DKP-congres in Duisburg roept op tot gezamenlijke strijd tegen oorlog en afbraak van sociale en democratische verworvenheden. Op 12 en 13 februari vond in Duisburg het 17de partijcongres van de Duitse Communistische Partij (DKP) plaats. Het stond in het teken van de actuele discussie over een nieuw partijprogramma en actuele vraagstukken m.b.t. het reactionaire beleid van de Duitse bondsregering.
Vóór het congres stonden de tekenen op storm: in een niet onaanzienlijk deel van de partij leek men het niet eens te zijn met het door het partijbestuur gevoerde beleid. Wie echter op een schandaal, een putsch of destructieve strijd had gehoopt of daarvoor vreesde, heeft tijdens deze twee dagen gezien: de kleine DKP (4.500 leden volgens partijvoorzitter Heinz Stehr) staat niet alleen dicht bij de actuele strijd en de problemen van deze tijd, maar is ook, ondanks alle irritaties, in staat om met meningsverschillen om te gaan. 'Gezamenlijk strijden' is nu eenmaal een - uiteraard voortdurend verder te ontwikkelen - kenmerk van de Duitse communisten, niet alleen als het gaat om oorlogsbeleid en de afbraak van sociale en democratische verworvenheden.
Het partijbestuur kon met zijn 'op resultaten gerichte lijn', die door Rolf Priemer (plaatsvervangend voorzitter en hoofdredacteur van de partijkrant 'Unsere Zeit') in zijn openingsspeech nog eens werd verdedigd, op een grote meerderheid van de 167 gedelegeerden rekenen. Het partijbestuur werd als collectieve leiding door het congres herkozen. Ook al werden partijvoorzitter (Heinz Stehr) en zijn plaatsvervangers (Rolf Priemer en Nina Hager) door meer critici per stembriefje 'bekritiseerd' dan de laatste keer.
Het voorgelegde 'werkplan 2005/2006' en andere voorstellen moesten worden doorverwezen naar het nieuw gekozen en tot 40 leden vergrote partijbestuur, om meer ruimte te bieden voor discussie. Ofschoon het resultaat van het congres gericht is op versterking van de DKP door een krachtiger ingrijpen in de actuele strijd.
De 'Politieke Verklaring' werd na een intensief debat voor en tijdens het congres goedgekeurd door een overweldigende meerderheid van 80 procent van de gedelegeerden. Ook het strijdpunt 'Irak' was meer een thema voor de media dan voor het congres. Een initiatiefvoorstel van Heinz Stehr en andere leidinggevende partijleden, waarin een 'einde van de imperialistische bezetting' en 'zelfbeschikking voor Irak' worden geëist, werd bijna zonder tegenstemmen aangenomen.
Er wordt gewerkt aan acties tegen het aanstaande bezoek van Bush aan Duitsland. Daarover liet Heinz Stehr in zijn rede geen twijfel bestaan. Ook de verklaring van de commissie, die aan het ontwerp voor een nieuw partijprogramma werkt, is positief. Een ontwerptekst zal begin maart aan het partijbestuur worden voorgelegd en zal tot aan de voortzetting van dit congres eind 2005 in de partij worden bediscussieerd.
Emotionele en politieke hoogtepunten waren de begroetingswoorden. De antifascist en communist Peter Gingold en de spreker van de VVN/BdA (Vereniging van vervolgden van het nazi-regime/Bond van anti-fascisten) Werner Pfennig onderstreepten de betekenis van de antifascistische strijd in verband met de aanstaande 60ste verjaardag van de bevrijding van het fascisme en de actuele activiteiten van de neofascistische NPD. Werner Pfennig eistede ontbinding van alle fascistische organisaties conform artikel 139 van de Duitse grondwet. "Vanzelfsprekend is dat geen vervanging van de politieke strijd om het fascistische gedachtegoed terug te dringen."
Siw Mammitsch beklemtoonde de nauwe verbondenheid van de Socialistische Duitse Arbeidersjeugd (SDAJ) met de DKP en trachtte steun te winnen voor de campagne van het jeugdverbond tegen de afbraak van het leerlingenstelsel alsmede voor het aanstaande wereldjeugdfestival van jongeren en studenten in Carácas.
Ellen Brombacher van het Communistisch Platform van de PDS legde de vinger op de noodzaak van de gemeenschappelijke strijd in Oost- en West-Duitsland tegen Hartz IV en de Agenda 2010. Tegen de achtergrond van de laatste uitlatingen van Deutsche Bank-woordvoerder Walter moet duidelijk meer aandacht worden besteed aan het terugdringen van het anticommunisme.
In naam van de de aanwezige delegaties van 16 communistische partijen, waaronder de NCPN door Job Pruijser, sprak Oscar Martínez Cordovés solidaire groeten uit en bedankte namens de Cubaanse Communistische Partij en "vooral namens Fidel Castro" voor de materiële en politieke solidariteit van de DKP.
Aan de vooravond van het congres vond eveneens in Duisburg een internationale conferentie plaats met vertegenwoordigers van 18 communistische partijen (waaronder Job Pruijser van de NCPN), om over de gemeenschappelijke strijd tegen de democratische en sociale afbraak alsmede stappen tegen het imperialistische oorlogsbeleid te discussiëren. De conferentie werd bijgewoond door een groot publiek.
(*) op basis van een artikel van Lothar Geisler in UZ van 18 februari 2005