en aard binnen bepaalde grenzen blijven door voortdurende acties en discussies met betrokkenen.
De meeste jonge mensen die hij sprak willen Cuba verlaten. Je vraagt je dan onmiddellijk af wie hij daar in die drie weken heeft gesproken. Tijdens een achttal reizen naar Cuba heb ik ook met veel jongeren gesproken en kreeg ik een zeer genuanceerd beeld. "Voor mij is er hier geen toekomst. Ik hou van Cuba, maar wil leven, werken, geld verdienen en reizen." "Fidel Castro heeft reizen verboden. Te veel Cubanen zouden niet terugkeren."
Inderdaad bestaat er een groot verlangen bij veel Cubaanse jongeren om de wereld te verkennen. Cubaanse jongeren zijn op dit punt niet anders dan jongeren overal ter wereld. Maar de meeste jongeren realiseren zich zeer goed dat er grote financiële drempels zijn en dat de grootste hindernis niet een verbod door Fidel Castro is. Afspraken over een groter volume Cubanen dat naar de VS wil vertrekken worden door de VS getorpedeerd, niet andersom. De Cubaanse regering vormt niet de drempel, maar de Amerikaanse en de financiële moeilijkheden. Het aantal Cubanen dat na enige ervaring in het 'vrije Westen' besluit terug te keren naar Cuba is ook niet gering. De reden is dan meestal dat ondanks alle materiële rijkdom men geen echte vrijheid en te weinig onderlinge solidariteit aantreft. Weinig verbazingwekkend trouwens nu ook het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) wijst op het toenemende verzet in eigen land tegen de prestatiemaatschappij, waar Boris O. en zijn partij zo aan hechten. Misschien moet hij zich maar eens gaan bezighouden met het zoeken naar oplossingen voor de politieke rotzooi die het kabinet Balkenende veroorzaakt.
Boris schuwt niet nog wat leugens en halve waarheden te vertellen over sportlieden, het gebruik van internet, de werking van de CDR's en andere buurtcomités (volstrekte nonsens), zogenaamde dissidenten (de meesten in feite door de VS betaalde agenten), de positie van Guantanamo Bay (valt niet onder Cubaans gezag), het Varela-project (wordt op Cuba nauwelijksondersteund) en nog een rijtje andere overbekende verhalen uit het handboek 'Fidel moet weg'. We zullen hem dat vergeven. Drie weken zijn natuurlijk ook wel erg kort voor zo'n 'onderzoek'. Er gaat dan soms wel wat mis, we begrijpen dat wel. We komen nog wel eens op deze zaken terug, maar kunnen nu al wel een duidelijke conclusie trekken Boris Ottokar Dittrich ging niet naar Cuba om iets te onderzoeken. De sociaal-liberaal (wat is dat eigenlijk voor een onmogelijke combinatie?) heeft zich geschaard in het bekende groepje anti-Cubanen.
Hij mocht deze keer met Kathleen Ferrier (CDA) mee, die we kennen van haar pogingen om de ambassade van Cuba in Den Haag in diskrediet te brengen. Tijdens zijn laatste 'bliksembezoek' werd hij ook aan de hand genomen door een partijgenoot van Aznar. Op het moment dat de nieuwe Spaanse regering zegt af te willen van de Aznar-erfenis, waarbinnen het Nederlandse clubje thuishoort, worden de ultra-rechtse 'strijders voor recht en democratie' zenuwachtig en doen nog wat laatste pogingen om te voorkomen dat de EU weer wakker wordt en zich, zoals eerder het geval was, zal verzetten tegen de Bush-Aznar politiek tegen Cuba. De boodschap die de parlementsleden wilden verspreiden is luid en duidelijk overgekomen. Nu de sociaal-democratische regering van Spanje de banden met Castro weer wil aanhalen en nu Nederland voorzitter van de Europese Unie is, zou ons land daar wat tegen kunnen doen. Het Nederlandse halfjaartje is alweer bijna voorbij. Boris Ottokar is bezig met een achterhoedegevecht.