KLASSIEK EN ACTUEEL

"(...) Wij zijn geen utopisten. Wij weten dat een willekeurige ongeschoolde arbeider en een willekeurige keukenmeid niet in staat zijn om onmiddellijk aan het staatsbestuur deel te nemen. Hierin zijn wij het oneens, zowel met de kadetten als met Bresjkowskaja en Tsereteli. Maar wij onderscheiden ons van deze burgers in dit opzicht, dat wij de onmiddellijke breuk eisen met het vooroordeel dat slechts de rijken of de uit rijke families afkomstige ambtenaren in staat zijn om de staat te besturen en het gewone, dagelijkse bestuurswerk te verrichten. Wij eisen dat het onderricht voor het werk in het staatsbestuur door klassebewuste arbeiders en soldaten zal worden geleid en dat daarmee onmiddellijk zal worden begonnen, d.w.z. dat men onmiddellijk zal beginnen om alle werkers, de hele arme bevolking bij deze opleiding te betrekken. Wij weten dat de kadetten het er ook mee eens zijn om het volk democratisme bij te brengen. Kadettendames zijn bereid om voor de dienstboden volgens de beste Engelse en Franse bronnen voordrachten te houden over de rechtsgelijkheid van de vrouw. En ook zal er op de eerstkomende meeting met concert ten overstaan van duizenden mensen op het toneel een zoenpartij worden gearrangeerd: de kadettendame die de lezing houdt zal Bresjkowskaja kussen. Bresjkowskaja zal ex-minister Tsereteli kussen en het dankbare volk zal op deze wijze aanschouwelijk leren hoe de republikeinse gelijkheid, vrijheid en broederschap eruit zien... Ja, wij zijn het ermee eens dat de kadetten Brejkowskaja en Tsereteli op hun manier het democratisme zijn toegedaan en dit onder het volk propageren. Maar wat kunnen wij eraan doen dat wij enigszins verschillende voorstellingen van democratisme hebben? (...)

Uit: Zullen de bolsjewiki de staatsmacht behouden? Lenin, geschreven eind september 1917.