Sinds de laatste belastinghervorming is het systeem van heffingskortingen ingevoerd. De kortingsbedragen worden in mindering gebracht op de belastinguitkomsten. Door invoering hiervan is destijds afgestapt van het tariefgroepenstelsel. In de praktijk blijkt dat een en ander nogal nadelig kan uitwerken voor mensen die van de laagste inkomens moeten leven. Zo hanteert de Belastingdienst de methode dat als het totaal aan heffingskortingen hoger is dan het belastingbedrag dat ontstaat bij de berekening van de eerste belastingschijf, het totale bedrag aan heffingskortingen teruggebracht wordt naar het niveau van genoemd belastingbedrag. Dat kan betekenen dat iemand die recht zou hebben op teruggave deze niet of slechts gedeeltelijk krijgt. Of als iemand die inkomstenbelasting moet bijbetalen, op deze manier een bedrag betaalt dat veel hoger uitkomt. Onlangs nog zag iemand de verwachte aanslag van 850 euro oplopen tot bijna 1400 euro. Deze door genoemde methode veroorzaakte forse tegenvallers komen alleen voor bij mensen met de laagste inkomens; bij mensen die slechts onder de eerste en laagste belastingschijf vallen. Al weer zo'n staaltje van onrechtvaardigheid.